Bij touwtrekken tussen Moskou en Brussel verliezen Balkan-landen hun evenwicht

Montenegro en Servië zijn nerveus vanwege politieke complotten, waarachter Russische krachten worden vermoed. Wat er werkelijk aan de hand is, valt niet te achterhalen. Maar regeringen in de hele Balkan voelen zich steeds meer gedwongen om te kiezen tussen Moskou en Brussel. Terwijl Rusland zijn economische invloed uitbreidt, staart de EU naar de eigen navel, schrijft Balkan-kenner Joost van Egmond.

door Joost van Egmond

Met zijn lange baard lijkt Aleksandar Sindjelić zó weggelopen uit een boek van Gogol. Het plot waarin hij verzeild is geraakt heeft daar ook wel wat weg van. De Servische aartsnationalist claimt betrokken te zijn geweest bij een poging tot staatsgreep in buurland Montenegro, maar koos op het laatste moment eieren voor zijn geld en stapte naar de politie. Die is nu op zoek naar een bende van zo'n vijfhonderd samenzweerders. Sindjelić is als dank voor bewezen diensten in vrijheid gesteld en kon zo het land uitwandelen, terug naar Servië.

De openbaar aanklager beweert duidelijke bewijzen te hebben dat Russische nationalisten achter het complot zitten. Ze hadden plannen om het parlement te bestormen, premier Djukanović te doden en een machtsgreep van de (Ruslandgezinde) oppositie van Montenegrijnen van Servische afkomst mogelijk te maken. Motief was ondermeer om de toetreding tot de NAVO, waartoe Montenegro eind vorig jaar werd uitgenodigd, te stoppen, zegt de aanklager.

De oppositie ontkent en zegt dat Djukanović het complot heeft verzonnen als alibi om oppositieleiders op te pakken. Dat uitgerekend een schimmige figuur als Sindjelić voor kroongetuige speelt, onderstreept wat hen betreft dat de beschuldigingen niet serieus te nemen zijn. Geen van beide partijen is scheutig met het leveren van bewijsmateriaal voor zijn lezing. Rusland ontkent uiteraard iedere betrokkenheid in alle toonaarden.

Dit is niet het soort affaire waarin je kunt verwachten ooit het naadje van de kous te zullen weten, maar de beschuldigingen hebben ook los van de feiten, hoe die ook mogen zijn, betekenis. Zelfs al Djukanović het allemaal zelf in scène heeft gezet, vond hij het kennelijk opportuun om de spanning met Rusland zo te laten oplopen.

Jarenlang was Djukanović immers zeer bereidwillig om op de wip te blijven zitten en Atlantische integratie te combineren met goede banden met Rusland. Russische investeerders staken enorme hoeveelheden geld in Montenegrijnse bedrijven en vastgoed. Volgens officiële cijfers is dat al 1,16 miljard euro (grofweg een kwart van het bruto binnenlands product) en waarschijnlijk blijft er ook een flink bedrag onder de radar.

 Secretary Kerry Shakes Hands With Montenegrin Prime Minister Djukanovic After Signing an Accession Protocol to Continue Montenegros Admission to NATO in Brussels 27113868975Premier Djukanovic van Montenegro op bezoek bij de NAVO. (Foto rechtenvrij)

Rusland leek van zijn kant in de Montenegrijnse nabijheid tot de Europese Unie en de NAVO niet eerder een onoverkomelijk probleem te zien. Het is moeilijk voor te stellen dat de uitnodiging van de NAVO aan Montenegro om lid te worden op zichzelf een gamechanger was. Het land had al jaren eerder die intentie te kennen gegeven en werkte al op alle mogelijke manieren samen met de alliantie. De relatie met Rusland bleef al die jaren prima. Het leek zelfs de positieve uitzondering in de polarisatie tussen Oost- en West van de laatste jaren, een bewijs dat een Oost-Europees land kon integreren in de NAVO en de EU zonder Rusland tegen zich in het harnas te jagen.

Die tijd is hoe dan ook voorbij. De beschuldigingen hebben de onderlinge relatie op een dieptepunt gebracht zoals dat sinds de tijd van het conflict tussen de Sovjet-Unie en Joegoslavië niet meer is voorgekomen. Djukanović, die in Montenegro als sinds de jaren negentig aan de touwtjes trekt, heeft na het incident een stap terug gedaan, maar ook zonder een prominente rol voor hem lijkt Montenegro zich niet langer te kunnen afzonderen van de spanning tussen Rusland en de Atlantische organisaties NAVO en EU. En klein als Montenegro is, heeft dat gevolgen voor de hele regio.

Van het hek geduwd

De affaire in Montenegro echoot volop na in Servië. Ten eerste worden Montenegrijnse Serviërs als hoofdschuldigen aangewezen. Daarnaast zou het complot voor een groot deel in dat buurland beraamd zijn, niet alleen door excentriekelingen als Sindjelić. Zo werd ook een voormalige chef van de Servische gendarmerie gearresteerd in Montenegro. De Servische regering werkt volop mee aan het onderzoek in Montenegro en heeft ook zelf arrestaties laten verrichten. En de Servische premier Vučić hintte dat de samenzweerders connecties hadden met ‘een derde land’, al sprak hij geen vermoeden uit welk land dat was.

Het is zelfs niet uitgesloten dat ook Servië doelwit was van hetzelfde complot. Hoewel een verband niet is aangetoond, vond de Servische politie rond dezelfde tijd een auto vol wapens langs een route die de premier vrijwel dagelijks naar huis neemt. De regering speculeert dat criminelen de premier uit de weg wilden ruimen, maar velen denken dat er een Russische, al dan niet criminele, connectie is.

Kaart Servie Montenegro

Hoewel Montenegro de Servische regering nergens van beschuldigt, staan de verhoudingen door de affaire toch onder druk. Servië werpt zich graag op als beschermer van de Serviërs buiten de grenzen. Dat geldt voor de volksgenoten in Bosnië, maar zeker ook voor die in Montenegro, waar Servische politieke kopstukken zich nu voor een couppoging moeten verantwoorden. Zij vinden dat ze bloot staan aan politieke vervolging en zoeken steun bij de Servische premier Vučić. Dat brengt hem in een lastig parket.

Ook de verhouding met Rusland is weer een stapje moeizamer geworden. Servië koos onder de nationalistische Vučić gelijktijdig voor nauw diplomatiek contact met Rusland en beslissende stappen in het toetredingsproces tot de Europese Unie. Net als Montenegro lonkte Servië bovendien naar Russische investeringen. Russische bedrijven hebben de energiesector nagenoeg in handen en ook op andere terreinen zijn de economische banden hecht.

Iedereen leek daar lange tijd mee te kunnen leven. Zoals een commentator het eens beeldend zei: ‘Vučić blijft op het hek zitten totdat iemand hem eraf duwt.’ Zelfs onder de druk van de Oekraïense oorlog en de sancties tegen Rusland, waar Servië niet aan mee wenste te doen, leek niemand die moeite te willen nemen.

 Putin and Vucic 2014.2Poetin in Belgrado in gesprek met premier Vučić, oktober 2014. (Foto Kremlin.ru)

Nu ligt Servië plotseling onder een vergrootglas. Vučić ziet zich genoodzaakt een vriendschappelijk bezoek te brengen aan het NAVO-hoofdkwartier in Brussel, om aldaar plechtig te herhalen dat Servië niet van plan is om toe te treden tot de alliantie. Dat wist men daar allang. Maar in Moskou is het een ritueel geworden om Servië openlijk te blijven dreigen met een verslechtering van de relatie mocht het land ook NAVO-lid willen worden. Iedereen in Servië wil plotseling ook weten waar een Russisch ‘humanitair centrum’ bij de zuidelijke stad Niš eigenijk voor bedoeld is. Velen vermoeden dat het een uitvalsbasis is voor spionage. Dergelijke onrust zorgt voor strategische onzekerheid in de hele regio.

Loopt de derde weg dood?

Nog maar een paar jaar geleden leken de geopolitieke verhoudingen op de Balkan wel beklonken. Roemenië en Bulgarije traden in 2004 toe tot de NAVO en in 2007 tot de EU. Alle landen van het voormalige Joegoslavië kozen eveneens een hobbelig, maar toch westwaarts leidend pad. Dat hoefde niet per se tot frictie met Rusland te leiden. Landen in de regio kozen hun eigen verhouding tot Moskou en soms is die innig, al was het maar voor de bühne. Ik noemde dat eerder een flirt

De affaire in Montenegro en Servië is een teken dat deze derde weg, tussen de Atlantische organisaties en Rusland, lastiger begaanbaar is geworden. Dat geldt ook voor Bulgarije en Moldavië, die deze maand bij verkiezingen nadrukkelijk een positievere houding jegens Rusland innamen. De uitkomsten verschillen, maar de overeenkomst is dat de keuze tussen Brussel en Moskou scherper gesteld wordt.

De nieuwe Moldavische president Igor Dodon maakte direct na zijn verkiezing ouvertures naar de Euraziatische Unie, Ruslands tegenhanger van de EU waar het zo moeilijk gegadigden voor kan vinden. Nog maar twee jaar geleden sloot Moldavië een Associatieverdrag met de Europese Unie, maar het is duidelijk dat het land, ondanks gigantische steun van de Europese Unie in fondsen en een opmerkelijk soepele behandeling door Brussel, inmiddels eerder naar de Russische invloedssfeer neigt dan naar de EU.

In Bulgarije is, menen sommigen, iets soortgelijks gebeurd met de verkiezing van de ‘russofiele’ Rumen Radev tot president. Tijdens de campagne pleitte Radev voor het opheffen van de sancties tegen Rusland en keek hij toe hoe vlaggen van de EU en de NAVO vertrapt werden. Of Radev echt een ‘ruk naar het Oosten’ zal maken is nog niet duidelijk. Als we hem op zijn woord moeten geloven wil hij niet tornen aan de Atlantische verankering van Bulgarije in de NAVO en de EU, maar wil hij dat alleen niet ten koste laten gaan van de relatie met Rusland.

Welbeschouwd is dat common sense. Ook Bulgarije heeft geen belang bij een zwart-witkeuze tussen de EU en Rusland, vanwege de vitale economische banden met Moskou. Om te beginnen is Bulgarije – alle plannen voor een EU-energiebeleid ten spijt – volkomen afhankelijk van Russisch gas. Bovendien komt nog altijd zo'n 15% van de Bulgaarse import uit Rusland. Radev lijkt een goede uitgangspositie te hebben om zo'n balanceeract vol te houden. Als ex-luchtmachtgeneraal had hij NAVO-vlaggen op zijn werkplek hangen en hij heeft goede contacten met ex-collega's in het Noordatlantische verbond. Hij geniet een zekere mate van krediet om te proberen de derde weg open te houden die Bulgarije een of-of-keuze kan besparen. Maar middenweg of ruk naar het Oosten, de verhouding met Rusland speelde in ieder geval een grote rol, veel groter dan in voorgaande verkiezingen.

Presidential elections BulgariaRumen Radev op de dag dat hij tot president van Bulgarije wordt gekozen, 13 november 2016. Cylonphoto

Speelruimte voor Rusland 

Enkele maanden terug schreef ik op deze site dat Europa uiteindelijk bepaalt hoeveel speelruimte Rusland heeft op de Balkan. Die inschatting is niet veranderd, maar de recente gebeurtenissen maken wel duidelijk dat die speelruimte momenteel erg groot is. De politieke dynamiek in de regio verandert en Rusland blijkt in staat de doctrine van Atlantische integratie uit te dagen op een manier die een paar jaar terug niet voor mogelijk werd gehouden. Het land breidt zijn economische invloed op de Balkan uit, vooral in de energiesector en wordt steeds assertiever in het verdedigen van zijn militair-strategische belangen. Regeringen in de regio voelen zich daardoor meer dan voorheen onder druk gezet om op hun eigen manier kleur te bekennen: Moldavië lonkt naar Moskou, Montenegro kiest voor Brussel, Bulgarije voor een middenweg en Servië geeft gemengde signalen af.

De oorzaak is waarschijnlijk een stapeling van factoren. De aanhoudende navelstaarderij in de Europese Unie, die met Brexit en de eurocrisis vooral met oud Europa bezig is. Of Balkanlanden nu in het toetredingsproces zitten of al lid zijn, de relatie met Brussel staat stil. Rusland weet daarvan optimaal te profiteren en een wig te drijven tussen West-Europa en de (kandidaat)-lidstaten op de Balkan. Natuurlijk is de diepe crisis rond Oekraïne die de EU en Rusland pal tegenover elkaar stelt eveneens een katalysator, maar bijvoorbeeld ook de recent geopende NAVO-installatie om raketten te onderscheppen in Roemenië maakt Rusland boos.

Voeg daarbij de mondiale onzekerheid die de verkiezing van Donald Trump in de Verenigde Staten veroorzaakt en het aanhoudende drama dat de politici in Zuid-Oost-Europa die zich pro-EU verklaren hun burgers zo weinig leveren. Premiers als de omstreden Bojko Borisov in Bulgarije, die opstapte na Radevs overwinning, of de Moldavische pro-Europese sterke man Vlad Filat, die deze zomer de cel in moest omdat hij een miljard had verduisterd, zijn bepaald geen reclame voor een meer Europese koers.

Als de EU weer het voortouw wil nemen op de Balkan, zal ze de stilstand moeten doorbreken. Ze zal burgers moeten overtuigen dat EU-integratie reëel is en dat ze daar beter van worden. Dat wordt voor die burgers namelijk steeds minder evident. In Servië, waar de EU-delegatie keurig periodieke peilingen houdt, denkt nog 31 procent van de bevolking positief over de EU, maar dat wordt elk jaar een beetje minder. Als Brussel die trend niet weet te keren, heeft het binnenkort weinig bondgenoten op de Balkan meer over.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.