Ruslands nieuwe constitutionele orde: een sterke staat gebouwd op het verleden

De nieuwe grondwet van Rusland is meer dan een middel om de huidige president aan de macht te houden. De gewijzigde constitutie verankert ook een maatschappelijke orde waarin niet de rechten van de burgers centraal staan maar het behoud van de ‘unieke beschaving’ en ‘soevereine democratie’ die de sterke staat Rusland zegt te zijn. Een nieuwe staatsideologie is geboren.

door Hubert Smeets

Op 1 juli kan het levenslange presidentschap van Vladimir Poetin beginnen. Als de Russische bevolking zich in een soort plebisciet voor een reeks grondwetswijzigingen uitspreekt, heeft Poetin de mogelijkheid om na het einde van zijn huidige termijn in 2024 nog tweemaal zes jaar president te zijn. Althans in theorie. In de praktijk kunnen uiteraard allerlei onvoorziene maatschappelijke ontwikkelingen in Rusland of gezondheidsperikelen in het Kremlin dit perspectief tot 2036 op talrijke momenten nog doorkruisen.

PostersReferendum2
De Tweede Wereldoorlog en het plebisciet naadloos aan elkaar gekoppeld: 'Laten we de herinnering aan onze voorvaderen beschermen'. 

Maar dat voorbehoud betekent niet dat het plebisciet van 1 juli slechts betekenis heeft voor het huidige presidentschap. Ter stemming komt meer dan alleen de toekomst van de persoon Poetin. De herziene grondwet schept ook een nieuw Rusland, een Rusland dat zich verder voegt naar het historische ideaalbeeld dat Poetin de afgelopen twee decennia van het land heeft geschetst. Door de grondwet verandert Rusland namelijk verder in de richting van een gecentraliseerde federale staat die wordt gedreven door een gecanoniseerd geloof in het verleden en wordt geregeerd door een president die grote greep heeft op uitvoerende, wetgevende alsook rechtelijke macht.

Constitutionele coup in Kremlin

Deze nieuwe constitutionele orde komt uit de koker van president Poetin zelf. In zijn jaarlijkse ‘troonrede’ voor de twee kamers van het Russische parlement medio januari kondigde hij voor het eerst aan dat de uit 1993 daterende grondwet ingrijpend zou moeten worden aangepast.

In deze toespraak voor Doema (Tweede Kamer) en Federatieraad (Eerste Kamer) spiegelde hij de natie een dubbel beeld voor. Enerzijds moest de ‘verticale macht’ in tact blijven omdat het uitgestrektste land ter wereld niet zonder kan, anderzijds schetste hij de contouren van een staatsbestel met juist meer federale spreiding van bevoegdheden en meer balans tussen de uitvoerende en wetgevende machten. Zo zouden de volksvertegenwoordigers meer zeggenschap moeten krijgen over de samenstelling van de regering en zouden lokale bestuurders minder hoeven te opereren als louter uitvoerders van centraal uitgedokterd beleid.

Over de vraag of de huidige grondwettelijke beperking van het aantal presidentiële ambtstermijnen tot ‘twee op een rij’ zou moeten worden geschrapt of geamendeerd, liet Poetin zich die 15de januari nog niet uit. Hij stond open voor elk goed idee.

Enkele hoogtepunten uit de nieuwe grondwet:

  • Rusland is de opvolgersstaat van de Sovjet-Unie
  • De staat is beschermheer van de historische waarheid. Bagatelliseren van het verleden is ontoelaatbaar.
  • De staat dient traditionele gezinswaarden te beschermen, zoals het huwelijk, dat louter een verbintenis is tussen man en vrouw.
  • De staatstaal van Rusland is de taal van het Russische volk dat de staat heeft gevormd.
  • Het Constitutionele Hof bepaalt welke elementen van internationale verdragen, zoals het Europese Verdrag voor de Mensenrechten, in Rusland van kracht zijn.
  • Openlijke pleidooien voor grenswijzigingen zijn ontoelaatbaar.
  • De president, ministers en volksvertegenwoordigers mogen geen tweede nationaliteit of verblijfsvergunning in andere landen hebben en niet beschikken over buitenlandse bankrekeningen en tegoeden.
  • De president benoemt de ministers als de Doema die bekrachtigd heeft. Na drie keer mag hij dat doen zonder instemming van de Doema.
  • Officieren van justitie en rechters in de federale gerechtshoven worden benoemd op voordracht van de president.

Tachtig BR’ers

Dezelfde dag installeerde president Poetin een speciale commissie die de nieuwe grondwetsartikelen zou gaan schrijven. In deze bijna 80-koppige werkgroep benoemde hij, naast politici en ambtenaren, ook bekende cultuurdragers en journalisten. Sommigen van hen zijn ook buiten Rusland bekend. Zoals generaal Boris Gromov (de commandant die in 1989 als laatste der Sovjet-militairen het bezette Afghanistan verliet), Jelena Isinbajeva (atlete polsstokhoogspringen), Natalja Kasperskaja (mede-oprichter van ict-concern Kaspersky), Vjatsjeslav Nikonov (parlementariër en kleinzoon van Stalins rechterhand Molotov), Michail Piotrovski (directeur van museum Hermitage), Jevgeni Prilepin (nationalistisch schrijver), Aleksej Poesjkov (voormalig delegatieleider bij de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa), Irina Rodnina (voormalig kunstschaatser, politica), Vladimir Solovjov (voorzitter Journalistenbond), Valentina Teresjkova (eerste vrouwelijke kosmonaut, lid van de Doema), Michaïl Sjmakov (voorzitter van de vakcentrale) en Aleksandr Sjochin (voorzitter van de werkgeversorganisatie).

PostersReferendum1
Constitutie 2020: 'Stabiliteit en ontwikkeling'.

Parlement honoreert Poetin

Twee maanden later raakte het grondwetswijzigingsproces in een stroomversnelling.

Parlementariër Valentina Teresjkova pleitte er in een plenaire sessie van de Doema op 10 maart plotsklaps voor dat Poetin ook na zijn laatste (vierde) termijn in 2024 president zou moeten kunnen blijven. (Zijn derde en vierde termijn dankte hij in 2008 aan een 'wisseltruc' met Dmitri Medvedev, die voor vier jaar het presidentschap van hem overnam om zijn legale terugkeer te garanderen). Poetin is de ‘stabiliserende factor’ die Rusland nu nodig heeft en de 'vurigheid tempert van hen die proberen te intrigeren,' aldus Teresjkova.

Na de lunchpauze verscheen Poetin zelf in de Doema, op zich al een zeldzaamheid. Het staatshoofd erkende dat de macht juist nu moet worden ‘geconsolideerd’. Hij verwees naar de gevaren die Rusland bedreigen, zoals het coronavirus, de lage olieprijs, de dalende beurskoersen en andere geopolitieke veiligheidskwesties. Daarom kon van een verzwakking van de ‘verticale machtsstructuur’ ten gunste van meer parlementaire macht, zoals Poetin in januari nog had gesuggereerd, nu ineens toch geen sprake zijn. ‘De wereld verandert echt. En dat heeft niet alleen betrekking op het stormachtige, explosieve karakter van de ontwikkeling van de technologie, maar op alle levenssferen. Die veranderingen hebben een kardinaal, ik zou willen zeggen, onomkeerbaar karakter. We zien hoe complex de situatie in de wereldpolitiek is', waarschuwde de president.

Hoewel Poetin op zich geen bezwaar zei te hebben tegen het volledig schrappen van een maximum van twee ambtstermijnen uit de grondwet, leek hem dat vooralsnog ‘niet doelmatig’. Maar op een langere termijn van dertig tot vijftig jaar heeft een dergelijke beperking van het presidentiële ambt volgens hem wel degelijk betekenis. Voor komende generaties moet er ‘perspectief blijven op een wisseling van de macht’, zei hij.

Zeventien minuten na Poetins toespraak nam de Doema met 382 tegen 43 stemmen een voorstel aan om bij de volgende verkiezingen de teller van Poetins presidentiële termijnen terug te draaien naar nul, met andere woorden zijn vorige ambtstermijnen te annuleren.

Geen referendum maar stemming

Nog geen week later was alles rond. Op 12 maart keurden beide kamers van het parlement, de Doema en de Federatieraad, alle inmiddels uitgewerkte grondwetswijzigingen in twee lezingen goed. Op 16 maart stelde het Constitutionele Hof, nadat het zich slecht twee dagen over de amendementen had gebogen, vast dat deze niet in strijd waren met andere grondwettelijke rechten. Weer een dag later kondigde president Poetin aan dat nu ook de burgers zich op 22 april (ook de 150ste geboortedag van Lenin) over de nieuwe grondwet zouden moeten kunnen uitspreken. Toen ook Rusland wegens de corona-pandemie in de lockdown ging, werd de volksraadpleging verschoven naar 1 juli.

Deze stemming werd echter niet formeel opgetuigd. Het plebisciet zou geen referendum worden maar een ‘Pan-Russische stemming’. Door deze nuance hoeft de organisatie en uitkomst van de stemming op 1 juli niet onderworpen te worden aan de wettelijke eisen die voor een referendum gelden. Zo hoeven de initiatiefnemers voor een volksstemming bijvoorbeeld geen twee miljoen handtekeningen van kiesgerechtigden op te halen en geldt er ook geen minimumopkomst van 50 procent. Een gewone meerderheid is voldoende voor een fiat.

De Russische kiezers kunnen zich nu in deze volksstemming met een simpel ‘ja’ of ‘nee’ uitspreken over een pakket grondwetswijzigingen van bijna 10.000 woorden. Om de kiezers te informeren is er van de nieuwe grondwet alvast een brochure gemaakt die in de boekhandel te koop is. Daarnaast wordt campagne gevoerd met posters die een paar hoogtepunten uit de nieuwe grondwet belichten. 

PostersReferendum5
'Iedereen moet meedoen'. 

Ingrijpende koerswijzing

Uit tekst en beeld blijkt dat de nieuwe grondwet op een aantal cruciale punten ingrijpend afwijkt van de oude.

De huidige constitutie is na de zogeheten ‘Oktobergebeurtenissen’ van 1993 geconcipieerd. De volksvertegenwoordiging in het Congres van Volksafgevaardigden was in het najaar gewapenderhand in opstand gekomen tegen president Boris Jeltsin. Zowel parlement als staatshoofd waren drie respectievelijk twee jaar eerder gekozen toen de Sovjet-Unie met haar vijftien deelrepublieken nog bestond. Met behulp van elitetroepen van de intussen omgedoopte KGB sloeg Jeltsin de muiterij in oktober 1993 met geweld neer. Meteen daarna had het Kremlin van de gelegenheid gebruik gemaakt om het oude parlement te ontbinden en van de nieuwe Russische Federatie geen parlementaire maar presidentiële republiek te maken.

Voor de grondwet waarin dat werd vastgelegd speelde de Russische leiding in 1993 vooral leentjebuur bij het Franse bestel. Ook in Rusland kreeg de president de controle over de staatsveiligheidsdepartementen van Buitenlandse Zaken, Defensie en geheime diensten, terwijl het dagelijkse regeerwerk werd gedelegeerd aan een premier en ministers die daarvoor verantwoording aan het parlement moesten afleggen.

De grondwet uit 1993 was met zijn aandacht voor klassieke grondrechten op hoofdlijnen naar westers voorbeeld gemodelleerd, dat wil zeggen primair gericht op de inrichting van een seculiere staat, op verschillende machtsevenwichten binnen dit bestel en op democratische verhoudingen in de hiërarchie tussen overheid en burger.

De grondwet van 2020 breekt nu met die lijn van Jeltsin. Hoewel president Poetin in het verleden altijd heeft gesteld dat Rusland geen staatsideologie moet hebben, zoals de Sovjet-Unie had, is de nieuwe grondwet op talrijke punten een ideologisch document geworden. Consequentie daarvan is dat Rusland vanaf 1 juli in feite ook een staatsideologie heeft.

Rusland als ideologisch concept

Het ideologische concept begint in de tekst al meteen met de vraag wat Rusland in essentie eigenlijk is. In de oude grondwet van 1993 werd Rusland zakelijk omschreven als een geografisch omlijnd territorium waar mensen wonen en werken. In de nieuwe grondwet worden Rusland en de Russen nu ook sociaal, politiek en cultureel gedefinieerd.

De Russische Federatie is allereerst de ‘wettelijke opvolgersstaat van de Sovjet-Unie’, aldus de tekst. Rusland is zodoende eigenaar van het staatsbezit van de Sovjet-Unie en de internationale verdragen waar die unie indertijd deel van uitmaakte. In de oude grondwet was er geen sprake van zo’n concrete boedelclaim.

Daar blijft het niet bij. Rusland is een historische entiteit met nog diepere wortels in het verleden. Het kan bogen op een ‘duizendjarige geschiedenis’ die draait om ‘idealen en geloof in God’. Ook de ‘ontwikkeling van de staat’ en de ‘staatkundige eenheid’ die in de loop der eeuwen is bereikt, is een historisch gegeven dat constitutionele waarde heeft. Door deze formulering is ook Oekraïne deel van deze geschiedenis, zij het impliciet.

Volgens de nieuwe constitutie is deze wordingsgeschiedenis niet alleen de historisch context van het huidige Rusland, maar heeft de Russische staat hier en nu de plicht om die ‘historische waarheid te beschermen’. De territoriale eenheid van de federatie staat in de grondwet buiten kijf. Dat is logisch. De tekst werkt dat uitgangspunt echter verder uit. Zo wordt ‘vervreemding’ van Russisch grondgebied of zelfs het ‘pleiten daarvoor’ straks constitutioneel verboden. Een referendum op de Krim om het schiereiland weer bij Oekraïne te voegen, zoals de Russische regering in 2014 omgekeerd deed, is zo ondenkbaar geworden. Ook het ‘bagatelliseren van de betekenis van de wapenfeiten van het volk bij het verdedigen van het vaderland is ontoelaatbaar’. Deze formulering kan de opmaat worden voor een verbod op geschiedschrijving die niet voldoende spoort met de officiële canon.

Hiërarchie der volkeren

Maar wie of wat is dat volk, welks wapenfeiten niet mogen worden gekleineerd? In de nieuwe grondwet wordt het volk nader gespecificeerd, zij het enigszins omslachtig. De Russen worden niet als raciale of culturele etniciteit benoemd, maar hun taal krijgt wel een speciale status. Het Russisch is niet meer alleen de lingua franca in het land, maar wordt nu expliciet omschreven als de taal van het volk dat de staat heeft gevormd. Zeventien jaar geleden was er nog geen sprake van een Russisch volk in deze linguïstisch-etnische zin. Andere minderheidsvolkeren, die recht hebben op bescherming van hun eigen cultuur, krijgen net als in de grondwet van 1993 weliswaar aandacht en hun rechten blijven gegarandeerd, maar de paragraaf over het Russisch als de enige staatstaal opent wel de weg naar een aparte en vooral leidende Russische etniciteit.

PostersReferendum3
Constitutie 2020: 'Jaarlijkse indexatie van de pensioenen'.

Verhouding tot andere grondrechten

Deze veranderingen riepen meteen een aantal cruciale vragen over de aard van de nieuwe Russische rechtstaat op, waarover het Constitutionele Hof zich in maart onmiddellijk heeft gebogen. De drie belangrijkste vragen: Is het Rusland, dat nu volgens de grondwet dus in God gelooft, nog wel een seculiere staat? Is Rusland, nu het Russische volk tot 'staatsvolk' is verheven, geen multiculturele federatie meer, maar een federatie met een leidende culturele meerderheid? En is een verbod op elke openbare gedachte over territoriale grenscorrecties geen beperking van de vrijheid van meningsuiting?

Driewerf nee, antwoordde het Constitutionele Hof. Dat het Russische volk kennelijk collectief religieus is, is geen afwijzing van de seculiere staat die Rusland ook zegt te zijn en betekent evenmin dat de gewetensvrijheid beperkt is. Volgens het Hof is de nieuwe formulering louter de bevestiging van de ‘sociaal-culturele rol’ van het Russische volk in het afgelopen millennium. De Russen vormen inderdaad het staatsvolk, aldus de rechters, doch dat is slechts de erkenning van een objectief feit en geen kleinering van de waardigheid van de andere volkeren binnen de federatie. En het verbod op zelfs maar pleiten voor andere staatsgrenzen is weliswaar een beperking van de vrijheid van het woord, maar is ‘constitutioneel aanvaardbaar’, stelde het Hof zonder diepgaande argumentatie vast.

Christelijk sociale orde

In vergelijkbare ideologische kleuren worden vervolgens de sociale grondrechten van de burgers vastgelegd. Elke kans op een wettelijke regeling van het homohuwelijk is bijvoorbeeld de pas afgesneden met een passage waarin staat dat het huwelijk louter een verbintenis tussen man en vrouw kan zijn.

PostersReferendum7
'Voor de bescherming van het traditionele gezin'.

De staat dient ook andere ‘traditionele gezinswaarden’ te beschermen, aldus de grondwet. Met de opvoeding moet de staat zich eveneens bemoeien. ‘Kinderen zijn een belangrijke prioriteit voor Rusland’, luidt de tekst. ‘De staat schept de voorwaarden voor de geestelijke, normatieve, intellectuele en fysieke ontwikkeling van kinderen en hun opvoeding in de geest van  patriottisme, burgerschap en respect voor ouderen.’

In de oude grondwet kwamen deze sociaal-culturele overheidstaken niet voor. Volgens het Constitutionele Hof sporen deze nieuwe artikelen met de ‘traditionele en confessionele samenstelling van de Russische samenleving’ en zullen ze niet leiden tot discriminatie omdat burgers met andere seksuele oriëntaties verder niet in hun rechten mogen worden beknot.

Nieuw is ook dat een aantal sociale rechten wordt vastgelegd. Zo moet de staat een wettelijk minimumloon garanderen dat niet lager dan het sociale minimum mag zijn en dient de overheid ook het staatspensioen te indexeren. In de oude grondwet was geen sprake van zulke gedetailleerde sociale zekerheid. Voor de financiering van deze sociale zekerheden zijn in de nieuwe grondwet geen voorzieningen getroffen. Mede daarom roepen deze rechten herinneringen op aan de laatste grondwet van de Sovjet-Unie uit 1977.

Publieke macht

In de constitutionele fundering van het Russische staatsbestel duikt in de nieuwe grondwet zelfs een oud sovjetbegrip op: de term ‘publieke macht’. Door het woord ‘publieke macht’ te gebruiken als kern van de legimitatie van de staatsmacht kan de nieuwe grondwet burgerlijk-democratische begrippen als ‘volkssoevereiniteit’ of ‘staatsburgerschap’ waar mogelijk vermijden.

In de nieuwe grondwet van het huidige Rusland wordt met publieke macht gedoeld op het hele piramidale systeem van de uitvoerende machtsinstituties van het land: van regering tot dorpsleiding, van federale diensten tot lokale organen. Het aantal gebieden waar de federale macht prevaleert boven de lokale of regionale macht wordt bovendien ook nog uitgebreid.

PosterReferendum12
Protest. Foto Twitter

Aangelijnde verticaal

In weerwil van de belofte van president Poetin in januari wordt de positie van de uitvoerende macht in die verticale structuur nog sterker dan in de oude. In zijn troonrede voorspelde de president dat het parlement een grotere rol zou gaan spelen, bijvoorbeeld bij de samenstelling en goedkeuring van de premier en andere ministers in de regering. Afgaande op de komende grondwet zal het omgekeerde gebeuren.

Weliswaar krijgt de Doema het recht om de keuze voor de premier en de meeste ministers te ‘bekrachtigen’, maar de president benoemt deze ambtsdragers en kan hen ook zonder tussenkomst van het lagerhuis ontslaan. Mocht de Doema tot drie keer toe een kandidaat-premier afwijzen, dan kan de president hem of haar bovendien toch benoemen en hoeft hij pas daarna het parlement te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. In de grondwet van 1993 moest het staatshoofd eerst nieuwe parlementsverkiezingen uitschrijven.

Ook op andere staatsorganen krijgt de president meer greep. Hij mag ministers of hoofden van de staatsveiligheidsdepartementen, zoals Buitenlandse Zaken, Defensie en FSB, benoemen ‘na consultatie van de Federatieraad’. Tot nu toe moest de president zijn kandidaten voor die functies voordragen aan de premier.

Eenzelfde machtspositie heeft de president naar zich toe getrokken bij de benoeming van de hoogste officieren van Justitie en de rechters in het Constitutionele Hof, het Hooggerechtshof en andere federale rechtbanken. Hij hoeft geen kandidaten meer voor te dragen maar kan de senaat slechts ‘consulteren’. De president kan er straks eveneens voor zorgen dat rechters worden ontslagen. Tot nu toe werden de hoogste rechtbanken, zoals in Nederland, via coöptatie samengesteld.

PostersReferendum9
'Respect voor de werkende mens'

Buiten- en binnenlandse dreigingen

Indachtig de complexe mondiale verhoudingen wordt in de nieuwe grondwet meer aandacht besteed aan alle gevaren voor Rusland dan in de oude het geval was. De staatsveiligheid wordt namelijk niet alleen van buiten, maar ook in eigen land bedreigd.

De eisen aan allerhande publieke ambtsdragers, zoals president, premier, ministers of parlementariërs, worden verder aangescherpt. Kandidaten voor deze functies mogen niet alleen geen dubbele nationaliteit of verblijfsvergunning in andere landen hebben, ze mogen ook geen particuliere bankrekeningen en geldelijke tegoeden in het buitenland hebben. Die voorwaarden strekken zich overigens niet uit tot hun wettige echtgenoten of (klein)kinderen, die tot nu toe vaak de vermogensbelangen van Russische politici en bestuurders op hun naam hebben staan.

Ook zullen uitspraken van internationale verdragsorganisaties, die op zichzelf niet in strijd zijn met de Russische grondwet, niet meer automatisch van kracht zijn in Rusland. Het Constitutionele Hof kan per geval bepalen welke bepalingen en consequenties van die internationale verplichtingen wel en niet hoeven worden uitgevoerd. Deze wijziging raakt allereerst de positie van Rusland bij de Raad van Europa en het Mensenrechtenhof in Straatsburg. Het hoeft zodoende niet volledig uit de Raad van Europa te stappen om zich te ontdoen van het lastige mensenrechtenverdrag, maar kan naar eigen goeddunken handelen. Wie weet zal driekwart van de uitspraken van het Hof in de prullenbak verdwijnen. Deze vorm van ‘cherry picking’ krijgt nu een constitutionele basis.

Omdat de staatsveiligheid niet alleen buiten de eigen grenzen wordt uitgedaagd, krijgt de Veiligheidsraad, die het staatshoofd net als afgelopen 27 jaar naar eigen inzicht kan inrichten, nu nog nadrukkelijker de taak om niet alleen ‘buitenlandse’ maar ook ‘binnenlandse bedreigingen af te wenden’. Daarnaast krijgt de president de beschikking over een nieuwe Staatsraad, die de prioriteiten van sociaal-economische politiek in binnen- en buitenland kan gaan vaststellen. De rol van de premier en de andere ministers in de regering steekt daarbij bleekjes af.

PostersReferendum8
Constitutie 2020: 'Verantwoordelijk omgaan met dieren'

Terug naar nul

Alle binnen- en buitenlandse gevaren die momenteel op de loer liggen, waren begin dit jaar het motief voor Poetin om een nieuwe grondwet voor te stellen en in te stemmen met een quasi-juridische vondst om het telraam van zijn ambtstermijnen weer op nul te zetten. Het Constitutionele Hof heeft ook deze voorziening goedgekeurd met een verwijzing naar ‘concrete historische factoren’ en diezelfde sociaal-economische gevaren die staat en samenleving bedreigen.

Het gemak waarmee het Hof zich neerlegde bij alle wijzigingen was voor de juriste Jelena Loekjanova, dochter van de laatste Sovjet-parlementsvoorzitter Anatoli Loekjanov die in 1991 meedeed aan een staatsgreep tegen toenmalig partijleider Michaïl Gorbatsjov, reden om het Constitutionele Hof te verwijten dat het geen juridisch oordeel heeft geveld maar zich heeft laten verleiden tot een ‘speciale operatie’ [een term uit het handboek van geheime diensten] ter wille van het Kremlin.

Plebisciet campagne

Referenda worden vaak gewonnen door de machthebbers die ze hebben uitgeschreven. In Rusland is het nooit anders gegaan. Zo won Sovjet-president Michaïl Gorbatsjov in maart 1991 een referendum waarin hij de Sovjet-burgers vroeg of ze de Sovjet-Unie wilden behouden en won de Russische parlementsvoorzitter Boris Jeltsin op exact dezelfde dag zijn eigen plebisciet waarin hij de Russen vroeg in te stemmen met het rechtstreeks verkiezen van een aparte president voor de Russische Federatie. Beide vragen stonden op gespannen voet met elkaar. Toch stemde bijna 78 procent voor het behoud van de Sovjet-Unie en wilde ruim 71 procent op 17 maart 1991 dat Rusland daarnaast ook een aparte president zou krijgen en dus een eigen soevereiniteit binnen de unie zou opeisen. Boris Jeltsin trok later in 1993 nog twee referenda naar zich toe.

Op 1 juli zal president Poetin dit vermoedelijk ook voor elkaar krijgen. De oppositie heeft geen gezamenlijke strategie. De communistische partij KPRF, deel van de loyale zogeheten loyale ‘systeemoppositie’, voert bescheiden campagne voor een ‘nee’. De buitenparlementaire oppositie is het oneens over de vraag wat het beste is: tegenstemmen of gewoon thuisblijven, zoals corruptiejager Aleksej Navalny bepleit.

PostersReferendum4
Bij de beeltenis van Aleksandr Poesjkin: 'Laten we onze eigen cultuur en moedertaal beschermen'

Het Kremlin kan het verloop van het verkiezingsproces intussen beter monitoren dan bij eerdere referenda. De stembusgang beperkt zich niet tot die ene dag. De burgers kunnen nu ook per post en elektronisch stemmen, zonder dat ze daar een speciale reden voor hoeven op te geven. De stembussen voor dit thuis-stemmen gaan al op 25 juni open, een dag na de wegens corona uitgestelde Overwinningsparade op het Rode Plein. Zo wordt de stemming over een week uitgesmeerd.

De burgers, die bijna dagelijks per mail of televisie worden opgeroepen om deel te nemen aan het plebisciet, krijgen ook concrete beloningen voorgespiegeld. Steden als Moskou, die een elektronisch net voor dienstverlening hebben opgezet, bieden de kiezers via hun DigiD-account ook allerlei voordeeltjes aan in de vorm van vouchers voor overheidsdiensten. Dit keer zijn er ook andere versoepelingen van het stemregime van kracht. De paspoorten van burgers die wel persoonlijk naar het stembureau gaan, worden niet meer apart geregistreerd.

Formele of absolutie meerderheid

Volgens de socioloog Grigori Joedin en andere bronnen heeft het Kremlin voor de uitkomst twee scenario’s voorbereid. In de bescheiden variant stemt 55 tot 68 procent van de burgers ‘ja’, bij een opkomst van 53 tot 60 procent. Dat zou neerkomen op actieve steun van slechts een minderheid van de bevolking (32 à 34 procent), maar het zijn wel percentages die ook een formeel referendum rechtsgeldig zouden maken. In een grootser scenario zou driekwart (75%) van een massaler (67%) opgekomen kiezersvolk zich voor de nieuwe grondwet uitspreken. Dat zou op een absolute meerderheid van 50+1 neerkomen.

Toch is het Kremlin niet helemaal gerust op een goede afloop. Vandaar dat volgens ingewijden besloten is om Poetin zelf nadrukkelijk op campagne te laten gaan.

Bij presidentsverkiezingen laat Poetin de verkiezingscampagne meestal aan zich voorbijgaan. Dat is een bezigheid voor de tegenkandidaten. Als staatshoofd heeft hij het immers te druk met regeren, waarover de staatsmedia toch wel uitvoerig berichten. In de aanloop naar de volksstemming begin juli zal Poetin zich nu wel nadrukkelijker vertonen om de achterliggende motieven en doelstellingen van de grondwet uit te leggen, bijvoorbeeld op de Dag van de Medici en op de Dag van de Jeugd.

Op straat maken posters intussen duidelijk wat er met het plebisciet op het spel staat. Op een affiche wordt de vader van de Russische literaire taal, de dichter Aleksandr Poesjkin (1799-1837), ingezet om duidelijk te maken dat het het hier gaat om niets minder dan ‘behoud van de eigen taal en cultuur’. Op een andere poster laat een klein kind met bloemen in een soldatenuniform weten dat het gaat om de ‘verdediging van de herinnering aan de voorvaderen’ of omarmt een jonge vrouw haar opa die mag genieten van een waardevast pensioen.

De metaforen zijn niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. De toekomst van Rusland ligt in het verleden.

PosterReferendum10
'We zullen geen duimbreed vaderlandse grond afstaan' (billboard in de haven Sevastopol op de Krim)

 

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.