Ook in Odesa vernietigt Poetin zichzelf. Oorlogsdagboek 12

Robert Serry, dertig jaar geleden Nederlands eerste ambassadeur in het onafhankelijke Oekraïne, was in Odesa toen de Russen deze havenstad voor de zoveelste nacht op rij probeerden kapot te bombarderen. Hij ziet dat de Russische bommen de Oekraïners alleen maar vastbeslotener maken. Deel twaalf van zijn oorlogsdagboek.

Serry Odessa 2
Odesa, na een Russisch bombardement. Foto Robert Serry.

door Robert Serry

Op de ochtend dat de Oekraïners erin slaagden ernstige schade toe te brengen aan de brug over de Straat van Kertsj, die het schiereiland Krim met Rusland verbindt, reed ik met een team van de hulporganisatie Open Door Ukraine in de richting van de gedeeltelijk bezette provincie Zaporizja. We wilden in het stadje Vilniansk op zo’n zeventig kilometer van het front een door oorlogsgeweld gehavend regionaal hospitaal bezoeken. Aangezien Poetin de herhaalde aanval op ‘zijn’ brug niet onbeantwoord zou laten, maakten we ons op voor een onrustige week.

We besloten op het laatste moment om veiligheidsredenen niet in Zaporizja zelf te overnachten, maar in de zo’n tweehonderd kilometer stroomopwaarts aan de Dnipro gelegen stad die de naam van deze rivier draagt (vroeger Dnjepropetrovsk). Ik was nooit eerder in Dnipro geweest, en de stad bleek een aangename verrassing. Vlak voor een van de vijf grote stuwdammen lijkt de Dnipro hier bijna net zo breed als het IJsselmeer. Dnipro (ongeveer een miljoen inwoners) is een relatief welvarende stad, die samen met Kyiv goed is voor ongeveer de helft van het nationaal inkomen van Oekraïne.

De volgende dag reden we door naar Vilniansk, waar we op aanraden van onze partnerorganisatie LifeLine Ukraine een ziekenhuis bezochten dat tweemaal door Russische raketten is getroffen. Vooral de inslag van een S-300-raket heeft veel schade aangericht en het hoofdgebouw vernield. Een klein kind kwam om en twee artsen zijn voor het leven invalide geworden. In het gebouw waar de poliklinische afdeling was gevestigd, zijn nu zo veel mogelijk van de medische verrichtingen uit het hoofdgebouw ondergebracht, maar het dak is beschadigd en het plafond op de bovenste verdieping dreigt naar beneden te komen.

Dit hospitaal biedt essentiële gezondheidszorg voor zo’n veertigduizend patiënten per jaar in de door Oekraïne bestuurde delen van de provincie Zaporizja. De stichting Open Door Ukraine, waar ik deel van uitmaak, gaat samen met LifeLine Ukraine het ziekenhuis in haar reconstructieprojecten opnemen. Overigens is hier het risico niet uitgesloten dat het ziekenhuis opnieuw geraakt wordt. Rusland lijkt langs de frontlijn dit soort sociale doelwitten aan te vallen om het moreel van de Oekraïners te breken. De rest van Vilniansk was verder nauwelijks getroffen.

Op de terugweg was ik nieuwsgierig Zaporizja, de stad van mijn schoonouders terug te zien. Mijn schoonvader Anatoli was hier directeur van de autofabriek die de Zaporozjets maakte, de Oekraïense koekdoosvariant van de Oost-Duitse Trabant. Toen we de oever van de rivier bereikten, bleek het waterpeil stroomafwaarts van de stuwdam zo laag dat zelfs de rotsen van de machtige watervallen bij het eiland Chortitsa weer aan de oppervlakte waren gekomen. Op dat eiland hadden Oekraïense kozakken in de zeventiende eeuw hun standplaats, die door Catharina de Grote werd veroverd, waarmee de macht van de kozakken definitief werd gebroken.

We spraken een paar vissers aan, die vanaf een pier kleine baarsjes naar boven haalden. Een van hen was gevlucht uit het dorp Orichiv, nu een van de plekken waar het Oekraïense leger door de Russische mijnenvelden en verdedigingslinies probeert te breken. Een stad als Zaporizja waar een deel van de eigen bevolking is gevlucht, herbergt veel arme mensen uit de omringende dorpen die de oorlog zijn ontvlucht en nergens anders heen kunnen.

Zaporizja is een stad die door Stalin is gebouwd rond de stuwdam en zware industrie langs de rivier. De inwoners van het voormalige arbeidersparadijs woonden om de stinkende fabrieken heen. Er is sinds ik hier zo’n dertig jaar terug voor het laatst was niet veel veranderd. De stad draagt nog steeds de zware last van de voorbije ‘glorie’ van ‘Sovjetmacht is gelijk aan elektrificatie en industrialisering!’

Bezoek aan Mykolajiv

Een stevige zeewind blies door het gapende azuurblauwe gat dat een kruisraket dwars door het negen verdiepingen tellende regionale gouvernementskantoor van Mykolajiv heeft geslagen. Enkele nog intact lijkende raamkozijnen en neerhangende elektriciteitsdraden bungelden mee in de wind.

De raket was bedoeld voor de militaire gouverneur van Mykolajiv, Vitalii Kim, die de Russen in de eerste weken van de oorlog nogal dwars heeft gezeten. Maar toen de raket op 19 maart 2022 vroeg in de ochtend insloeg was hij nog niet op kantoor. Smalend merkte zijn secretaresse op dat de rassjisti waarschijnlijk geen rekening hadden gehouden met het tijdsverschil van een uur tussen Moskou en Kyiv. Toch overleefden op die vroege ochtend 37 ambtenaren de aanval niet, en werden tientallen gewonden uit het vernielde gebouw gehaald.

Kim is een jonge vloeiend Engelssprekende Oekraïner van Noord-Koreaanse afkomst, die als een nationale held vereerd wordt om zijn rol in de verdediging van Mykolajiv. Hij verspreidde bijvoorbeeld een foto van hemzelf uitgezakt in zijn bureaustoel met zijn kleurrijke sokken op tafel toen de Russen Mykolayiv op 10 km waren genaderd. Deze ging viraal met een bewerkte versie alsof hij zijn sokken op de lange tafel van Poetin zelf had gelegd. 

Kim werd zo het gezicht van de onverzettelijke weerstand die de stad en partizanen in de omringende dorpen boden tegen de Russische opmars in het zuiden. Als na Cherson deze havenstad ook was gevallen, was de weg vrijgekomen naar het tweehonderd kilometer westwaarts gelegen Odesa. De oorlog zou dan een andere wending hebben genomen.

Serry Mikolaiv 2
Buitgemaakte Russische tank in provincie Mikolajiv. Foto Robert Serry

Tijdens ons gesprek op vrijdag 21 juli lag zijn stad onder vuur van Russische oorlogsschepen en vliegtuigen uit de Zwarte Zee. Hij verontschuldigde zich op een gegeven moment en toonde mij op zijn telefoon een nieuwe waarschuwing dat raketten onderweg waren naar zijn stad. In de vroege ochtend hadden raketten al haveninstallaties beschadigd. Zelf had ik in Odesa de afgelopen nacht ook nauwelijks een oog dicht gedaan vanwege herhaaldelijke luchtalarmen.

Na de door hemzelf beëindigde Internationale Graanovereenkomst probeert Poetin nu ook de Oekraïense havencapaciteit om graan te kunnen uitvoeren te ondermijnen. Dat lukt gedeeltelijk, omdat de zuidelijke Oekraïense havensteden minder goed beschermd worden door luchtafweersystemen dan een stad als Kyiv. Maar als je naar Kim luistert weet je dat ook deze Russische poging de wil van de Oekraïners te breken zal mislukken.

Ik was naar Mykolajiv gekomen om de mogelijkheden voor reconstructieprojecten te verkennen. Sinds de herovering van Cherson (zo’n zestig kilometer verder oostwaarts) liggen de stad en provincie niet meer binnen direct artilleriebereik van het front. Het was me al eerder opgevallen dat de stad minder heeft geleden dan ik had verwacht. Meer dan de helft van de bevolking is in de eerste weken gevlucht, maar inmiddels is zo’n tachtig procent weer teruggekeerd. Veel van de oorlogsschade is door de Oekraïners zelf al hersteld. De situatie is veel erger in de omringende dorpen, waar de Russische tanks tot stilstaan waren gebracht.

Kim raadde me aan een bezoek te brengen aan de hromada Sjevtsjenkivska zo’n dertig kilometer oostwaarts aan de grens met de provincie Cherson, die destijds door midden gesneden was door de frontlijn.

Het was schokkend om te zien hoe de dorpen in deze hromada (een soort gemeente) hebben geleden onder de Russische tanks. Ook hier is zeventig procent van de bevolking inmiddels weer teruggekeerd, of hun huizen nog heel waren of niet. Deels geruïneerde flatgebouwen met grote gaten in dak en façade bleken alweer gedeeltelijk bewoond. Soms waren de ergste gaten afgeschermd met blauw plastic geleverd door de Verenigde Naties, en de raamkozijnen hersteld met hulp van internationale organisaties. Maar hoe komen deze mensen een nieuwe strenge winter door zonder een dak boven het hoofd?

Ik vind het onbegrijpelijk hoe weinig internationale aandacht wordt geschonken (dit geldt ook voor Nederland) aan de behoefte in een lange oorlog als deze om daar waar mogelijk te beginnen met vroege reconstructie. Bijna geen cent van de tijdens de reconstructieconferentie in Londen beloofde miljarden bereikt hromadas als Sjevtsjenkivska.

Open Door Ukraine gaat de daken van twee à drie gehavende flatgebouwen in Sjevtsjenkivska helpen herstellen voor de winter, waarmee zo’n tachtig gezinnen worden geholpen. Het is de bekende druppel op de gloeiende plaat, als er niet snel meer internationale financiering beschikbaar komt om waar mogelijk hromadas in voormalige oorlogsgebieden te hulp te schieten.

Rakettenregen in Odesa

Het luchtalarm ging zaterdagnacht rond twee uur af. Even later zag ik op mijn telefoon dat Russische vliegtuigen raketten boven de Zwarte Zee hadden afgevuurd. Nog voordat ik goed en wel aangekleed was, hoorde ik een luide knal. Het licht in het hotel viel uit. In de gang was wel een noodlicht en ik vond de noodtrap om beneden naar de schuilkelder te gaan. Terwijl ik naar beneden snelde, hoorde ik meer knallen. Samen met een tiental andere hotelgasten hoorden we in de schuilkelder nog enkele explosies totdat ongeveer twee uur later het luchtalarm voorbij was. Een uur later bevond ik me opnieuw in de schuilkelder, maar het bleek loos alarm. Er waren weer Russische vliegtuigen opgestegen, maar die waren een half uur later naar hun basis teruggekeerd zonder raketten af te vuren. 

Vanzelfsprekend boezemt oorlog mensen angst in. Maar mensen in oorlog sublimeren die om te voorkomen dat je de wil om te vechten verliest. Terwijl wij in het Westen bang zijn voor Poetin (en Oekraïne aarzelend en te laat te hulp schieten) hebben Oekraïners geen angst voor hem. Elke raketaanval op hun stad maakt ook de Russischtalige inwoners alleen maar bozer op Poetin. Zeker nu de trots van Odesa, de Transfiguratiekathedraal, en enkele historische gebouwen in de oude stad zijn vernield. Deze kerk werd in 1936 door Stalin opgeblazen, is in 2000 door Oekraïne herbouwd, en nu door Poetin weer deels opgeblazen.

 
Serry Odessa 1
Transfiguratiekathedraal na Russisch bombardement. Foto Robert Serry

Op zondag 23 juli zag ik hoe vrijwilligers bezig waren het puin te helpen ruimen bij de drie vernielde gebouwen in een lommerrijke woonbuurt op loopafstand van het hotel waar ik verbleef. Even verderop vonden we een terras, waar ons een voortreffelijke bœuf Stroganoff werd geserveerd, voordat we zouden terugkeren naar het relatief veilige Kyiv. Ik vermoed dat het Poetin razend maakt dat die chochly (Russisch scheldwoord voor Oekraïners) ondanks zijn raketten gewoon doorgaan van het leven te genieten. Oorlog of niet, er wordt in deze stad aan zee feestgevierd in de avonden.

Tenslotte. Ik ben zelf nauwelijks actief op sociale media, maar zondag tweette ik: ‘Last night once again Ukrainians standing alone in the rain, with ground burning and trembling under missile hell in Odesa, while those under the NATO umbrella sleep peacefully.