Poetins rol in zuidelijke Kaukasus is vrijwel uitgespeeld

Azerbeidzjan is de grote winnaar van de onderhandelingen met Armenië over Nagorno-Karabach. Voor de Russische president Vladimir Poetin betekent het een verpletterende nederlaag, schrijft Aleksandr Zjelenin. Deze uitkomst is het logische gevolg van Ruslands imperiale verdeel-en-heers-politiek.

De Azerbeidzjaanse president Ilham Alijev, de Russsche president Vladimir Poetin en de Armeense premier Nikol Pasjinjan ontmoetten elkaar op 25 mei in het Kremlin. Foto Kremlin.

Na een reeks onderhandelingen, die zowel in het Westen als in het Oosten plaatsvonden, zijn Armenië en Azerbeidzjan dichterbij dan ooit om een historisch allesomvattend vredesverdrag te tekenen. Op 25 mei hebben de Armeense premier Nikol Pasjinjan en de Azerbeidzjaanse president Ilham Alijev elkaar nogmaals in Moskou ontmoet.

Russische media, waaronder de krant Vedomosti, schreven uitgebreid over de gesprekken in het Kremlin, en probeerden de situatie zo af te schilderen dat hun lezers en kijkers het idee kregen dat Armenië en Azerbeidzjan net als vroeger op audiëntie bij Vadertje Rusland mochten komen. Allemaal om Rusland ervan te overtuigen hun belang te dienen.

In werkelijkheid liggen de verhoudingen bijna precies andersom. Datzelfde Vedomosti schreef bijvoorbeeld dat Poetin bij de bijeenkomst Alijev bedankte voor zijn komst. Dat was niet toevallig: Poetin had zijn bezoek harder nodig dan Alijev, omdat de invloed van het Kremlin in de zuidelijke Kaukasus zo goed als nul is.

Het komt erop neer dat het vredesverdrag tussen Armenië en Azerbeidzjan, in de vorm waarin die op dit moment besproken wordt, niet alleen de verwerping is van de historische aanspraak die Armenië op Karabach maakt, maar ook een verpletterende nederlaag betekent voor Moskou in de zuidelijke Kaukasus.

Armenië geeft betwist gebied Karabach op

Armenië staat op het punt om Nagorno-Karabach op te geven, omdat het niet meer in staat is het gebied te verdedigen. Decennia lang hebben Armenië en Azerbeidzjan gestreden om zeggenschap over het gebied en twee oorlogen uitgevochten.

Nagorno-Karabach was een provincie van Azerbeidzjan, waar Armeniërs de meerderheid van de bewoners uitmaakten. Toen de greep van de communistische partij in 1988 verslapte braken er op verschillende plekken etnische onlusten uit tussen Azeri’s en Armeniërs. In Armenië onstond een sterk nationalistische beweging, die de zeggenschap over ‘Artsach’ – de Armeense benaming voor Karabach - als belangrijkste doel nastreefde. Artsach was bij de vorming van de Sovjet-Unie in 1921 met een willekeurige beslissing bij Azerbeidzjan gevoegd.

Die historische aanspraak ging weer spelen bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991. Toen riepen de Armeniërs Artsach/Karabach uit tot een zelfstandige republiek. Het leidde tot een gewapend conflict met Azerbeidzjan met tienduizenden doden en etnische zuiveringen ten gevolge. In 1994 kwam een staakt-het-vuren tot stand op een moment dat de Armeniërs controle hadden over de provincie plus aangrenzende gebieden die Karabach verbonden met Armenië.

In 2020 laaide de strijd weer op en heroverde Azerbeidzjan, gesteund door Turkse wapens, tweederde van het betwiste gebied. Naar schatting 7.000 Azerbeidzjaanse en Armeense soldaten sneuvelden. Het deel dat in handen bleef van Armeniërs werd bij een nieuwe wapenstilstand via een corridor verbonden met Armenië. Russische troepen zouden als vredesmacht fungeren.

De Russen traden echter niet op, toen Azerbeidjzan de levenslijn tussen Armenië en Karabach, de Latsjin-corridor, ging blokkeren. Armenië durfde niets te doen en opende een alternatieve route, feitelijk niet meer dan een modderspoor. Zelfs daar werd Armenië de voet dwars gezet met een controlepost.

In het Armeense deel van Karabach wonen nog rond de 120.000 mensen. De Armeense premier Pasjinjan probeert garanties voor hun veiligheid en status af te dwingen als voorwaarde voor overgave van Karabach. Waarnemers verwachten echter dat er een uittocht van Armeniërs naar het moederland op gang zal komen en dat alleen wat oude mensen zullen achterblijven.

nagorno karabakh war map 2020Een kaart van de situatie na de Tweede Karabach-oorlog van het najaar van 2020. Kaart Wikipedia Commons

Voor Azerbeidzjan zal het verdrag de militaire overwinning in de Tweede Karabach-oorlog van 2020 bezegelen. Voor Armenië, en in de eerste plaats voor de huidige regering, zal het akkoord een serieuze test worden. Het is moeilijk te voorspellen of Pasjinjan en zijn partij aan de macht kunnen blijven nadat de vrede getekend is. Moskou zal met genoegen proberen anti-overheidsdemonstraties in Armenië te organiseren of steunen, maar het perspectief op succes is twijfelachtig. De meerderheid van de Armeniërs beschouwt Artsach [de Armeense naam van Karabach, red.] als Armeens, maar staat niet te springen om er om te vechten. En Poetin is nu zeker niet klaar voor een oorlog met de sterke coalitie tussen Bakoe en Ankara.

Militair bondgenootschap met Rusland nutteloos

Waarom betekent de overwinning van Azerbeidzjan een verpletterende geopolitieke nederlaag voor het Kremlin? Vergeet niet dat toen Armenië, lid van de door Rusland geleide Verdragsorganisatie voor Collectieve Veiligheid (CSTO), de oorlog verloor, de CSTO (dat wil zeggen, Rusland) op geen enkele manier hulp bood. Dat roept de vraag op wat deze organisatie waard is. Het is niet toevallig dat Nikol Pasjinjan kort voor de recente bijeenkomst in Moskou nogmaals openlijk de Armeense intentie uitsprak om de CSTO te verlaten. Volgens de premier beperkt het CSTO-lidmaatschap zijn land om in andere landen wapens te kopen. Dit is misschien ten dele waar, maar belangrijker is het feit dat de verdragsorganisatie volstrekt nutteloos bleek op het moment dat de Armeense regering haar nodig had tijdens de oorlog met Azerbeidzjan.

russian peacekeeper lachinEen soldaat van de Russische vredesmissie in de Latsjin-corridor in Nagorno-Karabach. Foto Wikimedia.

Wanneer je de situatie van een afstand beschouwt, dan zien we in de zuidelijke Kaukasus een situatie die het logische gevolg is van typische imperialistische ‘verdeel-en-heers’-politiek. Poetin heeft twintig jaar lang wapens verkocht aan beide partijen in het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan. Het ene moment bedreigde hij Bakoe, dan weer perste hij Jerevan af door de prijs van Russisch gas te verhogen. Uiteindelijk heeft hij Rusland zo eigenhandig in een doodlopende straat gemanoeuvreerd.

Het enige dat hij nu nog kan doen is proberen z'n gezicht te redden en zich als vredestichter op te werpen die de belangen van beide partijen voor ogen heeft. Dat is een tamelijk treurige rol, aangezien Poetin sinds de Azerbeidzjaanse overwinning van 2020 simpelweg geen slagkracht meer heeft in de regio. Zowel de Russische militaire basis in Gjoemri als het Armeense lidmaatschap van de CSTO hebben Jerevan niet kunnen helpen tijdens de oorlog. En dat was nog vóór de grootschalige invasie van Oekraïne! 

Natuurlijk heeft Poetin altijd een excuus klaar. Hij kon Armenië in 2020 zogenaamd niet helpen, omdat de verplichtingen van de CSTO alleen gelden voor de internationaal erkende grenzen van lidstaten, en Nagorno-Karabach een door de Verenigde Naties erkend Azerbeidzjaans grondgebied is. Maar dit is een vals argument. Wanneer heeft Poetin zich tegen laten houden door internationaal erkende grenzen? Niet in Georgië in 2008, niet in Oekraïne in 2014 en 2022. Noch grenzen noch internationaal recht hebben voor Poetin een obstakel gevormd om oorlogen te ontketenen.

alijevIlham Alijev, de president van Azerbeidzjan.

Rusland was tegen Turkije niet opgewassen

In werkelijkheid is er één eenvoudige verklaring voor Poetins ‘terughoudendheid’ in de Tweede Karabach-oorlog. Azerbeidzjan werd gesteund door een machtig Turks leger, waartegen het Russische leger zes maanden eerder in het Syrische Idlib een gevoelige nederlaag leed. Volgens de Turkse opgave sneuvelden wel 3000 Russische soldaten en verloor Rusland 150 tanks en andere pantservoertuigen.

Erdogan ‘sloeg Poetin op z'n bek’, in overeenstemming met het advies dat Boris Nemtsov de Oekraïners in 2014 gaf. En het werkte. Zes maanden later durfde Poetin de confrontatie met Turkije, nu in de zuidelijke Kaukasus, niet nog een keer aan. Bovendien liet Erdogan er geen twijfel over bestaan dat Ankara zijn leger in volle sterkte zou inzetten indien een derde land zich zou bemoeien met de gevechten tussen Azerbeidzjan en Armenië. Om zijn woorden kracht bij te zetten, plaatste Turkije F-16’s op een Azerbeidzjaans militair vliegveld.

Na zijn nederlaag in Idlib duurde het niet lang om Poetin te overtuigen: kracht is het enige waar hij echt respect voor heeft. 

Poetins ‘terughoudendheid’  bij de steun voor zijn officiële CSTO-bondgenoot Armenië was trouwens zelfs vóór de huidige oorlog in Oekraïne zichtbaar. In Oekraïne lijdt Rusland ondertussen de grootste verliezen sinds de Tweede Wereldoorlog.

Daarom moet Poetin, in een poging de Russische invloed in de zuidelijke Kaukasus te handhaven, de gunsten winnen van zowel de winnaar van de laatste Karabach-oorlog, Ilham Alijev, als van de verliezer, Nikol Pasjinjan. Zo bedankte hij de Armeense premier dat hij zich niet verzette tegen de komst van Alijev naar Moskou.

Welke opties had hij nog? Proberen de uitkomst van het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan op de gebruikelijke manier op te lossen, met intriges of met militaire middelen? Uitgesloten, gezien de catastrofale Russische verliezen in Oekraïne. Alleen de rol van ‘vredestichter’ rest hem nog. Maar pas op het moment als alle rollen zijn verdeeld, als eigenlijk alles al zonder Poetin is besloten. Een meelijwekkend gezicht.

pasjinjanDe Armeense premier Nikol Pasjinjan. Foto Kremlin.

Dit artikel is uit het Russisch vertaald en verscheen oorspronkelijk op Republic.