Ongelijkheid in Rusland groeit naar Amerikaans niveau

De sociale kwestie wordt weer belangrijker in Rusland. Sinds het einde van het ‘reëel bestaande socialisme’ zijn de tegenstellingen tussen arm en rijk in Rusland bijna onafgebroken toegenomen. Volgens het World Inequality Report 2018 is het aandeel in de economische groei van de armste helft van de bevolking na 1989 met 15 procent gedaald. De groep met de tien procent rijkste Russen zag zijn aandeel juist stijgen met 99 procent.

Ook president Vladimir Poetin onderkent de mogelijke gevolgen van deze trend. Tijdens zijn jaarlijkse massapersconferentie in het Kremlin sprak hij veel over gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur, regionale welvaartsverschillen en andere sociale vragen.

De materiële afstand tussen de welvarendste en kwetsbaarste lagen van de maatschappij is daarmee weer terug op het niveau van het Russische Rijk anno 1905, aldus het rapport van het World Inequality Lab, een onderzoeksgroep waarin de Franse econoom Thomas Piketty een prominente rol speelt. Volgens het World Inequality Report 2018 beschikt de armste helft van alle volwassen Russische burgers ruim een eeuw na de eerste, gemankeerde, Russische revolutie nu over 17 procent van het nationaal inkomen. Het welvarendste deciel (een tiende van de totale volwassen bevolking) incasseert 45,5 procent. De tussenliggende middengroep, die 40 procent van de bevolking uitmaakt, maakt aanspraak op 37,5 procent van het nationaal inkomen.

RijkenArm20steEeuw

Qua ‘ongelijkheid’ verkeert Rusland anno 2016 op het niveau van de Verenigde Staten en Canada, betoogt het World Inequality Report dat medio december 2017 is verschenen. Rusland neemt met deze aandeelpercentages overigens niet de topposities in de wereld in. De bovenste decielen in India, Brazilië (ongeveer 55 procent) en veel landen in het Midden-Oosten (ruim 60 procent) zijn relatief rijker.

Deze cijfers betekenen niet dat alleen de bovenste laag van de Russische bevolking heeft geprofiteerd van de economische groei. Ze illustreren slechts dat het rijkste deciel afgelopen kwart eeuw ruim tien keer meer heeft geprofiteerd van die groei dan de middelste groep van 40 procent. De onderste helft is relatief licht achteruitgegaan. In vergelijking met West-Europa is het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking in Rusland gestegen: van 40 procent qua koopkracht ten opzichte van Duitsland, Verenigd Koninkrijk op het dieptepunt in 1995 tot bijna 70 procent nu.

Effecten schoktherapie

Het groeiende aandeel van het rijkste tiende deel van de Russische bevolking voltrok zich na 1990 in hoog tempo. Toen partijleider Michail Gorbatsjov in 1985 aan de macht kwam, beschikte de welvarendste tien procent over ongeveer 22 procent van het nationaal inkomen van de Sovjet-Unie. In Frankrijk was dat diezelfde tijd circa 30 procent en in Verenigde Staten ruim 35 procent. Nu staan de rijkste Russen en Amerikanen op één lijn: beide hebben ruim 45 procent van het nationaal inkomen. In Frankrijk is dat aandeel slechts licht gegroeid tot 35 procent. Binnen het bovenste deciel is de ongelijkheid eveneens toegenomen: het rijkste percentiel incasseert 20,2 procent van het bruto binnenlands product.

Door deze ontwikkeling is de GINI-coëfficiënt nu 0,414. Dat is een lichte daling ten opzichte van de economische groei-jaren daarvoor. De GINI-coëfficiënt drukt relatieve inkomensverschillen uit tussen 0 (volstrekte gelijkheid) en 1 (totale ongelijkheid). In Rusland is de GINI-coëfficiënt gegroeid van 0,387 in 1996, via 0,395 in 2000 tot 0,419 in 2013, aldus de nieuwsite RBK.

Gelijkheid à la Brezjnev

Op grond van zijn kwantitatieve berekeningen komt het World Inequality Report tot de conclusie dat de inkomensgelijkheid het grootst was in de eerste jaren van het bewind van secretaris-generaal Leonid Brezjnev. In 1968 beschikte de onderste helft van de bevolking over 32 procent van het nationaal inkomen, de middengroep over 46 procent en het rijkste deciel over 22 procent.

Om hoeveel mensen gaat het

Rijkste percentiel met een gemiddeld jaarinkomen van € 469.000: 1,15 miljoen volwassen Russen.
Bovenste deciel met een gemiddeld jaarinkomen van € 105.500: 11,5 miljoen volwassenen.
Middelste veertig procent met een gemiddeld jaarinkomen van € 21.700: 46 miljoen volwassenen.
Onderste helft met een gemiddeld jaarinkomen van € 7.880: 57,5 miljoen volwassenen.

Het rapport van het World Inequality Lab is niet boven elke kritiek verheven. Over diens onderzoeksmethodiek is ook in Rusland geen consensus. ‘Thomas Piketty levert goed werk, maar er is zeker een discussie mogelijk over de waarde van de sovjetstatistieken die hij gebruikt’, zegt de Russische econoom Jevgeni Gontmacher, wetenschappelijk medewerker van het Primakov Instituut voor Wereldeconomie en Internationale Betrekkingen. ‘Maar vast staat dat de ongelijkheid in Rusland groeit. Gelijkheid is meer dan inkomen en geld. Het gaat ook om toegang tot de gezondheidszorg en het onderwijs’, aldus Gontmachter in een gesprek met RaamopRusland in het najaar van 2017.

Belastingdruk

Op zijn persconferentie van 14 december benadrukte president Poetin een en andermaal dat hij in zijn komende ambtstermijn tot 2024 werk zal maken van de bestrijding van deze tegenstellingen. In alle regio’s van Rusland zou de welvaart even hoog moeten zijn, beoogde hij. Als eerste stap kondigde Poetin aan dat de belastingen in 2018 niet omhoog zullen gaan. Eerder opperde premier Dmitri Medvedev belastingvrijstelling voor de allerarmsten.

Volgens het World Inequality Lab is dat geen effectief pad als de Russische regering de inkomensgelijkheid wil bevorderen. Beter zou het volgens de groep rond Piketty zijn om de inkomstenbelasting op progressieve leest te schoeien. Nu kent Rusland een vlaktaks van 13 procent, ongeacht iemands inkomen, en een omzetbelasting van maximaal 18 procent van talrijke specifieke en/of lokale belastingen.

 

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.