Rusland, het land van ongebruikte kansen voor Nederlandse boeren

Met meer dan 120 miljoen hectare aan bebouwbare grond heeft Rusland nog veel onontgonnen mogelijkheden. Nederlandse agrospecialisten zagen de uitdaging en gingen pionieren. Ondanks alle hobbels hebben ze succes en geen spijt van hun besluit. Deel 2 van een tweeluik. Vorige week publiceerden wij deel 1.

door Wabke Waaijer

Melkrobotfabrikant Lely was net een paar jaar actief op de Russische markt toen eind 2014 de roebel kelderde als gevolg van dalende olieprijzen en westerse sancties. Het effect was meteen voelbaar, zegt Jeroen Keijzer (1966) die sinds 2012 de Russische vertegenwoordiging van Lely vlakbij Moskou leidt. ‘De financiële ruimte kromp enorm en remde de economische ontwikkeling.’ Maar het nadeel had ook een voordeel, legt Keijzer uit. ‘Rusland stopte met de import van landbouwproducten uit de Europese Unie en de Verenigde Staten waardoor de eigen landbouw meer prioriteit kreeg.’

jeroen keijzer op kantoor in podolskJeroen Keijzer op zijn  kantoor in Podolsk. Foto's Wabke Waaijer

‘Voor de verkoop van mijn landbouwtechnologie is dat het beste wat er gebeurd is’, zegt Christian de Vries (1985) over de gevolgen van de roebeldevaluatie. Voor zijn bedrijf Agri 2.0 koopt hij de technologie van Amerikaans-Nederlandse leveranciers in dollars. Door zijn afnemers in Rusland wordt hij in roebels betaald, maar die laat hij op zijn bankrekening direct omzetten naar dollars. 'Ik heb geen enkele roebel op mijn rekening om risico’s te vermijden. In dollars en euro’s berekend zijn mijn kosten met vijftig procent gedaald aangezien bijvoorbeeld mijn personeel in roebels uitbetaald krijgt.’ De verkoop daarentegen is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Zijn klantenkring van ongeveerhonderdvijftig bedrijven koopt bij De Vries technologie voor ‘tussen de duizend en driehonderdduizend dollar.’

De Vries heeft ook een akkerbouwbedrijf, een zogenaamde ‘demonstratieboerderij’ waarmee hij wil laten zien hoe je in de praktijk met innovatieve precisielandbouwtechnologie de opbrengst kunt optimaliseren. Maar voor de verkoop van de oogst pakt de roebeldevaluatie minder gunstig uit. Alles wat hij afzet wordt in roebels betaald. Hoe dichter je bij de haven van Rostov aan de Don zit, hoe hoger de prijs voor mais en tarwe, legt De Vries uit. Met zijn akkerbouwbedrijf in de regio Orjol zit hij daar zo’n duizend kilometer vandaan. ‘Iedereen denkt altijd dat je hier wereldmarktprijzen voor tarwe krijgt,maar het is gewoon lokale markt. In Nederland krijg je 200 euro per ton voor tarwe. Als ik hier tarwe verkoop zit ik op 110-120 euro per ton. De grote marge op landbouwproducten ligt niet bij de boer, niet bij het transport maar bij de maffia - zo noem ik ze maar – die in de haven de export in handen hebben, de exporteurs.’

85 regio's, 85 Ruslanden

De Russische regio’s verschillen niet alleen qua infrastructuur maar überhaupt qua investeringsklimaat, ervaart ook Keijzer die de Lelymelkrobots van noord naar zuid en van oost naar west bij de regionale overheden onder de aandacht probeert te brengen. ‘Er zijn 85 regio’s en evenzovele Ruslanden.' Kaloega is een voorbeeld van een lokale overheid die een speciale economische zone heeft ingesteld om investeerders aan te trekken met belastingvoordelen. Het was ook de eerste regio waar in 2013 subsidies werden verstrekt voor melkrobots, herinnert Keijzer zich. Maar ook Kirov, Perm en Moskou zijn gunstige regio’s  om bijvoorbeeld een fabriek neer te zetten. ‘Slimme bedrijven zoals Valio en Danone zetten hier op grote schaal kaas -en melkfabrieken neer’, zegt Keijzer.

Niet alle regionale overheden tonen interesse in melkrobots, merkt Keijzer. ‘Dan zeggen ze: “wij hoeven geen robots”. Ik zeg dan dat ze in de regio honderd kilometer verderop al wel worden gebruikt. “Maar in die regio is alles anders, hier werkt dat niet” luidt dan het antwoord.’ Toch moeten uiteindelijk alle regio’s naar Moskou luisteren en de opdracht is om meer melk te produceren. Volgens Keijzer zullen de regio’s zich dus allemaal vroeg of laat wel in innovatieve technologie moeten gaan verdiepen om de productie te optimaliseren.

'Zonder goede bedrijfspartner moet je er niet aan beginnen'

De Vries begon zijn akkerbouwbedrijf in Orjol, een regio ten zuidwesten van Moskou, omdat zijn Russische zakenpartner daarvandaan kwam. ‘Een goede partner is echt een voorwaarde anders moet je er niet aan beginnen. Hij is nu directeur op mijn boerderij. Ik stuur hem ook met mijn creditcard op pad.’ Om een soortgelijke reden zit zijn grootste kantoor met vijftien medewerkers in Lipetsk. Daar kende hij nou eenmaal zeer goede monteurs en de installatie van de innovatieve GPS-technologie op trekkers luistert nauw en vraagt het eerste jaar om de klant de nodige assistentie te verlenen. Gelukkig kan sinds kort zelfs hun verste klant bij het Baikalmeer vanuit Lipetsk ‘eerste hulp’ krijgen. Indien nodig staan twee medewerkers van De Vries digitaal in verbinding met de computer in de cabine van de trekker in het verre oosten van Siberië.

christian de vries deel 2Christian de Vries bij zijn boederij in Orjol

Voor het verkrijgen van landbouwgrond bleek de regio Orjol niet zogeschikt omdat er een paar zeer invloedrijke agroholdings zitten. ‘Zij kopen alle grond op’, vertelt De Vries,‘en dat gaat niet op een nette manier. Het is daarom het beste om met een grote zak geld te komen en dan in één keer een groot bedrijf van twee -of drieduizend aaneengesloten hectare te kopen. Wij zijn begonnen met driehonderd hectare in onderhuur want ik had natuurlijk geen geld.’

Toen De Vries meer grond wilde om uit te breiden, was dat niet in één keer mogelijk. ‘Links en rechts komt er dan wat grond beschikbaar. Je moet ook goedecontacten onderhouden met de lokale overheid zodat ze je vertellen wanneer wat beschikbaar komt.’ Toch heeft de Vries in vijf jaar tijd bijna tweeduizend hectare weten te bemachtigen. ‘We hebben ons land redelijk op orde. Een gedeelte hebben we in eigendom, een ander gedeelte pachten we van de overheid en weer een ander stuk huren we van een particulier die het op zijn beurt weer pacht van de overheid.’

Rond de graanschuren van het akkerbouwbedrijf liggen de percelen over de glooiende nog besneeuwde akkers van het eindeloze Russische landschap her en der verspreid. Soms op wel twintig tot dertig kilometer afstand van de demonstratieboerderij. Het land ligt dan weliswaar niet keurig bij elkaar maar voor Nederlandse begrippen is het een ondenkbarehoeveelheid.

Mensen houden

De enorme stallen van melkveebedrijf ‘Rode Vuurtoren’ doemen op uit het  besneeuwde  landschap, niet ver van Rostov, ruim drie uur rijden ten noorden van Moskou. Melkveehouder Pieter Ham hielp melkveebedrijven opstarten in meerdere Russische regio’s en is met zijn jonge gezin al drie keer verhuisd, ieder kind is in een andere regio geboren, vertelt hij lachend.

Een omgebouwde Sovjet-stal uit de jaren zeventig biedt onderdak aan de gemiddeld honderd kalfjes die wekelijks op het bedrijf ter wereld komen. Die kalfjes vragen weinig aandacht in vergelijking met de 72 werknemers van de melkvee-afdeling waar Ham verantwoordelijk voor is. Een belangrijk deel van zijn werk bestaat uit personeelsmanagement, vertelt Ham. ‘Nederlanders weten alles van koeien. Maar hoe een Nederlandse boer mensen moet houden, dat weet hij niet omdat het in Nederland vooral familiebedrijven zijn.’ Ham voelt zich soms net een psycholoog. ‘Deze week zijn een veearts en een andere jongen met een gezin gescheiden. Die moet je dan helpen. Dan geef je twee dagen vrij.’

'Als Nederlandse boer weet je alles van koeien, maar hier ben je ook personeelsmanager'

Een goed salaris is belangrijk,vindt Ham, die ook veel van zijn werknemers vraagt. ‘Voor lokale begrippen betalen wij relatief hoge lonen. Een melker zit op 47.000 roebel (€645). In principe vind ik dat de lonen twee keer omhoog kunnen en moeten. Maar dat doe je niet omdat de markt zo is.’

pieter ham deel 2 op het bedrijf waar hij leidinggeeftPieter Ham zou liefst de lonen verdubbelen

Met ’s zomers zo’n 280 medewerkers draagt het Russische landbouwbedrijf waar Ham werkt bij aan de werkgelegenheid in de  provincie waar weinig werk te vinden is. Ook heeft het bedrijf de afgebrande school in het nabijgelegen dorp weer laten opbouwen.‘Op die school zitten zo’n veertig kinderen van onze werknemers. Maar voor die hele school met niet meer dan honderd kinderen moet je wel weer voor elk vak een apart leslokaal hebben. Dat is de wetgeving hier. Dus zo’n school kost heel veel geld.' Er komen ook weleens klachten over het bedrijf binnen bij de gemeente weet Ham. Dat zijn dan datsjabezoekers uit Moskou die klagen over de doordringende ammoniaklucht die vooral zomers tijdens het mesten voor overlast kan zorgen.

Fingerspitzengefühl

Net als zijn studiegenoten van de hogere landbouwschool was het voor Ham begin deze eeuw veel realistischer om voor een carrière als melkveehouder in het buitenland te kiezen, omdat de melkprijs in Nederland laag was en het melkquotum melkveehouders beperkte. ‘Die klasgenoten die in Nederland zijn gebleven begonnen na de afschaffing van het melkquotum in 2015 veel te produceren. Maar toen kwam de fosfaatregeling waardoor melkveehouders weer moesten inkrimpen.’

Gevraagd waarom Ham als Nederlander zo gewild is bij het opzetten van melkveebedrijven verwijst hij naar het onbetaalbare ‘Fingerspitzengefühl’. ‘Als je een gewoon mens bent dan kom je als je 25  bent op je werk terecht en dan probeer je wat van de wereld te snappen. Als je op een landbouwbedrijf bent opgegroeid, heb je dan al vijftien jaar ervaring.’ Het melkveehouden is hem als zoon van een Noord-Hollandse melkveehouder met de paplepel ingegoten. ‘Als ik een koe zie, zie ik veel meer dan een koe. Daar moet je mee opgroeien.’

'Mijn werknemers zijn inventief. Van niets maken ze iets. Dat kunnen ze in Amerika niet, hoor!'

Als gevolg van de collectivisatie tijdens de Sovjet-jaren, een krimpend aantal kleine boerenbedrijven en leeglopende dorpen, zijn jongeren met gevoel voor het boerenbedrijf in Rusland niet makkelijk te vinden. Daar kan de Vries over meepraten. Zelf kreeg hij al vroeg affiniteit met het boerenleven door sinds zijn twaalfde in de weekenden bij te verdienen op een boerderij in zijn geboortestreek Drenthe. ‘Mijn grootste probleem met dit bedrijf en de boerderij is om mensen te vinden, die gemotiveerd zijn, kennis hebben en wat willen. Er is veel theoretische kennis, maar weinig kennis van de praktijk.’ Tegelijkertijd raakt De Vries niet uitgepraat over zijn ‘gouden werknemers’. ‘Zij kunnen zoveel en zijn zo inventief, van niets maken zij iets. Dat kunnen ze in Amerika niet hoor!’

dsc05398Leuze van Sovjet-partijleider Brezjnev hangt nog in de schuur

In een schuur van het akkerbouwbedrijf van De Vries sleutelen zijn medewerkers driftig aan de trekkers. Voor de lente moet alles gereed zijn. Aan de muren hangen Sovjet-plakkaten om de arbeider te inspireren. Gevonden door de werknemers in een overeind gebleven Sovjet-schuur op het terrein van De Vries. Eén van de spreuken is afkomstig van Sovjetleider Leonid Brezjnev: ‘Land is een onschatbare volksrijkdom. Wij zijn verplicht het te koesteren, de productiviteit te verhogen en meer opbrengst te genereren voor elke hectare.’ Lange tijd lukte het Rusland niet om het qua graanproductie topjaar van 1978  te evenaren maar in 2017 was de graanopbrengst met 130 miljoen ton eindelijk 2,6 procent hoger dan in de Brezjnev-tijd.

Meer rompslomp, maar ook meer marktwerking

Ham kijkt intussen terug op ruim vijftien jaar ervaring in de Russische landbouw en maakt de balans op. ‘Het is nog steeds aantrekkelijk om naar Rusland te gaan als landbouwer’, concludeert hij maar het is de regelgeving waar je nu tegenaan loopt. ‘Als je aan alle regelgeving wilt voldoen, nou, dat lukt je niet.’ Volgens Ham waren de regels in Rusland vóór 2012 makkelijker te ‘omzeilen’. Boetes voor overtredingen zijn hoger geworden en ambtenaren zijn minder te porren om het onderhands op te lossen. Ook de belastingdienst kan beter controleren omdat alles nu digitaal gaat.

pieter ham deel 2Pieter Ham: 'Tegenwoordig is alles wat je nodig hebt te koop op de Russische markt'

Tegelijkertijd vindt hij het werken in de melkveesector de afgelopen vijftien jaar een stuk makkelijker geworden. ‘Vijftien jaar geleden was er niks, geen spullen te koop en er was geen kennis. Toentertijd had niemand geld, dus je kon geen geld verdienen.  Er was gewoon niks op de markt van vaccinaties tot injectienaalden. Tegenwoordig is alles te koop. Dat is gewoon markteconomie. Bij het eerste bedrijf dat ik heb helpen opzetten in Vladimir, vlogen wij destijds naar Amerika met zes koffers om vaccinaties op te halen voor de koeien.’

'Hier kun je nog boer worden met weinig eigen vermogen'

De Vries die ruim tien jaar gelden na het afronden van de hogere landbouwschool naar Rusland kwam vanwege de uitdaging en de mogelijkheden is over het algemeen positief. Wel benadrukt hij dat het zakendoen beduidend lastiger is geworden. 'Ik verdien hier mijn geld en ik heb het allemaal op weten te bouwen en dat was me ergens anders niet gelukt. Hier kun je nog boer worden met weinig eigen vermogen. Je kunt heel snel hele grote stappen maken. Maar er zijn wel heel veel moeilijkheden. In Nederland kun je je veel meer richten op ondernemen in plaats van op de rompslomp er omheen zoals belastingen, douane, import en overheid. Wat dat betreft is het in Nederland super geregeld. Hier in Rusland heb ik een dame in dienst en het enige waar zij mee bezig is, is importeren. Een bedrijf van mijn omvang zou in Nederlandéén parttime boekhouder hebben.Ik heb er hier drie zitten die allemaal fulltime werken.’

Dat het sinds 2014 moeilijker is geworden merkt De Vries bijvoorbeeld aan de douane. ‘Zodra je iets wilt importeren uit Amerika gaan de lichten op rood.’ Hetzelfde gebeurt overigens bij de Nederlandse banken als er transacties met Rusland plaatsvinden. ‘Die banken zijn doodsbenauwd. Bang dat er via hun bank iets gedaan wordt in Rusland dat niet kan. Ik doe niks wat niet mag. Maar elk jaar krijg ik standaard een telefoontje met controlevragen.’

Hoewel Rusland economisch en politiek gezien gunstigere tijden heeft gekend, ziet de Vries wel mogelijkheden. ‘Er is genoeg potentie. Het is jammer dat zoveel Nederlandse bedrijven kansen laten liggen vanwege de politiek. Je kunt hier namelijk nog heel goed zakendoen. In Nederland denkt men bij Rusland meteen aan sancties, dat is het enige wat mensen weten.’

Verlate boerderijen

Met meer dan 120 miljoen hectare aan bebouwbare grond (pakweg 7,5%van de totale oppervlakte van de Russische Federatie) heeft Rusland nog veel onontgonnen mogelijkheden. Rusland beschikt over miljoenen hectares aan verlaten of ongebruikt akkerland aangezien naar schatting slechts de helft van het totale landbouwareaal gebruikt wordt. Dit is het gevolg van de economisch moeilijke jaren negentig waarin veel boerenbedrijven failliet gingen en van landeigenaren die hun grond niet voor de landbouw gebruiken.

Dat laatste is een erfenis van de privatisering begin jaren negentig waarbij stukken van pakweg tien hectare in de vorm van aandelen over de voormalige medewerkers van de collectieve boerenbedrijven werden verdeeld. Daarbij is niet alle grond in handen van landbouwers gekomen. Tegenwoordig maakt de groeiende concurrentie van invloedrijke agroholdings het voor kleine boeren lastig om hun bedrijf draaiende te houden of om überhaupt zeker te zijn dat hun land ook het volgende jaar nog steeds van hen is (zie interview met melkveehouder uit de Moskou regio).

jeroen keijzer van lely rusJeroen Keijzer: 'Er moet nog zoveel gebeuren.'

Reizend met de trein door de Russische regio’s is het een terugkerend beeld: lege koeienstallen en verlaten boerderijen die in theorie zomaar weer in gebruik zouden kunnen worden genomen. De overheid probeert beter toe te zien dat bebouwbare grond voor de landbouw wordt gebruikt. Maar volgens Keijzer staat Rusland nog helemaal aan het begin. ‘Rusland heeft nog lang niet genoeg van alles. Tegen de tijd dat er genoeg melk is, kun je beginnen met allerlei bijzondere levensmiddelen. Wat we in Nederland nu een beetje krijgen met het merk ‘Mijn melk’ waarbij je als consument aan de verpakking kunt zien van welke koe de melk komt, dat komt hier ook. Er moet nog zoveel gebeuren. Als de ene regio een in beeld begint te komen, dan ligt daarachter weer een gebied ter grootte van Nederland.’

'Als de ene regio een beetje moderniseert, ligt daarachter weer een onontgonnen gebied zo groot als Nederland'

Overigens is de in 2009 opgerichte winkelketen LavkaLavka al bijna tien jaar bezig om de afstand tussen consument en producent kleiner te maken en zo ook de kleine boer een afzetmarkt te geven. Behalve lof oogst het keten ook kritiek. Een aantal boerenbedrijven klaagt over achterstallige betalingen, zo schreef Dairy News begin dit jaar. De producten zijn alles behalve goedkoop: 2,75 euro voor 100 gram spinazie. Maar dan heb je ook wat: in de hippe, sfeervolle winkeltjes kunnen Moskovieten op de etiketten lezen door welke boer of boerin en in welke regio de melk of groente gemaakt is. ‘Wil je weten waar deze spinazie vandaan komt? Die is gemaakt door een vriendin van mij, ik rijd je er zo naartoe’, zegt de jongen achter de kassa bij het afrekenen in hartje Moskou.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.