Russen willen een overheid die luistert en niet dicteert

In 2014, toen de oorlog met Oekraïne uitbrak, was het al patriottisme wat de klok sloeg in Rusland. Van die sfeer is weinig meer te bespeuren, zei politicologe Jekaterina Schulmann tijdens een lezingencyclus in het Jeltsin Centrum in Jekaterinburg. De kloof tussen de machthebbers en de maatschappij groeit snel. De belangstelling voor de ‘sterke staat’ ebt weg, mensen willen vrijheid van meningsuiting en ontspanning met het Westen. Hier een samenvatting van haar lezing, die verscheen op de site Znak.

schulmann 7Protesteren wordt ondanks de repressie steeds normaler in Rusland: 'Wij willen veranderingen'.

door Jekaterina Schulmann

Kijkend naar Rusland zie je de afgelopen kwart eeuw een opmerkelijke ontwikkeling. Na de val van het communisme waren wij een extreem geatomiseerde maatschappij. Inmiddels schuiven we langzamerhand steeds verder op in de richting van ‘traditionele waarden’ als  samenwerken en samenleven. Lang vormden Russen een seculiere samenleving, die werd geregeerd door wederzijds wantrouwen. Nu bewegen we ons heel geleidelijk aan van pure overleving in de richting van zelfexpressie.

Sociologen plegen te zeggen dat Russen slechts hun naaste kennissen vertrouwen. Het vertrouwen in maatschappelijke instituties is laag en de buitenwereld wordt als vijandig ervaren. Maar dat is aan het veranderen. Mensen breiden hun kennissenkring gestaag uit en doen nieuwe kennissen op via sociale media, internet, chat-groepen. Die nieuwe vrienden  vormen een voorbeeld en een bron van informatie. Tegelijkertijd blijft het vertrouwen in de staatsinstellingen dalen.  

Net als China zijn wij de fraaie erfgenamen van totalitaire politieke modellen, waarin de praktijk totaal tegengesteld is aan de verkondigde doelstellingen. Onder mooie praatjes over collectivisme kweekte men een eenzame, wantrouwende mens met afgestorven sociale gewoontes. Gelukkig zijn wij die sociale gewoontes de afgelopen 25 jaar stap voor stap weer aan het aanleren. En dat is niet de verdienste van de staat, politieke partijen of de regering, maar uitsluitend het gevolg van relaties tussen mensen. Ondanks de toenemende druk van de overheid leren mensen samen te werken. Ze richten niet-commerciële organisaties op, die de staat vervolgens vergeefs probeert weg te pesten. Mensen oefenen zich in vrijwillige samenwerking met een divers publiek. Terugkijkend kunnen we ons bijna niet meer  voorstellen hoezeer de sovjet-mens onder dwang van die normale menselijke behoeftes is beroofd.

Politieke prioriteiten

Het rampzalige jaar 2014 (het begin van de oorlog met Oekraïne – red.) heeft op ons een ander effect gehad dan we denken. Zeker waren er de gebruikelijke oppervlakkige tekenen van ‘het sluiten der rijen onder het vaandel’: de populariteitscijfers van de machthebbers en het vertrouwen in de overheid groeiden en er was een zekere opwinding in de samenleving. Mensen voelden aanvankelijk een nationale opleving, trots, maar die gevoelens maakten al snel plaats voor angst, paniek en de verwachting van een kernoorlog. Al in diezelfde herfst werden ze overrompeld door de economische gevolgen van dat hele pompeuze gedoe en toen sloegen de emoties om. Nu wordt duidelijk dat het effect van die consolidatie snel was uitgewerkt. De verhoging van de pensioenleeftijd heeft tenslotte de beslissende doodklap uitgedeeld.  

Het is van belang vast te stellen dat de emotionele opwinding van 2014 een aantal ontwikkelingen heeft versneld die al gaande waren. Dat mensen zich gingen opwinden over politiek doorbrak het overheidsbeleid van depolitisering dat uitdroeg dat ‘politiek een smerige zaak is, waar je je niet in moet mengen, ga liever iets anders doen’. Als alternatief bood de staat de tv-propaganda: ‘Kijk maar tv, daar zullen we jullie spectaculaire dingen laten zien.’ Maar halverwege 2016 waren de mensen daar klaar mee.

 screen shot 02 05 19 at 01.56 pm

In oktober 2018 publiceerde het Instituut voor Sociologie van de Academie van Wetenschappen een onderzoek (van Belanovski, Dmitrijev en Nikolskaja) naar de vraag op welke waarden mensen hun toekomst willen bouwen. Let op de dynamiek: de vraag naar sociale rechtvaardigheid groeit, in vier jaar tijd is de roep om mensenrechten, democratie en vrijheid van meningsuiting met 10% gestegen. Dat is veel. Het traditionalisme verliest net zo hard terrein als de roep om democratie aan terrein wint. Stabiel gebleven is het idee dat de overheid orde moet scheppen. En de behoefte aan openheid tegenover de buitenwereld is licht gestegen, terwijl ook libertaire idealen iets populairder zijn geworden.

Volgens het onderzoek is er in Rusland een ‘loyalistische’ kern van ongeveer 35%, die staat voor nationalisme en het belang van Ruslands status van grote mogendheid. Maar er is ook behoefte aan een ‘linkse’ partij voor sociale rechtvaardigheid en 27% van de ondervraagden spreekt zich uit voor een libertaire partij, die traditionele waarden koppelt aan internationale samenwerking.

Ons politiek bestel kent wel een partij van grotemogendheidsdenkers en voorstanders van een sterke overheid, maar een partij voor sociale rechtvaardigheid is er niet. Hoewel het electoraat erom schreeuwt, kan de Communistische Partij die rol niet vervullen. Een liberale partij is in geen velden of wegen te bekennen, evenmin als een partij voor Europese integratie, een begrip dat in Rusland immers zo ongeveer gelijkstaat aan landverraad. Nationalisten en libertairen zijn niet vertegenwoordigd en er is zelfs geen partij die zich identificeert met de Russisch-orthodoxe kerk. De vraag is er, maar het aanbod blijft uit.

Als de vraag geen aanbod creëert, betekent dat dat die vraag kunstmatig wordt onderdrukt. Administratieve controle en repressie zijn nodig om de politieke ruimte te conserveren in deze tegennatuurlijke gedaante.

De roep om verandering

Wat vinden mensen belangrijk? Onderwijs en gezondheidszorg. Er is groeiende zorg over een daling van het levenspeil. Hoe men ook sjoemelt met de statistieken, de economische groei blijft schommelen rond de nullijn, de salarissen en inkomsten stijgen niet. De angst voor een uitbreiding van de NAVO naar het Oosten neemt af, hoewel daar in 2014 maar liefst 41% van de respondenten bang voor was.

Er is nog iets: de roep om verandering groeit. Hier heeft het geweld van de staatspropaganda zich een beetje in de voet geschoten. Men vertelde ons op de tv dat wij ‘onze man Trump’ als Amerikaanse president in het zadel hadden geholpen, dat we IS een paar keer hadden verslagen, dat we Palmyra hebben bevrijd en heropgebouwd. Dat was allemaal prachtig. Dus dachten de mensen: nu dat allemaal bereikt is zal de overheid zich eindelijk naar ons keren en op het thuisfront net zo effectief gaan opereren als aan al die buitenlandse fronten. Toen dat niet gebeurde en mensen ook nog hun pensioen werd afgepakt leidde dat tot frustratie. Het gevolg: mensen willen geen cosmetica meer maar radicalere en wezenlijkere veranderingen.  In 2017 oversteeg het aantal mensen dat verandering wil voor het eerst het aantal aanhangers van stabiliteit en die groei zet door. Wat stellen mensen zich bij die veranderingen voor? Volgens de Moskouse Hogere Economische School wil 58% van de respondenten dat wij ons economisch ontwikkelen. Buitenlandse politiek, die altijd de basis vormde voor steun voor de huidige machthebbers wordt in toenemende mate beschouwd als een last, als een kostenpost en als de oorzaak van ons lage levenspeil.

screen shot 02 05 19 at 05.19 pm

Uit een hele serie opinieonderzoeken blijkt dat een opening naar de buitenwereld met nationale euforie zal worden ontvangen. Een voorbeeld daarvan zagen we afgelopen zomer tijdens het Wereldkampioenschap Voetballen. Na de zomer kropen alle indicatoren voor een betere relatie met Europa, de VS en zelfs met Oekraïne omhoog. Mensen raakten positiever gestemd over buitenlanders. De staat liet de teugels vieren en de mensen kregen een beetje de kans zichzelf te zijn. Ze voelden zelfs iets van euforie, van een terugkeer naar een veel natuurlijker openheid tegenover de buitenwereld. En stappen in die richting in de buitenlandse politiek zullen met gejuich worden ontvangen.

In het krijt bij de mensen

De afgelopen 25 jaar verweet men de staat dat ze niet sterk genoeg was en geen orde schiep in de chaos. Maar dat verandert nu in de roep om een rechtvaardiger overheid, die de mensen met respect behandelt. De staat moet armen beschermen en opkomen voor mensen in nood. Dat is opmerkelijk: de opvatting leeft breed dat het politieke bewustzijn van de Rus wordt gevormd door verering van de sterke arm. Als dat aan het veranderen is, is er iets bijzonders aan de hand.

Het paternalisme is van gedaante aan het veranderen. Van de staat wordt nu verwacht dat zij zorgt voor rechtvaardige salarissen, een kwalitatieve gezondheidszorg en materiële ondersteuning van de burgers. Interessant genoeg beschouwen mensen onderwijs als hun eigen verantwoordelijkheid. Het ergert mensen als de kerk of de staatsideologie zich inmengt in het onderwijs. Overheidsfunctionarissen kunnen fantaseren dat de Russische Federatie binnenkort zal worden bevolkt door praktizerende orthodoxe gelovigen, maar dat beeld klopt niet en de inmenging van de kerk in het onderwijs roept bij de burgers juist grote irritatie op.

Protesterende jongeren

Er bestaat geen waardenconflict tussen de huidige twintigers en veertigers. Kinderen willen geen conflicten met hun ouders. Het zijn eerder de zestigers, die de top van de bureaucratische piramide bevolken, die ruzie hebben met hun kinderen van veertig. Als we dus spreken over jeugdprotest, dan hebben we het niet over opstand tegen de ouders.

screen shot 02 05 19 at 06.09 pm

Hoe jonger de groep, des te lager het vertrouwen in de televisie. Jongeren kijken er niet meer naar. Ook vroeger keken mensen trouwens niet omdat ze de tv vertrouwden, maar omdat dat  de spreekbuis van het Kremlin was en omdat ze afhankelijk zijn van de overheid willen ze snappen wat er daar wordt gedacht. Het is vaak moeilijk uit te leggen aan buitenlandse onderzoekers dat mensen veel tv kijken, terwijl tegelijkertijd het vertrouwen in de staatskanalen laag is. Daarnaast veroudert het tv-publiek snel. De gemiddelde kijker is nu boven de 55, 60 jaar.

Jonge mensen zijn gelukkiger dan hun leeftijdsgenoten 5 à 10 jaar geleden waren. Hun geluksgevoel stijgt, hun gelovigheid neemt af. De meest gelovige generatie is bij ons de generatie die in de jaren 50 geboren is, hoe jonger hoe minder gelovig. De islam vormt de uitzondering. Daar vindt een tegenovergestelde ontwikkeling plaats.

Halverwege 2017 voltrok zich een stille maar sociologisch betekenisvolle gebeurtenis: de ‘normalisatie van het protest’. Protesteren werd een normale bezigheid, die de overheid niet mag verbieden. Dat is niet hetzelfde als zelf bereid zijn om deel te nemen aan protesten, maar het betekent wel dat de ‘vrees voor Majdan’ geen effectief propagandainstrument meer is. De frase ‘willen jullie dan dat het hier net zo wordt als in Parijs?’ zal geen effect meer sorteren.

Bij al onze reputatie van bloeddorstige psychopaten zijn wij in feite behoorlijk vreedzame types 

Mensen beginnen protesteren minder eng te vinden. Bij die protesten is trouwens het niveau van agressie nog steeds verbluffend laag, zelfs tegenover de overheid. Bij al onze reputatie van bloeddorstige psychopaten zijn wij in feite behoorlijk vreedzame types. Helaas zijn de moordcijfers in Rusland nog steeds hoog in verhouding tot ons niveau van opleiding, urbanisatie en economische ontwikkeling, maar de curve van geweldsdelicten neemt ook bij ons af, zoals in de hele wereld.

De houding jegens propaganda

Daar staat tegenover dat de irritatiegraad ten opzichte van de overheid hoog is. Zoals de socioloog Anastasia Nikolskaja in een interview zei: de liefde tussen de samenleving en de overheid is voorbij. Betekent dat dat er een directe gewelddadige transformatie op komst is? In het geheel niet. Onderschat de kracht van de inertie niet. Maar je kunt de veranderende stemming in de maatschappij niet negeren. Mensen zijn anders gaan stemmen en daarmee is elke verkiezing voor de overheid een probleem geworden. De pensioenhervorming was wat je noemt een ‘geniale’ politieke zet: na de doorgevoerde aanpassingen zal het economisch effect van de hervormingen genivelleerd worden, als we het ministerie van Economische Zaken moeten geloven, en zijn er nauwelijks nog voordelen voor de schatkist. Maar de houding van het volk ten opzichte van de machthebbers heeft een enorme dreun gekregen. Dat is waarlijk geniaal, als je tegelijkertijd je economische doelen niet haalt én je populariteit onderuit weet te schoppen!

Het vertrouwen in de overheid en de media is laag. Ik hou niet van historische analogieën, maar de situatie doet denken aan het eind van de jaren 80. De propaganda slaat niet meer aan. Hoe moeilijk is het om te snappen dat mensen klaar zijn met Oekraïne of Syrië? Het is niet zo bijster ingewikkeld te begrijpen dat president Trump niet de held is uit de dromen van de Russen. Maar de propagandamachine ziet werkloos toe hoe haar kijkers en luisteraars wegsmelten, verouderen en al met één been in het graf staan.

schulmann lezingDemonstratie in 2014: 'Rusland en de Krim zijn samen'. Het Krim-effect is propagandistisch uitgewerkt

Nostalgie naar de USSR

Volgens de laatste opiniepeiling van Levada beschouwt 66% van de bevolking het uiteenvallen van de Sovjet-Unie als een negatieve gebeurtenis. Wat betekent dat? Wij zijn een beetje geobsedeerd door een gemythologiseerd verleden. Ons echte of gedroomde grootse verleden doet ons terugkijken. Maar vroeger hadden we het slechter dan nu. Als je ervan overtuigd bent dat de Gouden Eeuw achter ons ligt (en wij staan daarin niet alleen: je ziet dat in Turkije, in Egypte, zelfs in de VS speculeert men daarop), dan ga je in het verleden leven. Dat is niet bepaald gezond.

Jarenlang al wordt de Sovjet-Unie hier stelselmatig voorgesteld als het ideale land en de ideale tijd. Daaraan ontleent de overheid zijn legitimiteit. Dat begon al in de jaren 90. Het is vrij krankzinnig dat de Kozakken van de Koeban, een muzikale operette over de hongersnood van de jaren 30, in 1996 opnieuw werd afgestoft en omgevormd tot een vrolijke operette. In die tijd aten mensen elkaar op van de honger! En sinds het laatste decennium worden staatsmiddelen en -methoden ingezet om propaganda te maken voor Josif Stalin, dat kun je met het blote oog waarnemen.

De mensen die zich de USSR nog herinneren maken plaats voor hen die haar niet hebben meegemaakt. Sommigen beschouwen die propagandaprodukten op tv werkelijk als historische bronnen. Paradoxaal genoeg tref je onder de jeugd daarom de roep om ‘rechtvaardig socialisme’, maar dat wil nog helemaal niet zeggen dat die jeugd de USSR in ere zal herstellen zodra ze politiek actief begint te worden.

Bij wijze van epiloog

Misschien is nog wel het meest geruststellend dat er helemaal niet zulke radicale veranderingen nodig zijn om de kwaliteit van ons landsbestuur te verhogen. Het lijkt troostrijk als je je voorstelt dat wij een hopeloos verziekt systeem hebben, dat alleen met een keiharde klap plaats kan maken voor iets nieuws. Als je gelooft dat wij hier zo’n beetje onder een bloeddorstig fascisme of de terreur van 1937 leven, dan ontslaat dat je van de verplichting om in actie te komen. Maar gekmakend is te beseffen  – mét hen die dit systeem draaiend houden - dat de duimschroeven in werkelijkheid helemaal niet zo strak zijn aangedraaid en dat de meeste dingen die de mensen nu het leven bederven geen erfenis van eeuwen zijn, maar verspilde tijd. Het besef dat dit eigenlijk in een handomdraai te herstellen moet zijn: daar kun je je verstand bij verliezen.

Wij zijn geen USSR. Wij maken gebruik van de voordelen van de kapitalistische economie – hoewel ons model van ‘monopoliekapitalisme’ natuurlijk heel onverkwikkelijk is – en van bepaalde democratische instituten, hoe decoratief ook. We kennen een vorm van machtsdeling, we hebben een goede grondwet. Wij hebben geen revolutie nodig om ons leven te verbeteren. Zeker, ons staatsbestuur is inadequaat laag in vergelijking tot ons algemene ontwikkelingsniveau. Wij zijn een geürbaniseerd land: 74,4% van onze burgers woont in steden. 99% van de bevolking kan lezen en schrijven, meer dan de helft van de bevolking heeft een bovengemiddelde opleiding. Qua opleidingsniveau lijken we op Israel en Canada. De meerderheid van de bevolking doet geen fysiek werk. Zelfs onze gevangenispopulatie neemt af. We zouden een politiek systeem kunnen hebben dat veel beter past bij ons niveau.

De overheid moet een verlengstuk zijn van de samenleving. Maar de samenleving wil geen massarepressie, controle over de publieke ruimte, censuur, demonstratieverbod. Daar zit niemand op te wachten. Simpele naleving van de grondwet en het terugdraaien van de repressieve hervormingen van 2012-2014 kan ons, zonder perspectief op geweld of grote aantallen slachtoffers, een veel adequater politiek systeem opleveren.

Mensen willen dat de overheid naar ze luistert. Ze willen deel kunnen nemen aan de politiek, ze willen concurrentie in de politiek. Ze willen kunnen demonstreren en niet op hun kop getimmerd worden door de Nationale Garde. Ze willen deelnemen aan verkiezingen en op de stembiljetten mensen zien door wie ze zich vertegenwoordigd voelen. Mensen willen een partijsysteem dat overeenkomt met hun verlangens, ze willen een publieke ruimte en media waar de dingen worden besproken die zij belangrijk vinden en niet ‘de misdaden van de junta van Kiev’ uit een of ander ver verleden.

Wij staan dichter bij de normaliteit dan we denken. Onze voorstellingen over een komende catastrofe zijn nergens op gebaseerd. Apocalyptische verwachtingen, die ook door de staatsmedia worden geïmplanteerd, komen niet overeen met de werkelijkheid. Dat wil niet zeggen dat het hier niet fout kan gaan. Dat kan het zeker. Als dat gebeurt is het des te onacceptabeler omdat er geen enkele reden voor is. Terwijl alles ook heel anders en veel beter kan uitpakken.

Deze lezing verscheen in verkorte vorm op de website Znak uit Jekaterinburg.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.