Zwijgen: ook een manier om het stalinisme te verwerken

Een kwart eeuw lang regeerde Jozef Stalin over Sovjet-Rusland. Tachtig jaar geleden bereikte zijn terreur in eigen land een climax met de massale arrestaties en showprocessen van 1937-1938. Miljoenen gezinnen zijn in die tijd verscheurd geraakt. Decennia lang zwegen ze. Het stalinisme wordt nu wel degelijk herdacht. Maar het wordt niet ‘verwerkt’, zoals bijvoorbeeld in het naoorlogse Duitsland. Zou het anders kunnen in een land, waar daders én slachtoffers nog steeds naast elkaar leven? Historicus Gijs Kessler bepleit het recht van de nazaten om te zwijgen.

debat stalin
Illustratie Nanette Hoogslag

door Gijs Kessler

(Read English translation here)

Dit jaar is het honderd jaar geleden dat de Russische revolutie plaatsvond. Een officiële herdenking bleef echter uit in Rusland. Het jubileum plaatste Poetin namelijk voor een dilemma. De erfenis van die revolutie, het Sovjetsysteem, zien hij en zijn electoraat als iets hoofdzakelijk positiefs. Maar het laatste dat hij wil, is de bevolking het idee geven dat revoluties iets nastrevenswaardigs zijn. Dat zou een potentiële bedreiging voor zijn eigen machtspositie kunnen zijn. En daarom koos hij ervoor te zwijgen.

{slider Volledige tekst|closed|icon}

Er wordt dit jaar ook iets anders herdacht in Rusland – het jaar 1937, symbool en hoogtepunt van de stalinistische terreur tegen meer dan een miljoen grotendeels geheel onschuldige Sovjetburgers. In een aantal opeenvolgende, strak door Jozef Stalin geregisseerde campagnes werden tussen 1936 en 1938 een geschatte 750.000 mensen gefusilleerd, en minstens nog eens zoveel opgesloten in gevangenkampen, waarvan een deel in later jaren door uitputting en ontbering alsnog de dood vond. In vrijwel iedere familiegeschiedenis heeft deze terreur zijn sporen nagelaten. Het precieze aantal slachtoffers, als ook de identiteit van alle slachtoffers, zal waarschijnlijk nooit volledig worden achterhaald.

In tegenstelling tot de revolutie werd die politieke repressie dit jaar wel officieel herdacht. Op 30 oktober werd door Poetin een monument voor de slachtoffers van politieke repressie onthuld op een prominente plaats aan de ringweg rond het centrum van Moskou, de Muur van Rouw. Het is het eerste nationale monument voor de slachtoffers van politieke repressie. Toch noemde Poetin de naam van Stalin, die de repressie persoonlijk orkestreerde, niet bij de herdenking. Het zou het equivalent zijn van de onthulling van een monument voor de slachtoffers van de Holocaust waarbij de naam van Adolf Hitler niet zou vallen. Hoe kunnen we dit begrijpen? Hoe gaat Rusland om met haar traumatisch verleden?

Nederlandse documentaires

Twee Nederlandse documentaires werden onlangs aan deze vraag gewijd – eerst ‘Liefde is aardappelen’ van Aliona van der Horst en daarna ‘De Rode Ziel’ van Jessica Gorter, die in première ging op het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA). Beide films zijn in december ook te zien geweest op het grootste Russische documentaire filmfestival ArtDoc Fest in Moskou.

De twee films benaderen het thema vanuit heel verschillende invalshoeken. ‘Liefde is aardappelen’ is het relaas van een persoonlijke zoektocht naar de manier waarop een familie omgaat met de trauma’s van het verleden. In ‘De Rode Ziel’ trekt Jessica Gorter het breder en begint bij de herwaardering van Stalin die de laatste jaren in Rusland lijkt plaats te vinden. Ook in de pers wordt over dit laatste veelvuldig bericht: Russen leggen bloemen op het graf van Stalin op zijn geboortedag; Stalin wordt gekozen tot belangrijkste persoon uit de Russische geschiedenis; Stalin is populairder dan Poetin.

De herwaardering van Stalin is een complex fenomeen. Veel Russen zien Stalin als een leider die van Rusland een machtig land maakte, waar in de wereld mee gerekend werd. En dat doet het goed in het huidige patriottische klimaat, dat het minderwaardigheidscomplex van de moreel en economisch failliete jaren negentig heeft vervangen. Ook het feit dat Stalin Rusland naar de overwinning leidde in de moorddadige confrontatie met Hitler-Duitsland tijdens de oorlog, speelt een belangrijke rol. Ook omdat Poetin, op zoek naar een nationale mythe, de afgelopen vijftien jaar een ware cultus heeft opgebouwd rond deze overwinning. Tot slot steekt Stalin, ongeacht zijn andere fouten, voor veel Russen gunstig af bij de corrupte Russische leiders van de afgelopen twintig jaar, die in de ogen van veel Russen enkel en alleen uit zijn op eigen gewin, en zich weinig gelegen laten liggen aan de belangen van het land, laat staan aan die van de bevolking.

Geen klimaat voor veroordeling

In zo’n klimaat past een openlijke veroordeling van Stalin slecht, en dat verklaart waarom Poetin Stalins naam ook niet noemde bij het herdenken van zijn slachtoffers. Tegelijkertijd wordt dat door velen als een vergoelijking van Stalins wandaden geïnterpreteerd, en als een teken aan de wand voor een problematische omgang met het verleden. Expliciet of impliciet wordt hierbij meestal uitgegaan van de aanname dat het ontbreken van een brede maatschappelijke discussie een verwerkingsproces in de weg staat, en daarmee een bom legt onder de toekomstige maatschappelijke ontwikkeling.

Het is een aanname die zijn oorsprong heeft in het enige model voor de omgang van een maatschappij met een traumatisch verleden dat we kennen – dat van het naoorlogse Duitsland, dat in een pijnlijk proces van introspectie de confrontatie aanging en daar rekenschap over aflegde. Een indrukwekkend precedent, dat echter, betoog ik, zo sterk ons denken bepaalt dat het ons blind maakt voor de mogelijkheid dat een samenleving een trauma op een andere manier zou kunnen verwerken. Het model dat wij hierbij hanteren is in essentie gebaseerd op de traumapsychologie en gaat uit van bespreekbaar maken, analyseren en verwerken. Wanneer de eerste fase van bespreekbaar maken uitblijft, is ook de weg naar de volgende fases geblokkeerd. Zwijgen wordt zo verzwijgen, en daarmee wegstoppen. En wegstoppen leidt vroeg of laat tot ellende, zo weten we allemaal. Maar is dat wel echt zo?

Van dooi naar glasnost

Rusland gaf zich rekenschap van het verleden in twee episodes. Na de dood van Stalin werden zijn excessen veroordeeld door zijn opvolger Nikita Chroesjtsjov en werden vele slachtoffers gerehabiliteerd. Daarna volgden twee decennia van stilte, en eind jaren tachtig, tijdens de glasnost van Michail Gorbatsjov, een tweede periode van verwerking. Er werd toen vrijelijk over het thema gepubliceerd, de archieven gingen open en de persoonlijke rol van Stalin bij het plannen, ten uitvoer brengen, en weer stopzetten van de terreur werd onomstotelijk vastgesteld.

De maatschappelijke discussie van de late jaren tachtig stierf echter een geruisloze dood in de economische en sociale woelingen van de chaotische jaren negentig, toen het land werd omgevormd van een centraal geleide planeconomie naar een markteconomie en een (fragiele) democratie. Het thema verdween nooit totaal uit de aandacht, maar andere, urgentere vraagstukken verdrongen het van de voorgrond.

Dat had te maken met het feit dat de Russische staat nooit begon aan wat, volgens het ‘Duitse schema’ de logische volgende stap zou zijn – het stellen van de schuldvraag. Dat is niet omdat men de misdaden van Stalin wil verzwijgen of vergoelijken. De reden is veeleer dat het stellen van de schuldvraag een doos van Pandora opent in een samenleving waarin de ene helft van de bevolking de afstammelingen zijn van degenen die de ouders en grootouders van de andere helft om het leven hebben gebracht.

‘De Rode Ziel’ laat dat op een indringende manier zien aan de hand van een discussie over de terreur in een schoolklas in de stad Severodvinsk in Karelië, gebouwd door Goelag-gevangenen. De meeste tieners in de klas komen niet erg los, en het gesprek vlot niet erg, tot opeens Danya het woord neemt, een duidelijk formulerende, wat gezette jongen. Zijn opa heeft ook meegebouwd aan de stad in de jaren dertig, maar als vrijwilliger, dus ja, hij stond er wat anders in, in dat proces. Bedoel je, Danya, zegt de juf, die het er al eens eerder met hem over heeft gehad, dat je opa daar bewaker was in dat kamp? Ja, inderdaad, juf, dat is het, hij was daar bewaker.

Exclusieve of collectieve schuld

Chroesjtsjov legde in de jaren zestig de schuld voor de terreur geheel bij Stalin. Poetin wil Stalin die schuld niet in de schoenen schuiven om binnenlands-politieke redenen, maar dat blokkeert effectief ook het stellen van de schuldvraag, want als het Stalin niet was die verantwoordelijk is voor de repressie, wie was het dan wel? Het enige antwoord kan logischerwijze zijn: alle daders. En dat is een conclusie die slachtoffers en daders lijnrecht tegenover elkaar zou plaatsen, iets waar men in Rusland duidelijk liever van afziet, gelet op het ontwrichtende karakter van een dergelijke confrontatie.

Vergelijking met het Duitse voorbeeld gaat op dit punt dan ook enigszins mank. De slachtoffers van de Holocaust en hun nazaten maakten voor het overgrote merendeel geen deel meer uit van de Duitse naoorlogse samenleving. Het boetekleed werd dus grotendeels aangetrokken in absentie van de slachtoffers. Dat is anders dan het boetekleed aantrekken tegenover je buurman, je collega, de bakker op de hoek, of zelfs je eigen familieleden.

Een ander Duits voorbeeld is in dit opzicht wellicht relevanter. Het openen van de Stasi-archieven in de voormalige DDR was een uitermate pijnlijk proces, omdat mensen geconfronteerd werden met de namen van degenen die over hen gerapporteerd hadden aan de geheime dienst. En dan had dit voor het grootste deel nog niet eens geresulteerd in de daadwerkelijke fysieke vernietiging van de slachtoffers.

Zwijgen is daarom misschien wel een recht dat je mensen niet mag ontzeggen. Zwijgen tot een onuitsprekelijk trauma is vergeten en je als maatschappij verder kunt. Dat is iets essentieel anders dan verzwijgen. En het kan wellicht de enige optie zijn, als het alternatief van spreken en bespreken eenvoudigweg te ontwrichtend en te pijnlijk is.

{/sliders}