Russische propagandafilm bindt strijd aan met gevluchte oppositie

Net als in de Sovjettijd worden er in Rusland documentaires gemaakt over tegenstanders van het regime, de ‘vijanden van het volk’. De onlangs verschenen film ‘Buitenlandse agenten’ van Arkadi Mamontov heeft alle elementen van Sovjet-propaganda in zich. Het enige waar het aan ontbreekt is een positief alternatief, concludeert cultuurcriticus Andrej Archangelski.

De film begint met beelden van het eerste Congres van Buitenlandse Agenten in Berlijn, dat plaatsvond op 3 februari 2024 (Foto: Congres van Buitenlandse Agenten)

Door Andrej Archangelski

De documentaire ‘Buitenlandse agenten’ van regisseur Arkadi Mamontov, over Russische emigranten die Rusland na 2022 verlaten hebben en nu in Europa wonen, is onlangs uitgezonden op de Russische staatszender Rossija. De film verkondigt dus het officiële standpunt van de regering.

Sinds het uitbreken van anti-regeringsprotesten in 2012 verschijnen dergelijke films op de Russische televisie. Het genre wordt als ‘onderzoeksjournalistiek’ gepresenteerd, maar wekt zelfs niet de schijn van objectiviteit. Met onderzoek of reportages heeft het weinig van doen: het voornaamste doel is beschuldigingen. Dit genre kennen we uit de Stalintijd. Het laat zien hoe het volk wordt geacht te denken en hoe het zich dient te verhouden tot politieke tegenstanders. Soms luiden dit soort films een nieuwe golf van repressie in.

Arkadi Mamontov, regisseur en verteller in de propagandafilm ‘Inoagenty’ (Buitenlandse agenten). Beeld: VK.

Drie soorten propaganda

De Sovjettraditie kent drie soorten propagandafilms. In de jaren '60 waren er films over de stiljagi, (mensen die de westerse levensstijl imiteerden) en ook over de fartsovsjtsjiki (mensen die illegaal spullen uit het buitenland doorverkochten). In die films werd beweerd dat deze mensen ‘vervreemd waren van hun vaderland’, maar dat ze nog wel ‘gecorrigeerd’ konden worden.

Het tweede type propagandafilms ging onder andere over religieuze dissidenten die een gevaar vormden voor de Sovjet-maatschappij. Dan had je nog het derde type propagandafilms dat over de vijanden van het volk ging. Dit waren de politieke dissidenten, principiële tegenstanders van het Sovjetregime. Zij konden niet meer ‘gecorrigeerd’ worden, alleen nog maar vernietigd. Zulke films werden uitgebracht in de jaren '30.

De film van Mamontov heeft in één klap alle varianten van Sovjet-propaganda in zich. Aan de ene kant zijn de dissidenten de uitzondering die tegenover de meerderheid van ‘de gewone Russen’ wordt geplaatst. Aan de andere kant bestaat de oppositie volgens de makers van de film uit cynici die uit berekening ‘hun vaderland verkopen’.

Haat tegen het vaderland

De hoofdpersonen van de film zijn bekende Russische oppositieleden: de politici Michail Chodorkovski en Leonid Gozman, activiste Jevgenia Tsjirikova, advocaat Mark Feigin, blogger Maxim Kats en politicoloog Jekaterina Sjoelman. De opnamelocaties zijn Berlijn, Amsterdam en Praag.

Tot slot suggereert de film dat oppositieleden de ondergang van Rusland wensen simpelweg omdat zij ‘alles wat Russisch is haten’. Ik wens as voor mijn huis is de titel van het boek van journaliste en feministe Darija Serenko. De Russische acteur Artur Smoljaninov zegt op een congres van ‘buitenlandse agenten’ in Berlijn dat het hem ‘niet kan schelen wat er met Rusland gebeurt’ en dat hij gaat vechten namens Oekraïne.

'Waarom haten deze mensen hun vaderland?' is de retorische vraag die centraal staat in de film. Er wordt namelijk geen enkele keer verwezen naar de belangrijkste oorzaak van die haat: de agressie tegen Oekraïne die het Poetin-regime heeft ontketend en die meerdere generaties Russen tot schande en schaamte heeft veroordeeld.

Rebelse Russische intellectuelen

Aan het begin van de film citeert Mamontov de schrijver Dostojevski. Hij zou de verschijning van buitenlandse agenten hebben voorspeld in zijn roman De gebroeders Karamazov. Maar iedere Russische scholier weet dat Dostoevski in zijn jeugd lid werd van het geheime genootschap van Petrasjevski (de ‘Petrasjevski-kring’) die in Rusland een staatsgreep wilde plegen.

In april 1849 werd Dostoevski gearresteerd en veroordeeld tot de doodstraf. Pas op het laatste moment werd de executie door de tsaar omgezet in verbanning. Dostojevski was in zijn tijd dus net zo goed een buitenlandse agent. Hetzelfde geldt voor de belangrijkste Russische dichter Aleksandr Poesjkin die door de tsaar werd verbannen, en voor Lev Tolstoj die door de kerk werd geëxcommuniceerd.

Bijna alle beroemde Russische schrijvers bekritiseerden het regime en ‘hielden niet van hun vaderland', terwijl datzelfde vaderland nu vol staat met hun standbeelden. Zo gaat het meestal in Rusland.

‘In 150 jaar is er niets veranderd,' zegt Mamonov: nog steeds willen dezelfde vijanden Rusland van binnenuit ‘ruïneren’. Op dit punt kunnen we hem gelijk geven: er is inderdaad niets veranderd. Rusland probeert vandaag de dag met een manische passie de vrijheid van mensen in Oekraïne te vernietigen, net als in Polen of Hongarije in de 19e eeuw, of in Tsjecho-Slowakije in de 20e eeuw.

Standbeeld van schrijver Fjodor Dostojevski voor de Russische Staatsbibliotheek in Moskou, waarmee de film begint. Foto: Wikipedia.

Undercoveroperaties

Het Kremlin steekt veel energie in het ontmaskeren van dissidenten. Ook dit is een Sovjettraditie. Van tijd tot tijd provoceert het regime bijvoorbeeld schrijvers die zijn vertrokken. Zogenaamde grappenmakers belden de schrijvers Boris Akoenin, Dmitri Bykov en Ljoedmila Oelitskaja en deden zich voor als Oekraïense ambtenaren. Nadat ze de Russische invasie bekritiseerden en hun steun voor Oekraïne uitspraken werden ze terroristen en buitenlandse agenten genoemd.

Het interessantste aan deze film zijn de details van de opnames. De filmploeg reisde in februari naar Berlijn voor het Congres van Buitenlandse Agenten (het evenement was open voor het publiek). Volgens getuigen was de filmploeg vermomd als Bosnische of Servische journalisten.

De undercoverjournalisten brengen ook een bezoek aan TV Dozjd in Amsterdam. Beeld: Screenshot Inoagenty.

De filmploeg bezocht ook, vermomd als onafhankelijke correspondenten, de studio van TV zender Dozjd in Amsterdam. De documentaire beelden van de studio en interviews met de presentatoren Eduard Boermistrov en Anna Mongait. Daarnaast gaat de film ook uitgebreid in op de financiering van het tv-kanaal door Europese fondsen. De Dozjd-journalisten krijgen vragen van een man die Russisch spreekt met een accent.

In Berlijn filmden ze op een bijeenkomst met politicologe Jekaterina Sjoelman en op andere conferenties. In Praag filmden ze het kantoor van Radio Liberty, maar daar had de redactie meteen door met wie ze te maken hadden. De filmploeg werd niet binnen gelaten.

Jekaterina Sjoelman op een congres van de Russische oppositie in de EU, waar undercoverjournalisten wisten binnen te dringen. Beeld: Screenshot Inoagenty.

Het gezicht van de proxy-correspondent blijft buiten beeld. Het feit dat hij alle personages financiële vragen stelde over onroerend goed in het buitenland (van Leonid Gozman, die het niet onder stoelen of banken steekt, of over de financieringsbronnen van tv-zender Dozjd) doet vermoeden dat hij handelde volgens een vooropgezet plan.

Sinds 2014 vonden de meeste evenementen van de oppositie plaats in het buitenland zoals in Vilnius, Tallinn, Berlijn en Praag. Voor de grootschalige Russische invasie reisden officiële tv-ploegen van de Russische staatstelevisie naar deze landen: ze braken in op conferenties en stelden de deelnemers vragen als ‘voor hoeveel heb je je vaderland verkocht?’. Vervolgens zonden de staatszenders ontmaskerende films uit.

Tegenwoordig worden de filmploegen van de Russische staatstelevisiezenders niet meer in Europa toegelaten, dus gebruikt de propaganda ‘journalisten’ uit andere landen. Bovendien bevat de film geen verborgen camerabeelden (een teken dat de propagandisten materiaal kregen van de Russische inlichtingendiensten). Maar de film toont privécorrespondenties en geheime commerciële informatie. Het is mogelijk dat er zogenaamde ‘blindgangers’ zijn ingezet: mensen die het uiteindelijke doel van hun opdrachtgevers niet kenden.

Wat is het doel?

Dit soort documentaires hebben altijd een praktisch doel. Enerzijds zou het tot een verharding van de repressie van de oppositie kunnen leiden. Propagandist Margarita Simonjan heeft bijvoorbeeld onlangs opgeroepen om de doodstraf weer in te voeren in Rusland. Anderzijds is de staat toch al bezig om de wetgeving te verscherpen: daarvoor heeft het geen extra argumenten nodig.

Al sinds de tsarentijd beschouwt de Russische staat alle Russen als zijn eigendom. Aan de ene kant zegt de staat dat oppositieleden ‘niemand van nut zijn’, maar aan de andere kant houdt hij ze nauwlettend in de gaten. Hier kun je  psychoanalyse op loslaten: je zou het kunnen vergelijken met de jaloezie van een ex-echtgenoot na een scheiding. De staat wil weten wat zijn voormalige echtgenoten doen, met wie ze samenwonen en waar ze werken.

Bezoekster van een bijeenkomst van de Russische oppositie legt aan de undercoverjournalist uit waarom ze Rusland heeft verlaten. Beeld: Screenshot Inoagenty.

Na het uitbreken van de oorlog in 2022 liet het Poetin-regime oppositieleden zonder problemen naar het buitenland gaan. Op dat moment leek het erop dat niemand hen nodig had en dat ze snel vergeten zouden worden. Maar twee jaar later moet het Poetin-regime erkennen dat diegenen die zijn vertrokken nog steeds een politieke kracht zijn en (beperkte) invloed hebben op burgers in Rusland. Zolang YouTube niet is verboden en het internet niet wordt afgesloten, blijft die invloed mogelijk.

De repressieve Russische wet op buitenlandse agenten moest het leven van oppositieleden moeilijker maken (ze moeten hun inkomsten opgeven, hun optredens labelen, etc.). Soortgelijke wetten worden onder druk van het Kremlin ook aangenomen in andere post-Sovjetlanden als Kyrgyzstan en Georgië, waar de samenleving zich er tot nu toe tegen heeft verzet.

Geen positief alternatief

De titel van Mamontovs documentaire ‘Buitenlandse agenten’ is een analogie van de stalinistische term ‘vijanden van het volk’ uit de jaren dertig van de Sovjet-Unie. Ondanks dit repressieve label bleven de meeste oppositieleden tot 2022 in Rusland werken en sommigen, zoals Leonid Gozman, keerden zelfs terug na het begin van de Russische invasie.

De film is open over het feit dat het vooral veel jongeren zijn die Rusland hebben verlaten. Wat niet aan bod komt, zijn de werkelijke aantallen Russen die na 2022 om politieke redenen zijn vertrokken. Volgens sommige bronnen gaat het om zo’n 500.000 mensen. 

Uiteindelijk verliet de oppositie Rusland bijna volledig. Daarmee is Mamontovs film vandaag de dag een vaststelling van een al bekend feit. Buitenlandse agenten doen hun naam eer aan: ze leven en werken nu in het buitenland en steken dat niet onder stoelen of banken. Wat is daar zo bijzonder aan?

Waar het deze film aan ontbreekt is een positief alternatief, iets wat propagandafilms uit de Sovjettijd wél boden. Waar zijn de gelukkige makers, de vrije kunstenaars in het Rusland van nu? Waar zijn de politici zonder blad voor de mond? Anno 2024 komen Russische propagandisten niet eens meer op het idee om te beweren dat er ook maar iets van de vrijheid van meningsuiting over is in Rusland. Hun argument is, in navolging van de Russische propaganda in het algemeen, gebaseerd op een negatieve ethiek: vrijheid van meningsuiting bestaat nergens ter wereld, en dus ook niet in Rusland.

Nog iets vreemds aan deze film: de auteurs blijven doen alsof er sinds 2022 niets is veranderd; alsof Rusland Oekraïne niet twee jaar op rij heeft gebombardeerd en alsof er geen honderdduizenden doden zijn gevallen. Terwijl in feite alles veranderd is. Mensen met oppositionele standpunten wonen nu in het buitenland omdat het in hun thuisland te gevaarlijk is. Pas als Rusland besluit een andere weg in te slaan, kunnen zij naar huis.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.