Vicepresident Pence: 'Rusland gevaar voor Westen'

Rusland is geen potentiële partner van de NAVO, maar is volgens de Amerikaanse vicepresident Mike Pence juist een gevaar geworden voor het Noord-Atlantisch bondgenootschap.

Tijdens een persconferentie in Tallinn na een ontmoeting met president Kersti Kaljulaid van Estland zei Pence: ‘Rusland vormt een bedreiging voor de lidstaten van de NAVO. De Verenigde Staten zullen er alles aan doen om dat af te wenden.’

Deze expliciete uitspraak is een breuk met de woordkeuze binnen de alliantie tot nu toe. Hoewel de NAVO in de officiële buitenlands politieke doctrine van Moskou als de ‘grootste bedreiging voor de veiligheid van Rusland’ wordt gedefinieerd, heeft de NAVO tot nu toe altijd betoogd dat de westerse alliantie omgekeerd Rusland niet als een hoofdgevaar ziet.

Pence benadrukte dat de Amerikaanse regering vasthoudt aan artikel 5 van de alliantie, waarin staat dat een aanval op één lidstaat een aanval op alle lidstaten is. ‘Wij staan naast de volkeren en staten Estland, Letland en Litouwen en dat zal altijd zo zijn’, aldus Pence. 'Vandaag staan we aan de grote frontlinie van de vrijheid. Nergens anders doemt de dreiging van de agressie van de onvoorspelbare buurman in het oosten meer op dan in de Baltische staten', zei Pence in Tallinn.

Weliswaar zei hij te hopen dat de Amerikaans-Russische betrekkingen 'betere dagen' zullen kennen en gaan verbeteren - president Donald Trump streeft daar volgens hem ook naar - Pence stelde ook vast dat een ‘sterke en eensgezinde NAVO nu belangrijker is dan ooit sinds de ondergang van het communisme’.

In een gesprek met de Estlandse premier Juri Ratas had Pence laten doorschemeren dat de Verenigde Staten wellicht bereid zouden zijn om patriot-raketten te stationeren in het meest noordelijke lidstaat van de NAVO. Wanneer die plaatsing zijn beslag zou krijgen, was volgens de premier niet aan de orde geweest.

Pence's nieuwe kwalificatie van Rusland en de onvoorwaardelijke solidariteit met de Baltische landen zijn onderdeel van een voortdurende escalatie tussen Washington en Moskou. Een paar dagen voor het bezoek van Pence aan Tallinn verordonneerde president Vladimir Poetin van Rusland de Amerikaanse regering om haar ambassade na de zomer met 755 personeelsleden terug te brengen tot een staf van maximaal 455, hetzelfde aantal stafleden dat de Russische ambassade in Washington te werk stelt. Voor 1 september moeten de diplomaten het land verlaten. Dat respijt van een maand is gegeven om ‘menselijke redenen’, aldus Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov.

Het merendeel van de staf die ontslagen moet worden, is overigens Russisch personeel. Volgens de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Moskou, Michael McFaul, zal een van de gevolgen van de Russische represaille zijn dat Russen veel langer – ‘eerder maanden dan weken’- op de afhandeling van hun visumaanvragen voor de Verenigde Staten. Peskov zei in reactie dat Moskou daarbuiten staat, omdat het de keuze van de Amerikanen is wie ze ontslaan of terugroepen.

De eis van Poetin was een diplomatieke vergeldingsmaatregel tegen het eerdere besluit van het Amerikaanse Congres om het sanctiebeleid tegen Rusland aan te scherpen en uit te breiden. De nieuwe sancties van de Verenigde Staten strekken zich niet alleen tot Russische ondernemingen uit. Ook bedrijven en landen elders, die zaken doen met Russische firma’s of personen die op de sanctielijst staan, lopen het risico te worden gestraft. Dat zou bijvoorbeeld kunnen gelden voor Gasunie en Koninklijke Olie / Shell, twee Nederlandse concerns die betrokken zijn bij de aanleg van een tweede gaspijplijn Nordstream 2 door de Oostzee en een vloeibare aardgas-installatie in nabij Sint-Petersburg.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.