Om herkozen te worden maakt Doema wetten die muilkorven en uitsluiten

In september dit jaar zijn er verkiezingen voor het federale parlement van Rusland, de Staatsdoema. Vanaf eind 2020 is de  Doema druk doende om met draconische wetten haar huidige samenstelling te prolongeren en mogelijke oppositie in en buiten het parlement uit te sluiten. Een opsomming van de maatregelen laat zien hoe ver dit gaat.

navalny pleeborstel homeProtest tegen Poetin met pleeborstel als symbool. De aanleiding was een videoproductie van Navalny over 'Poetins paleis' met gouden toiletten en toiletborstels.(foto van twitter)

De regeringspartij  Verenigd Rusland bezet nu bijna 80 procent van de 450 zetels en op de stemmen van de overige afgevaardigden kan de regering vrijwel probleemloos rekenen. Maar men beseft dat de regeringspartij impopulair is en Navalny's aanhangers kandidaten naar voren kunnen schuiven, die dan in een volgende Doema kans maken plaatsen in te nemen en onrust te zaaien. Dat probeert men koste wat kost te verhinderen.

Buitenlandse agenten

In december 2020 introduceerde de Doema een aanscherping van de wet op buitenlandse agenten. De Doema verruimde de categorie mensen op wie de wet van toepassing is. Eerst kwamen alleen organisaties die geld uit het buitenland ontvangen in aanmerking voor het etiket ‘buitenlands agent’, een benaming die de associatie oproept met spion en verrader. Zij moeten in elke communicatie kenbaar maken dat zij ‘buitenlands agent’ zijn.  Ook dienen ze veelvuldig en gedetailleerd te rapporteren over hun inkomsten en activiteiten en krijgen hoge boetes opgelegd als ze volgens de overheid nalatig zijn of fouten maken. Eind 2020 stonden 75 ngo’s op de lijst van het ministerie van Justitie. Nieuweling was onder meer de organisatie tegen huiselijk geweld Nasiliu.net (‘Nee tegen geweld’).

In 2019 werd de wet aangepast om ook personen als zodanig te kunnen aanwijzen en afgelopen december werd het net wijder uitgegooid. Elke burger die steun krijgt uit het buitenland voor ‘politieke activiteiten’  kan nu als buitenlands agent worden aangemerkt. Daarbij zijn 'steun', 'buitenland' en 'politieke activiteiten' rekbare begrippen. Steun kan geld zijn, maar ook organisatorische hulp, training, advies of drukwerk. Onder ‘buitenland’ vallen ook Russische burgers en organisaties die ‘in het belang van een buitenlandse bron’ werken. En als politieke activiteiten kan van alles gelden dat zich in de openbare ruimte afspeelt.

Een persoon die als ‘buitenlands agent’ is aangewezen, wordt uitgesloten van een functie in het federale, regionale of lokale bestuur. Als hij al verkozen wordt. Want in de verkiezingscampagne moet in de media en op al het drukwerk, evenals op kandidatenlijsten en stembiljetten duidelijk zijn aangegeven dat iemand ‘buitenlands agent’ is. De maatregel strekt zich nog verder uit: iedereen die ‘een band heeft’ met een ‘buitenlands agent’ en zich verkiesbaar stelt dient dat eveneens te vermelden. ‘Ze moeten laten zien wie ze echt zijn’, aldus één van de indieners, senator Andrej Klimov. Sinds december zijn er 5 burgers als buitenlands agenten geregistreerd, onder anderen de bijna 80-jarige mensenrechtenactivist Lev Ponomarjov.

ponomarjov lev foto

Lev Ponomarjov en het logo van zijn inmiddels opgeheven Beweging voor de rechten van de mens

Bij de behandeling van het wetsvoorstel sloten de indieners het niet uit dat de wetten nog aangescherpt moesten worden vóór de verkiezingen, hetgeen prompt deze maand gebeurde.  

Mediavrijheid

Ook journalisten kunnen tot ‘buitenlands agent’ worden bestempeld. Een van hen is Denis Kamaljagin, hoofdredacteur van een regionale krant in Pskov. Hij maakte geldbedragen over aan de gouverneur van de provincie, de burgemeester van de stad Pskov en een parlementslid die de regio vertegenwoordigt in de Staatsdoema. De wet vereist, aldus de journalist, dat ‘deze kameraden 15 procent van hun campagnemateriaal voor de verkiezingen moeten gebruiken om te laten zien dat ze geassocieerd zijn met buitenlandse agenten’. Nadat hij zijn stunt bekendgemaakt had, retourneerden de drie functionarissen het geld meteen aan de afzender.   

In april besloot de Russische regering om de kritische nieuwssite Meduza en het nieuwsagentschap Pasmi tot buitenlands agent te bestempelen. Meduza, dat z’n hoofdkantoor heeft gevestigd in Riga om zich tegen politieke pressie te beschermen, is niet verboden, maar zal moeite hebben te overleven, omdat adverteerders zich terugtrekken. Zij willen niet geassocieerd worden met een ‘buitenlands agent’.  Pasmi bericht over corruptie.

 

meduza inoagentMeduza is verplicht om bij elk bericht een tekst in hoofdletters te plaatsen waarin het zich kenbaar maakt als 'buitenlands agent'

Tegen Radio Svoboda/Radio Free Europe, dat al sinds 2017 op de lijst staat, worden momenteel harde maatregelen genomen. De toezichtsinstantie op de media, Roskomnadzor, heeft honderden klachten tegen het nieuwsmedium ingediend waaraan hoge boetes zijn verbonden, inmiddels opgelopen tot een miljoen dollar.  Verbod van de website en strafzaken als volgende stap worden niet uitgesloten. De nieuwsorganisatie is bezig stafleden uit Rusland over te plaatsen naar Praag en Kiëv. Men hoopt nog een kleine staf in Moskou te kunnen houden. Radio Svoboda/Radio Free Europa, gefinancierd door het Amerikaanse Congres, was in de Sovjet-tijd een verboden zender en werd gestoord. Na de val van het communisme kon de nieuwsorganisatie in Rusland vrij gaan werken. Die periode heeft dertig jaar geduurd en lijkt nu ten einde.  

Arrestatie en vervolging van journalisten is ook geen uitzondering meer. Vier studenten, die het blad Doxa maken, staan onder huisarrest en worden vervolgd omdat ze met hun berichtgeving over protestdemonstraties tegen Navalny’s arrestatie minderjarigen in gevaar zouden hebben gebracht. Onderzoeksjournalist Roman Anin kreeg huiszoeking en moet opnieuw, nu als getuige, voor de rechter komen voor een oude zaak die al gesloten was. Hij zou zijn professionele positie hebben misbruikt en de privacy van de ex-vrouw van Rosneft-baas Igor Setsjin hebben geschonden.  

Maatregelen tegen straatprotest

Eenmansprotesten zijn de afgelopen jaren populair geworden omdat aanvragen voor massa-demonstraties vaak werden afgewezen. Een individu hoefde geen toestemming te vragen om ergens met een bord te staan en zo werden de repressieve maatregelen toch omzeild. Een nieuw wetsvoorstel maakt aan deze uitzondering een einde. Ook voor eenmansacties moet men voortaan toestemming vragen. De autoriteiten kunnen de actie op het laatste moment nog tegenhouden wanneer er sprake is van een ‘noodsitatie of terreurdreiging’.

Wet tegen anti-Russische educatie

Op 5 april tekende president Poetin een wet waardoor ‘onderwijsactiviteiten’ onder staatscontrole vallen. De wet is bedoeld om ‘negatieve buitenlandse bemoeienis met het onderwijs’ tegen te gaan. Tegen de wet klonk fel protest uit de Russische academische wereld.

De wet verruimt de definitie van educatie en verplicht academici om toestemming te vragen voor internationale samenwerking. Het gaat om ‘informele’ verspreiding van kennis en ervaring, buiten school, universiteit of instituut.  Kritici wijzen er op dat zowat alles hieronder kan vallen, populair-wetenschappelijke programma’s, maar ook videofilms en artikelen op internet.

popov petitie wet op educatie 1
Sterrenkundige Sergej Popov startte petitie tegen de educatiewet

Hoe de wet in de praktijk zal worden uitgevoerd, is nog niet duidelijk. Waarnemers schetsen verschillende scenario’s: de overheid kijkt of de activiteiten in overeenstemming zijn met de wet; de overheid geeft vergunning voor onderwijsactiviteiten; voor de inhoud van elke vorm van educatie moet de overheid expliciet toestemming verlenen.

Volgens een onderzoeker aan de Moskouse Staatsuniversiteit, sterrenkundige Sergej Popov, zal het onder de nieuwe wet ook lastig worden om een buitenlandse gastdocent uit te nodigen. Zijn petitie tegen de wet werd door 248.000 mensen getekend.

Ongewenste buitenlandse organisaties

Op 4 mei dienden Doemaleden van de commissie onderzoek naar buitenlandse bemoeienis twee verscherpingen van de bestaande wet in. De eerste verbiedt Russische burgers en rechtspersonen om ‘deel te nemen in het werk van ongewenste organisaties’ in de hele wereld – en niet alleen in Rusland, zoals de wet tot nu toe stipuleerde. Samenwerking met ‘ongewenste organisaties’  wordt ook tot een strafbaar feit gemaakt. Dat kan bijvoorbeeld samenwerking met een bank in het buitenland zijn die geldzaken afhandelt voor een ‘ongewenste organisatie’.

De procureur-generaal kan sinds 2015 zonder tussenkomst van de rechter een buitenlandse organisatie ongewenst verklaren. De huidige lijst telt 29 organisaties, voor het merendeel Amerikaanse denktanks en fondsen. In Rusland verboden zijn onder andere de Open Society Foundation van George Soros, Open Russia van Michaïl Chodorkovski en de European Endownment for Democracy. 

Het tweede voorstel verhoogt de straffen voor mensen die betrokken zijn bij het werk van ‘ongewenste organisaties’ in Rusland. Al bij de eerste overtreding kunnen mensen in plaats van een boete gevangenisstraf van 1 tot 4 jaar krijgen, leidinggevenden zelfs tot 6 jaar. Het Opperste Gerechtshof formuleerde bezwaren tegen het wetsvoorstel, omdat het niet duidelijk is wie verstaan wordt onder ‘betrokkenen’. Maar de regering reageerde positief.  

Afnemen van passief kiesrecht

Op 5 mei is een wetsvoorstel ingediend, dat de doodsklap moet zijn voor de beweging van Navalny, die naar verwachting nog deze maand wordt verboden als een extremistische organisatie.  Het voorstel ontneemt het recht zich kandidaat te stellen voor de Staatsdoema aan mensen die ‘betrokken zijn bij activiteiten’ van extremistische of terroristische organisaties. De Doemaleden willen dat het verbod zich uitstrekt tot mensen die geld hebben gedoneerd aan zulke organisaties of organisatorisch, met advies of op een andere manier hebben geholpen.

navalny 23 jan demo petersburgPetersburgers demonstreren tegen de arrestatie van Navalny, januari 2021

Bovendien krijgt de wet, indien aangenomen, terugwerkende kracht. Dit is tegen het rechtsstatelijk beginsel dat mensen niet gestraft mogen worden voor een handeling die nog niet verboden was op het ogenblik dat die plaatsvond. Maar dit wetsvoorstel houdt daar geen rekening mee. Iedereen die een organisatie steunde of ervoor werkte een jaar voordat deze als extremistisch aangemerkt werd,  kan zijn passief kiesrecht verliezen. Voor mensen met een leidinggevende positie geldt zelfs een termijn van drie jaar voordat ze konden weten dat de organisatie zou worden verboden. Het verlies van passief kiesrecht duurt vijf jaar voor leidinggevenden van een extremistische organisatie en drie jaar voor gewone medewerkers, activisten en sympathisanten.

Extremistische of terroristische organisaties in Rusland

Jehova Getuigen (sinds 2017)
Islamitische Staat (sinds 2015)
Rechtse Sector (sinds 2014)
Oekraïens Opstandelingenleger (sinds 2014)
Nationaal Socialistische Vereniging sinds 2010)
Nationaal Bolsjewistische Partij (sinds 2007)
Al Qaeda (sinds 2003)

Volgens campagneleider van Navalny’s beweging FBK (Anticorruptiefonds), Leonid Volkov, zou de wet op 200.000 donateurs van FBK van toepassing kunnen zijn. Het wetsvoorstel heeft in deze eerste lezing alleen betrekking op het federale parlement.

In verband met de campagne die eind juni start, hebben de indieners haast en willen de wet zo snel mogelijk door het parlement jagen en van kracht laten worden.

Bronnen: Human Rights Watch, Meduza, The Insider, Radio Free Europe

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.