Hybride herdenking van Stalins Grote Terreur

Tachtig jaar geleden gaf Jozef Stalin het bevel tot een massale zuivering van de sovjet-samenleving. Hij zag een oorlog opdoemen en wilde preventief de 'vijfde colonne' in eigen land opruimen. Deze Grote Terreur duurde ruim een jaar. Ongeveer anderhalf miljoen mensen werden gearresteerd, 700.000 burgers ter dood veroordeeld. Neo-stalinisten willen acht decennia na dato niet aan dit massageweld worden herinnerd, anti-stalinisten wel. Dat leidt volgens Marc Jansen dit jaar tot een hybride herdenking van de Grote Terreur.

Russia Under Stalin
'De kapitein van het Sovjetland leidt ons van overwinning naar overwinning'. Illustratie Wikicommons.

door Marc Jansen

Deze zomer is het tachtig jaar geleden dat in de Sovjet-Unie de ‘Grote Terreur’ begon, een van de terreurgolven die na de revolutie van 1917 over het land spoelden. Binnen zestien maanden werden anderhalf miljoen mensen opgepakt. Bijna de helft werd onmiddellijk terechtgesteld. De rest ging naar de concentratiekampen van de Goelag.

Hoe wordt de Grote Terreur dit jaar in Rusland herdacht? De overheid zelf staat buitengewoon tolerant tegenover neo-stalinistische oprispingen. In brede kring wordt Stalin nog altijd verheerlijkt als de overwinnaar van de Grote Vaderlandse Oorlog (1941-1945). Op allerlei plekken in het land zijn de laatste jaren nieuwe standbeelden en bustes van hem verrezen. Afgelopen lente verscheen een enorm portret van hem bij de ingang van een Moskous metrostation. Recent opinieonderzoek van het onafhankelijke Levada Center wees uit dat inmiddels 38 % van de Russen Stalin de 'meest vooraanstaande' persoonlijkheid vindt, gevolgd door Poetin en Poesjkin (beiden 34 %). In het marathon-interview van de Amerikaanse filmregisseur Oliver Stone zei Poetin dat sprake is van 'overdreven demonisering’ van Stalin. Volgens hem staat dat gelijk aan een 'aanval op Rusland'. 

Maar de regering moet ook rekening houden met anti-stalinistische sentimenten die net zo goed op ruime schaal leven, bij voorbeeld onder nabestaanden van de slachtoffers. Een van de oudste ngo's van Rusland, het historische genootschap Memorial, doet continu onderzoek naar de misdaden van het stalinisme. Maar Memorial is door de overheid tot ‘buitenlands agent’ verklaard en zijn activiteiten dringen nauwelijks door tot het grote publiek. Wel moet dit jaar een ooit door de partijleider Nikita Chroesjtsjov en Michail Gorbatsjov gedane belofte in vervulling gaan: de onthulling van een monument voor de slachtoffers. Op 30 oktober, de ‘Dag ter Herdenking van de Politieke Repressie’, moet op de hoek van de Tuinring en de Sacharov-prospekt in het centrum van Moskou een 30 meter brede en 6 meter hoge door Georgi Frangoeljan gemaakte ‘Muur van het Leed’ verrijzen.

Diepste geheim

Het overgrote deel van de Grote Terreur vond plaats in het diepste geheim. Openbaar waren alleen enkele grote showprocessen tegen Stalins voormalige rivalen in de partijtop. Pas drie jaar na Stalins dood (1953) lichtte Nikita Chroesjtsjov in zijn befaamde ‘geheime rede’ op het twintigste partijcongres (1956) een tipje van de sluier op. Maar het beeld dat hij presenteerde was verre van compleet. Chroesjtsjov stelde de campagne voornamelijk voor als een actie tegen ‘eerlijke communisten’. En het duurde meer dan dertig jaar voordat de geheime rede in de Sovjet-Unie werd gepubliceerd.

Tegen zijn gewoonte nam Stalin in de zomer van 1937 geen vakantie in het zuiden, hij bleef in Moskou. Hij verwachtte dat de Sovjet-Unie binnen afzienbare termijn in een oorlog verwikkeld zou raken en dat een wijdvertakte binnenlandse ‘vijfde colonne’ dan de kop zou opsteken. Om daarmee af te rekenen besloot hij de maatschappij aan een grondige zuivering te onderwerpen. Naar het voorbeeld van de ‘dekoelakisatie’ (de gedwongen collectivisering van de landbouw, waarbij de koelakken - zogenaamd rijke boeren - werden gedeporteerd) in 1930 liet hij de staatsveiligheidsdienst, de NKVD, enkele massa-operaties uitvoeren om de ‘menselijke basis van de buitenlandse inlichtingendiensten’ te vernietigen.

Op 2 juli 1937 stuurde Stalin de regionale chefs van de partij en de geheime politie een besluit van het Politbureau van de communistische partij, getiteld ‘Over antisovjet-elementen’. In het besluit werden de koelakken die na afloop van hun straftijd naar huis terugkeerden, aangemerkt als de ‘voornaamste aanstichters van antisovjet-misdaden’. De regionale autoriteiten moesten hen daarom registreren en ‘de meest vijandigen onder hen onmiddellijk administratief arresteren en terechtstellen’.

Dat werk werd opgedragen aan ‘trojka’s’, driemanschappen, doorgaans bestaande uit de regionale NKVD-chef, de eerste partijsecretaris en een vertegenwoordiger van de Prokoeratoera, het Openbaar Ministerie. Moskou eiste binnen vijf dagen voorstellen uit de regio’s over de samenstelling van de trojka’s plus de aantallen mensen die moesten worden terechtgesteld of gevangen gezet (limity of ‘quota’s’ in twee ‘categorieën’). Die informatie werd verzameld door de landelijke NKVD-chef Nikolaj Jezjov en zijn staf.

‘Jammer voor de onschuldigen’

Twee weken later ontbood Jezjov de regionale NKVD-chefs naar Moskou voor een ‘operatieve bijeenkomst’ om ze op de aanstaande actie voor te bereiden. Volgens een getuige boden de chefs er tegen elkaar op met aantallen te arresteren mensen. Jezjov zou hen hebben aangemoedigd niet al te zorgvuldig te zijn: bij het vernietigen van vijanden was het ‘onvermijdelijk’ dat ‘een zeker aantal onschuldigen’ werd opgeofferd.

De regionale NKVD-chefs riepen vervolgens hun ondergeschikten bijeen voor eigen instructiebijeenkomsten. Zo was er op 25 juli 1937 in Novosibirsk een conferentie van de chefs van de ‘operatieve sectoren’ in West-Siberië, waar de regionale NKVD-chef Sergej Mironov uitlegde dat de operatie staatsgeheim was en het dus strafbaar was er details over rond te strooien.

Vastgesteld moest worden waar de doodvonnissen zouden worden voltrokken en waar de lijken zouden worden begraven. De graven mochten niet worden ontdekt. De executies vonden doorgaans plaats in gevangenis- of NKVD-kelders, in bossen of op kerkhoven, waarna de lijken in massagraven werden gedumpt.

JezjovStalin
NKVD-chef Jezjov voor en nadat hij uit de gratie raakte. Foto Wikicommons.

Bevel 00447

Op 30 juli stuurde Jezjov ‘Bevel nummer 00447 betreffende de operatie ter onderdrukking van gewezen koelakken, criminelen en andere antisovjet-elementen’ ter goedkeuring naar het Politbureau. De twee nullen aan het begin betekenden dat het bevel topgeheim was. Dat bleef het ook ruim een halve eeuw. Het document kwam pas in 1992 boven water.

Alleen al het taalgebruik van deze stukken is schokkend: tienduizenden levende wezens werden gereduceerd tot ‘menselijk materiaal’, ‘elementen’, ‘categorieën’ en ‘quota’s’ die moesten worden vermoord of opgesloten.

In het bevel werden de volgende 'antisovjet-elementen' omschreven: ex-koelakken die waren gevlucht uit kampen of verbanning dan wel naar huis waren teruggekeerd na het verstrijken van hun straftijd; priesters; sektariërs; socialisten-revolutionairen en leden van andere ‘antisovjet-partijen’; opstandelingen; witgardisten; criminelen, enzovoort. Er was in het verleden onvoldoende met hen afgerekend en daarom hadden ze hun criminele activiteiten straffeloos voortgezet. De NKVD achtte het zijn plicht deze 'antisovjet-elementen', als de ‘voornaamste aanstichters’ van allerlei antisovjet- en sabotage-activiteiten, te vernietigen, aldus de order. ‘Voor eens en altijd moest een eind worden gemaakt aan hun tegen de fundamenten van de sovjetstaat gerichte laagbijdegrondse ondermijningswerk’. Dit was de belangrijkste reden voor het lanceren van ‘een operatie om de ex-koelakken, actieve antisovjet-elementen en criminelen te represseren’.

Dode mensen als productienorm

De eerste categorie werd omschreven als de 'meest vijandige elementen'. Zij moesten onmiddellijk worden gearresteerd en na verhoor door de trojka’s worden terechtgesteld. De tweede categorie moest, op gezag van de trojka's, voor acht tot tien jaar worden opgesloten in kampen of gevangenissen.

Bevel no. 00447 leest als een productienorm: het geeft een overzicht van de quota’s van de eerste en tweede categorie in 64 republieken en provincies evenals de Goelag. In totaal dienden er 268.950 mensen te worden gearresteerd, van wie 75.950 moesten worden terechtgesteld en 193.000 opgesloten. Dit waren voorlopige aantallen. Regionale NKVD-chefs die hogere quota’s wensten, konden daartoe een beargumenteerd verzoek indienen.

De regio’s waren verdeeld in ‘operatieve sectoren’ met elk een ‘operatieve groep’ onder leiding van een NKVD-functionaris die de beschikking kreeg over transport- en communicatiemiddelen en legereenheden. Zij moesten de arrestaties verrichten, het ‘onderzoek’ doen, de aanklacht formuleren en de vonnissen uitvoeren. Het onderzoek moest kort en simpel zijn en ‘alle criminele connecties van de arrestant’ blootleggen. Het bevel somde de trojka’s van alle republieken en provincies op. Om de vijf dagen moest aan het centrum in Moskou worden gerapporteerd over het verloop en de resultaten van de operatie.

1024px Gulag Location Map 2
Goelag: kaart van de strafkampen in de Sovjet-Unie.

In 2 weken 100.000 arrestanten

De volgende dag, 31 juli, bekrachtigde het Politbureau Bevel no. 00447. De NKVD kreeg 75 miljoen roebel toebedeeld voor het uitvoeren van de operatie, waarvan 25 miljoen bestemd was om de gevangenen per trein naar de kampen te transporteren. Daar moesten ze worden ingezet bij bouwprojecten en bosbouw. De Goelag (acronym van Glavnoje Oepravlenije Lagerej, Staatsbestuur van de Kampen), de instantie die over de kampen ging, kreeg tien miljoen roebel om de gevangenen te huisvesten.
Een week later instrueerde procureur-generaal Andrej Vysjinski, hoofd van het openbaar ministerie, de regionale procureurs dat ‘het volgen van de wettelijke procedure en de voorafgaande toestemming voor arrestatie niet verplicht zijn’.

Binnen twee weken waren meer dan 100.000 mensen gearresteerd. Anders dan de aanvankelijke bedoeling begon men na een maand ook al aan de tweede categorie. De oorspronkelijk op vier maanden begrote operatie duurde in de praktijk meer dan een jaar. Daartoe aangemoedigd vroegen de regionale autoriteiten inderdaad om verhoging van de quota’s. Zo werd het totale aantal arrestaties van Bevel no. 00447 haast verdrievoudigd tot 753.315 mensen. Het Politbureau stond extra quota’s toe voor 183.750 mensen.

Voor de overige extra quota’s gaf Jezjov de regionale autoriteiten toestemming zonder formeel Politbureau-besluit. Ook hier moest altijd een beargumenteerd verzoek van de provinciale partij- of NKVD-leiding worden ingediend aan Stalin. Die schreef zijn fiat eigenhandig op de verzoeken of gaf die mondeling via Jezjov. Als het aantal executies in de regio’s een enkele keer de toegestane quota’s te boven ging, dan paste dit in het beleid van het centrum, dat de regionale autoriteiten voortdurend in die richting aanspoorde.

Zo liet Stalin in september 1937 de partijchef in het Verre Oosten, Jozef Varejkis, die kennelijk twijfels over de NKVD-arrestaties had geuit, per telegram weten: ‘Jezjovs bevelen voor arrestaties in de provincie van het Verre Oosten zijn doorgaans tot stand gekomen met toestemming van het Centraal Comité.’

In totaal werden in de operatie voortvloeiend uit Bevel no. 00447 tussen augustus 1937 en november 1938 door de trojka’s 767.397 mensen veroordeeld, van wie 386.798 tot de doodstraf.

StalinsFiat
Stalin fiatteerde eigenhandig de arrestatie- en executielijsten. Foto Memorial

Een van hen was Wim de Wit, een idealistische Nederlandse ingenieur die in de jaren ’20 naar de Sovjet-Unie was vertrokken, in de herfst van 1936 in Moskou was gearresteerd en naar een Goelag-kamp in het barre Kolyma in Oost-Siberië was gestuurd. Daar werd hij andermaal gearresteerd, door de Goelag-trojka ter dood veroordeeld en in maart 1938 terechtgesteld.

Nationale contingenten

Een ander doelwit van de operaties waren de zogeheten ‘nationale contingenten’. Buitenlanders in de Sovjet-Unie werden in deze paranoïde tijd al gauw met spionage en sabotage in verband gebracht. Stalin meende dat Duitsland, Polen en Japan zich op een oorlog tegen de Sovjet-Unie voorbereidden en vond preventieve maatregelen tegen ‘agenten van buitenlandse inlichtingendiensten’ daarom gepast. Wie op een of andere manier met genoemde landen in verbinding stond, werd gezien als hun ‘potentiële inlichtingenbasis’. De zogeheten ‘nationale operaties’ dienden ter liquidatie van deze ‘nationale contingenten’.

De voornaamste slachtoffers waren mensen met de nationaliteit van aan de Sovjet-Unie grenzende ‘burgerlijk-fascistische’ staten: Duitsers, Finnen, Esten, Letten, Polen enzovoort. Na arrestatie werden hun zaken regionaal onderzocht door zogeheten ‘dvojka’s’, tweemanschappen, bestaande uit de regionale NKVD-chef en de procureur. De vonnissen van deze dvojka’s moesten nog wel worden goedgekeurd in Moskou, waarna de regionale autoriteiten ze dienden uit te voeren.

In de zomer van 1937 ondertekende Jezjov geheime bevelen voor nationale operaties tegen onder meer Duitsers en Polen. De Duitse en Poolse operaties richtten zich niet alleen tegen mensen van die nationaliteit maar ook tegen hen die ‘verdachte contacten’ hadden met die landen. In de Duitse operatie werden meer dan 65.000 mensen gearresteerd, van wie er 42.000 de doodstraf kregen. Ruim eenderde van deze veroordeelden waren Duitsers. In de Poolse operatie werden 144.000 mensen gearresteerd, van wie meer dan 111.000 ter dood werden veroordeeld. Ook de top van de Poolse Communistische Partij en de Poolse Comintern-afdeling werden zo uitgeroeid. De Comintern in Moskou ontbond de Poolse Communistische Partij zelfs officieel.

Jezjov organiseerde verder een nationale operatie tegen repatrianten uit Charbin. Om het traject van de Transsiberische spoorlijn te bekorten was onder de laatste tsaar door het noorden van Mantsjoerije de Chinese Oosterse Spoorlijn aangelegd. In 1935 verkocht de Sovjet-Unie de spoorlijn, waarna veel Russen terugkeerden uit Charbin, het centrum van de Russische invloedssfeer in Mantsjoerije. Volgens Jezjov waren de meeste charbintsy agenten van de Japanse inlichtingendienst, die naar de Sovjet-Unie waren gestuurd om terrorisme, sabotage en spionage te bedrijven. Ruim 46.000 van hen werden gerepresseerd, meer dan 30.000 van hen werden terechtgesteld. Kleinschaliger nationale operaties vonden plaats tegen Letten, Esten, Finnen, Roemenen, Grieken, Afghanen, Iraniërs, Chinezen, Bulgaren en Macedoniërs.

Bij de nationale operaties werden geen quota’s gehanteerd, zodat de regionale NKVD-chefs en partijsecretarissen hun gang konden gaan en naar believen mensen van andere nationaliteiten konden arresteren. Ook deze operaties duurden veel langer dan gepland. Toen de NKVD in Moskou de stroom niet langer aankon, droeg het Politbureau het onderzoek in de nationale operaties half september 1938 over aan ‘speciale trojka’s’ in de regio’s, die ze midden november 1938 voltooiden.

In totaal raakten de nationale operaties bijna 350.000 mensen, van wie er 247.157 ter dood werden veroordeeld en 88.356 werden opgesloten.

PolitiefotoGrigoriZinovjevPolitiefoto van Grigori Zinovjev, een der oude bolsjewieken die in een showproces ter dood werd veroordeeld.

Zuivering leger na ‘militaire samenzwering’

De Grote Terreur kende nog een aantal kleinere operaties: onder meer de ‘militaire samenzwering’ van maarschalk Michail Toechatsjevski en zeker 25.000 andere vaak hooggeplaatste officieren van het Rode Leger; en de veroordeling van leden van de nomenklatoera (de sovjetelite) door het Militaire College van het Hooggerechtshof van de USSR. Hier werd gewerkt met proscriptielijsten. Daarop stonden de namen van zo’n 40.000 mensen, van wie de meesten voor de doodstraf waren genoteerd.
Door ze te accorderen, behielden Stalin en enkele van zijn adjudanten persoonlijk toezicht. Stalin streepte soms een naam door of schreef er een opmerking bij. De naam van Lilja Brik haalde Stalin door met de opmerking: ‘vrouw van Majakovski’. Bij de naam van de militaire arts Michail Baranov schreef hij in november 1937: ‘sla erop!’

Er werd inderdaad hevig gefolterd om de ‘verdachten’ tot ‘bekentenissen’ te bewegen. Het Militaire College mocht vervolgens in schijnprocessen aan de lopende band van elk enkele minuten de vooraf bepaalde vonnissen vellen. Op 26 november 1937 was Dirk Schermerhorn aan de beurt, de broer van de latere eerste naoorlogse premier van Nederland, die als ingenieur naar de Sovjet-Unie was getrokken om er het communisme mee op te bouwen. Na voltrekking van het vonnis kwam zijn lijk in een massagraf op het Moskouse Don-kerkhof terecht.

‘Mensen van het verleden’

Slachtoffers van de Grote Terreur waren: het oude partijkader, al bestond niet meer dan tien procent van de gerepresseerden uit partijleden; ‘mensen van het verleden’ (byvsjië ljoedi), zoals gewezen tsaristische functionarissen, witgardisten, socialisten-revolutionairen en mensjewieken, koelakken, geestelijken en een deel van de oude intelligentsia; ‘spionnen’, dat wil zeggen mensen met contacten buiten de Sovjet-Unie; en tal van gewone arbeiders en boeren.

Afgezien van het argument van de ‘vijfde-colonne’ kan ook de nieuwe sovjet-grondwet van 1936 een rol hebben gespeeld. Die grondwet gaf alle sovjetburgers stemrecht. Uit vrees voor ‘misbruik’ bij de aanstaande verkiezingen konden de autoriteiten door middel van terreur een deel van de stemgerechtigden alsnog van dit recht te beroven.

In november 1938 gaf Stalin het sein dat het genoeg was geweest. Jezjov en zijn mensen werden afgedankt. Jezjovs opvolger Lavrenti Beria bestempelde hen nu op hun beurt tot ‘vijanden van het volk’, waarna ze dezelfde behandeling kregen die ze hun eigen slachtoffers hadden gegeven.

Alles bij elkaar werden in de Grote Terreur van de zomer van 1937 tot de herfst van 1938 rond de anderhalf miljoen mensen gearresteerd van wie 700.000 werden terechtgesteld, de anderen gingen naar de Goelag. Bovendien werden in dezelfde periode bijna 270.000 mensen gedeporteerd, van wie er rond de 50.000 omkwamen. Tel je het aantal geëxecuteerden, de omgekomen gedeporteerden en de sterfte in deze maanden in de Goelag (160.000) bij elkaar op, dan kom je voor de Grote Terreur uit op een dodelijke tol van tegen een miljoen mensen.

MetroStalin
Metrostation Sokolniki in Moskou: Stalin en Kaganovitsj terug van weggeweest.

 

 

MonumentGroteTerreur
Proeve voor een monument ter herdenking van de Grote Terreur.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.