Een held van onze tijd

Necrologie Arseni Roginski (1946 - 2017)

Hij was een van de bijzonderste Russen die ik heb gekend en jarenlang mijn gids door de Russische wildernis. Op 18 december stierf Arseni Roginski (71), directeur van Memorial, aan de gevolgen van kanker, waarvoor hij de afgelopen maanden in Israël werd behandeld. Dertig jaar lang zocht ik hem steevast op als ik in Moskou was. Voor politiek inzicht, voor scherpe grappen, voor inside informatie en voor goede wodka. En om me te blijven verbazen over zijn veerkracht, moed, volhardendheid en tomeloze werkdrift. Arseni was voor niemand bang.

door Laura Starink

roginskiFoto Memorial

'Jaren voor het ontstaan van Memorial vocht hij al voor de historische waarheid en de mensenrechten - en werd daarvoor van zijn vrijheid beroofd,' aldus de site van Memorial. 'Hij streed door tot zijn laatste dag - zonder hem zou het werk van Memorial in de loop van al deze jaren onmogelijk zijn geweest. En wij kunnen ons Memorial zonder hem nu niet voorstellen'.

Als directeur van Memorial, de oudste post-communistische historische en mensenrechtenorganisatie, is Roginski van onschatbare betekenis geweest voor het verzamelen van (familie)archieven over de repressie en onderzoek naar het stalinisme. Zijn eigen vader (ingenieur) kwam in 1951 om in de Goelag. Zijn moeder (kunsthistorica) kreeg te horen dat haar man zelfmoord had gepleegd, maar daar heeft Roginski nooit geloof aan gehecht. 'Daar was mijn vader het type niet naar,' zei hij laconiek tegen me. De dood van zijn vader wekte zijn levenslange belangstelling voor de slachtoffers van de Stalinterreur. 'Ik woonde in een huis waar meer dan de helft van de bewoners een kampverleden had. Dat heeft me gevormd,' zei Roginski, die overigens zelf in een kamplazaret ter wereld kwam.

Vier jaar kamp

Als joodse jongen mocht Arseni niet aan de universiteit van Leningrad studeren. Hij week dus uit naar het Estse universiteitsstadje Tartu, destijds een intellectuele vrijhaven in de Sovjet-Unie. Eind jaren zestig begon hij met het opzetten van een historisch archief in Leningrad. Dat was gevaarlijk. De eerste ondervraging door de KGB was in 1973, de eerste huiszoeking in 1978.

Zijn onverschrokkenheid verleende hem een soort onkwetsbaarheid die hem al vroeg in zijn beroepsleven heeft getekend. Als jonge historicus in het communistische Leningrad drong hij door in gesloten staatsarchieven. Daarvoor kreeg hij in 1981 vier jaar strafkamp, waarover hij me uitgebreid heeft verteld toen ik hem portretteerde voor mijn boek De Russische kater. De bebrilde joodse intellectueel wist zich in de genadeloze Goelag niet alleen staande te houden tegenover de criminele maffia, hij verwierf zich als pleitbezorger voor betere omstandigheden in de kampen een sterke positie. Hij werd keer op keer overgeplaatst omdat men hem verdacht van plannen voor een kampopstand. Roginski behoort tot de categorie Russen die het kampleven beschouwden als een 'interessante maatschappelijke ervaring'. Aleksandr Solzjenitsyn was er ook zo een.

Over de mores in de kampen gaf hij als voorbeeld hoe een schoonmaker hem eens de opdracht gaf de vloer te gaan dweilen. 'Ik weigerde. Niet omdat ik geen zin had om die vloeren te schrobben, maar omdat ik onmiddellijk in de hiërarchie zou dalen. Dan krijg je een vreselijk leven. Je moet de godganse dag dit soort moeilijke beslissingen nemen.' De vory (geuzennaam voor dieven) waren in de kampen de baas, in ruil voor samenwerking met de kampleiding. Verkrachtingen waren aan de orde van de dag.

Ik leerde Roginski kennen toen ik als correspondent van NRC Handelsblad de perestrojka van Gorbatsjov versloeg. Hij richtte Memorial in 1988 op met Andrej Sacharov. Bij onze eerste ontmoeting werd ik aan een kruisverhoor onderworpen, zodat hij vast kon stellen of het wel zin had tijd aan mij te verspillen. Ik mocht blijven. Als ik de weg kwijt raakte in de onstuimige politieke ontwikkelingen van die jaren dan toog ik - altijd 's avonds na elven, want eerder was hij niet thuis - naar zijn stampvolle flatje aan de Academicus Petrovskistraat voor advies en toelichting. Bij Memorial zocht ik hem op in zijn piepkleine werkkamertje vol stapels boeken, mappen met archiefstukken, smerige asbakken en mokken pikzwarte thee (een kampgewoonte: in de Goelag verdrijf je er de honger mee). Arseni Borisovitsj werd op kantoor op handen gedragen.

De wet op de ngo's, die Memorial verplicht zich wegens subsidie uit het buitenland te tooien met het stigma 'buitenlands agent', beschouwde hij als een effectief middel om de kiemen van een burgerlijke samenleving om zeep te helpen. Ngo's zijn enorm veel tijd kwijt met het gevecht tegen bureaucratische machinaties van het systeem. 'Langzamerhand wordt dit land zo ingericht dat elk onafhankelijk maatschappelijk initiatief wordt gedood. Ik noem dat een imitatiedemocratie,' zei Roginski.      

Monument tegen terreur

Roginski was de eerste die me uitlegde hoe belangrijk de verwerking van het wrede Russische verleden is voor de normalisering van het land. Hij heeft zijn hele leven geijverd voor monumenten voor de slachtoffers van het stalinisme en was een van de initiatiefnemers van de oprichting van de gedenksteen uit Lenins eerste strafkamp op Solovki, een barre eilandengroep in de Witte Zee. Dat was het eerste communistische strafkamp voor politieke tegenstanders en het dateert uit de tijd van Lenin.

De zwerfkei werd niet toevallig neergepoot pal tegenover het hoofdkantoor van de geheime dienst, nu Poetins FSB, aan het Dzerzjinskiplein. Eind oktober verzamelden zich daar ook dit jaar weer enkele duizenden Moskovieten in een lange stoet voor de microfoon om de namen van de 40.000 op last van Stalin geëxecuteerde Moskovieten voor te lezen. Als de dag van gisteren herinner ik me de ontroering van de eerste keer, in 1989, toen mensen met de foto's van hun vermoorde familieleden, nog enigszins schuchter, de namen van hun geliefden lieten weerklinken. Sindsdien groeit het aantal deelnemers elk jaar. 

Het bijzondere van Roginski was dat hij totaal niet politiek-correct was. Wat bon ton was onder de Moskouse intellectuele bohème interesseerde hem niet. Hij werkte samen met iedereen die ook maar iets voor de mensenrechten kon betekenen. Hij was pragmatisch en effectief. Maar zijn oordeel was scherp. Onder Jeltsin was geleidelijk aan een multipolaire samenleving aan het ontstaan, zei hij. Nu is er in Rusland nog maar één machtsbron over, de president en zijn entourage. 'De scheiding der machten is door Poetin opgeheven.'

Vorige week was ik in Moskou. Ik wist hoe slecht het met Roginski ging. Als moedige mensen sterven, voel je jezelf altijd direct iets kwetsbaarder. Dat was merkbaar in mijn gesprekken als ik zijn naam liet vallen. Voor mij is Moskou zonder Senja een unheimlichere plek geworden.

Uitspraken van Arseni Roginski (in het Russisch)

 

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.