Russische kunstenaars staan voor de keuze: geld of vrijheid?

Corona is ook voor de Russische cultuur rampzalig en bedreigt de musea, podia en filmtheaters: er is geen publiek. Maar de situatie in Rusland wijkt sterk af van die in het Westen. Enerzijds is de staatssteun voor de kunsten in Rusland traditioneel (nog steeds) enorm groot, anderzijds neemt de druk van die geldgever hand over hand toe. Censuur bestaat niet meer, maar de officiële canon van patriottisme en militarisme wordt met andere middelen opgelegd, zegt cultuurcriticus Andrej Archangelski. De scandaleuze fraudezaak tegen regisseur Kirill Serebrennikov heeft laten zien hoe de overheid de vrije kunsten effectief kan muilkorven.

serebrennikov achter tralies foto facebookRegisseur Kirill Serebrennikov na slepende rechtszaak werd tot drie jaar voorwaardelijk veroordeeld wegens 'grootschalige fraude met staatssubsidie' 

door Andrej Archangelski

In Europa en Amerika heeft de cultuur fors te lijden onder de pandemie. Veel theaters gaan dicht, veel artiesten en muzikanten verliezen hun werk. In Rusland worden de belangrijkste cultuurinstanties (theaters, musea, bibliotheken) gefinancierd door de overheid, die ook tijdens de pandemie de lonen doorbetaalde. Een paar hoofdstedelijke theaters ontvingen aanvullende subsidies van de gemeentelijke overheid. Medewerkers in de cultuursector verdienen in principe weinig (300 tot 500 euro per maand), maar hoeven niet voor ontslag te vrezen. In Rusland is niet één staatsmuseum of -theater gesloten; vanaf 15 juli zijn de belangrijkste culturele podia in Moskou en Sint-Petersburg alweer open voor publiek. Dat is allemaal dus niet zo slecht geregeld, zou je denken...

Toch heerst er ook in de Russische culturele sector een paniekerige stemming. Alle cultuursectoren lijden enorme verliezen. Zelfira Tregoelova, directrice van het Moskouse Tretjakovmuseum, zegt vanwege de quarantaine zo’n 2,7 miljoen euro verlies te hebben geleden. De Hermitage in Sint-Petersburg is alweer in bedrijf, maar ontvangt een beperkt aantal bezoekers (maximaal zestig per uur) die alleen vaste routes mogen volgen. Directeur Michail Piotrovski heeft bekend gemaakt dat het museum kortingen voor gepensioneerden afschaft en de toegangsprijs met 10 procent verhoogt.

Het was voorheen taboe om het over prijsverhogingen voor de cultuur te hebben, maar door de pandemie is iedereen zich openlijk gaan uitspreken. Het nieuwe seizoen van de meeste Russische theaters begint op zijn vroegst pas in september. Ook zij zullen het aantal bezoekers tot de helft moeten terugbrengen. De verliezen die regionale cultuurinstellingen door de pandemie leden bedragen zo’n 25 miljoen euro. 

Het Internationaal Monetair Fonds heeft de krimp van de Russische economie in 2020 op zo’n 6,6 procent geschat. Cultuurleiders zijn bang dat de overheid zal gaan bezuinigen op cultuur. Juist in deze tijd verkeren alle voordelen van overheidssteun voor de cultuur in hun nadeel. Nog vóór het virus uitbrak wilde de overheid het aantal repertoiretheaters al beperken (in Rusland zijn er meer dan zeshonderd) – maar voorheen stuitte dit idee op felle tegenstand van de theaters. Met de pandemie is het idee opnieuw actueel geworden: Vladimir Kechman, leider van twee staatstheaters, in Sint-Petersburg en Novosibirsk, heeft voorgesteld het aantal muziektheaters in Rusland (het zijn er ongeveer dertig) te reduceren omdat ze niet rendabel zijn. De paradepaardjes van de Russische cultuur die bekend zijn bij de toeristen - Bolsjoj Theater, Tretjakovmuseum en Hermitage - zullen uiteraard blijven bestaan, maar wat is het lot van andere theaters en musea?

Loveless van ZvjagintsevScene uit de film Loveless van Andrej Zvjagintsev

Overheid en cultuur

Rusland telt momenteel 619 (!) staatstheaters, maar er zijn er maar vijf of zes die niet verliesgevend zijn voor de overheid. Hetzelfde kan gezegd worden over de musea. Slechts acht van de achtenzestig films die in 2019 door de overheid gesubsidieerd zijn hebben in de bioscoop hun geld terugverdiend (over 2020 hoeven we het niet te hebben, omdat er vanwege de pandemie bijna geen films vertoond zijn). De vraag rijst: waarom torst het Kremlin die zware last? Waarom blijft het een verliesgevende sector financieren?

Na dertig jaar kapitalisme in Rusland had een deel van de musea en theaters overgedragen kunnen worden aan het particuliere bedrijfsleven, maar de overheid hield lang een mecenaatswet tegen die cultuursponsors belastingvrijstelling geeft. Bijgevolg ging het bedrijfsleven niet in cultuur investeren: het levert niets op. Maar zelfs nu geeft het Kremlin de cultuur nog niet in particuliere handen: het beschouwt cultuur als een bron van politieke propaganda.   

De relatie tussen staat en cultuur heeft onder Poetin drie etappes doorlopen.

  • Van 2000 tot 2012 heeft het Kremlin zijn best gedaan om zoveel mogelijk cultuurvormen te subsidiëren, inclusief de avant-garde. Het Kremlin meende op die manier alle kunstenaars financieel aan het lijntje te kunnen houden.
  • Na de massaprotesten in 2012, die ook steun kregen vanuit de cultuursector, begon de staat de filmindustrie en de theaters op agressieve wijze een patriottische koers op te dringen. Hoofddoel was ‘de jeugd in de juiste geest op te voeden’. Maar ook dat plan werkte niet: in 2017 ging juist de onder Poetin opgegroeide jeugd de straat op. Politieke protesten werden door een groot aantal bekende acteurs en musici gesteund: ze ondertekenden steunbetuigingen aan politieke gevangenen en activisten of weigerden op te treden op staatsconcerten.
  • Sinds 2017 is het Kremlin teleurgesteld geraakt in de cultuur als ideologisch instrument en spreekt het de taal van geld en dreigementen: van de cultuursector wordt nu efficiëntie geëist. Daarbij intimideert de staat de meest onafhankelijke cultuurdragers. De zaak tegen regisseur Kirill Serebrennikov [beschuldigd van grootschalige fraude met staatssubsidie] was voor alle anderen een waarschuwing.

Een Russisch spreekwoord zegt: ‘een koffer zonder handvat is lastig te dragen maar het is zonde om hem weg te gooien’. Dit is precies van toepassing op cultuur en overheid. Die houden elkaar nu in een wurggreep. Begin 2020 verliet de in schandalen verwikkelde ultra-nationalistische minister van Cultuur Vladimir Medinski zijn post en werd adviseur van president Poetin. De nieuwe minister Olga Ljoebimova opereert liever in de schaduw. Op het ogenblik weten ze in het Kremlin duidelijk niet wat ze met de cultuur aan moeten: ze hebben nu trouwens belangrijker zorgen.

ballet nureyevHet ballet Noerejev (regie Serebrennikov), over de beroemde homoseksuele balletdanser die in 1962 de USSR ontvluchtte werd eerst afgeblazen en later slechts 2 keer in het Bolsjoj Theater opgevoerd (foto Bolsjoj Theater)

Niet-officiële kunst

In de laatste honderd jaar heeft zich een wetmatigheid afgetekend: de opbloei van de Russische cultuur is altijd samengevallen met een liberalisering van de politiek. De taal van de artistieke avantgarde (Malevitsj en Kandinski) en van de nieuwe muziek (Sjostakovitsj) dateert van direct na de Oktoberrevolutie, in de twintiger jaren. Een nieuwe belangstelling voor de Russische cultuur ontstond in de wereld tijdens de Dooi van Nikita Chroesjtsjov in de jaren 60: de dichter Iosif Brodski, de schrijver Boris Pasternak, de beeldhouwer Ernst Neizvestny. De daaropvolgende renaissance van de Russische cultuur vond plaats tijdens de perestrojka van Grbatsjov en onder het bewind van Boris Jeltsin (de jaren 80 en 90). De nieuwe vrijheden leidden tot nieuwe culturele ontwikkeling in de film (Aleksandr Sokoerov en Andrej Zvjagintsev), de literatuur (Viktor Pelevin en Vladimir Sorokin), de rock-muziek (Joeri Sjevtsjoek en Boris Grebensjtsjikov).

In de jaren van Stalin (1930 -1950) of Brezjnev (de zeventiger jaren) verdorde de Russische cultuur, kwam tot stilstand en reproduceerde slechts de vormen uit het verleden. De cultuur speelde in tijden van terreur en stagnatie altijd de rol van dienaar van de staat en was een instrument van de politiek. In dat opzicht lijkt de periode van Poetin op de Stalin- en Brezjnevtijd: de artiest speelde een ondergeschikte rol, censuur en zelfcensuur speelden de hoofdrol en nieuwe ideeën ontbraken. 

Wat wil Rusland vandaag de dag tegen de wereld zeggen bij monde van de officiële cultuur? Welk signaal geeft het land af, welk programma biedt het? Niks nieuws onder de zon: conservatisme en militarisme. Nog altijd presenteert Rusland zich als een wereldmuseum van het verleden: klassiek, klassiek en nog eens klassiek. Het Moskouse MChAT-theater, dat een bastion van patriottisme is geworden, heeft onlangs ‘de heropvoering van een toneelstuk in een enscenering van het jaar 1940’ gepresenteerd als belangrijkste première van het seizoen. In musea zijn tentoonstellingen van socialistisch-realistische schilderkunst erg populair. Officiële instituten bewonderen alleen wat oud is, wat stamt uit sovjet- of tsarentijd. In Rusland is nostalgie tot belangrijkste kunst verheven. De cultuur moet de formules over nationale eenheid, patriottisme en overwinning opdreunen.

Wat wil Rusland de wereld zeggen bij monde van de officiële cultuur? Niks nieuws onder de zon: conservatisme en militarisme

Maar de Russische cultuur heeft de wereld ook niets moderns te bieden. Bekende regisseurs en dirigenten verlaten het land. In 2019 gaf Teodor Koerentzis, een dirigent van wereldfaam en leider van het Opera- en Ballettheater in Perm, op de website van het theater te kennen dat hij zijn post verlaat vanwege het ‘tekortschieten’ van de plaatselijke autoriteiten. Een eminent operaregisseur, Dmitri Tsjernakov, gaf de afgelopen vijf jaar zestien opvoeringen in Berlijn, Londen, Amsterdam, Parijs, Brussel, München, Lyon, Zürich, Hamburg, Keulen – en slechts één in Moskou. Regisseur Dmitri Krymov, oprichter van een unieke theaterstudio in de ‘School voor dramatische kunst’ moest na er twintig jaar ontslag nemen. In een open brief citeerde hij een uitspraak van de bekende sovjet-dissident en schrijver Andrej Sinjavski: ‘Het sovjet-gezag en ik hebben een verschil van mening over stijl’. [Sinjavski kreeg 7 jaar strafkamp omdat hij zijn satires in het buitenland publiceerde - red.].

Andere vernieuwers, zoals regisseur Kirill Serebrennikov, zijn gestraft voor hun vooruitstrevendheid. In 2017 werd Serebrennikov aangeklaagd voor verduistering van overheidsgeld, ook al toonde onafhankelijke expertise aan dat hij zelfs eigen geld in zijn voorstellingen had gestopt. Het proces tegen Serebrennikov duurde drie jaar, waarna hij uiteindelijk een voorwaardelijke straf kreeg van drie jaar en een gigantische boete – samen met nog twee collega’s moet hij meer dan anderhalf miljoen euro betalen aan de staat. Zolang hij niet betaalt mag hij het land niet uit. Op zijn hele vermogen is beslag gelegd.

film prazdnik afbeelding 2Regisseur Aleksej Krasovski kreeg problemen rondom zijn film Feest, over sovjet-functionarissen tijdens het beleg van Leningrad

Tegelijkertijd heeft hij wel toestemming gekregen om leiding te blijven geven aan zijn theater, het Gogol-Centrum. Tot op heden blijft het een raadsel wie het initiatief nam om Serebrennikov te vervolgen. In ieder geval heeft het proces de hele cultuursector schrik aangejaagd: iedereen weet nu dat het gevaarlijk is om geld aan te nemen van de overheid.

Een nieuwe generatie filmregisseurs heeft zich al aangeleerd onafhankelijke films te maken met privégeld; wat ze overigens niet vrijwaart van vervolging. In 2018 maakte Aleksej Krasovski de film Feest [Prazdnik] over een gezin van Sovjet-functionarissen dat Oud- en Nieuw viert tijdens het beleg van Leningrad in 1941. De regisseur zette zijn film op internet. Al gauw werd hij door de politie beschuldigd van financiële manipulaties.

Is er nog een tegencultuur?

Hoe staat het vandaag de dag dan met de Russische tegencultuur? Hier volgen enkele voorbeelden. De kunstenares en LGBT-activiste Joelia Tsvetkova wordt voortdurend beboet wegens ‘het propageren van niet-traditionele seksuele relaties’. Dit onlangs nog naar aanleiding van een tekening waarop twee gezinnen  met ouders van hetzelfde geslacht en hun kinderen zijn afgebeeld. Eind 2019 werd Tsvetkova aangeklaagd voor het verspreiden van pornografie vanwege tekeningen uit de serie  Vaginamonologen. Er hangt haar een gevangenisstraf van zes jaar boven het hoofd.

In ART4, de Moskouse privé-galerie waar Oleg Navalny, broer van oppositieleider Aleksej, heeft geëxposeerd, en ook het geëngageerde kunstcollectief ‘Oorlog’, heeft de politie onlangs huiszoeking gedaan. De rapper Husky werd in 2018 in Krasnodar tien dagen vastgehouden omdat hij een publiek optreden probeerde te geven vanaf het dak van een auto. Een afgevaardigde uit Petersburg, Vladimir Petrov, heeft het Russische Openbaar Ministerie verzocht om rapconcerten in het land te verbieden vanwege hun ‘negatieve invloed op de jeugd’. Optredens van de groepen IC3PEAK en Friendzone werden verboden.

tsvetkova julia vervolgd vanwege tekeningenKunstenares Julia Tsvetkova wordt vervolgd wegens haar LGTB-tekeningen: Een gezin is daar waar liefde heerst

In de zomer van 2020 waren er acht (!) huiszoekingen bij leden van kunstcollectief ’Oorlog’ en bij de uitgever Pjotr Verzilov. Onlangs heeft deze activist vijftien dagen vastgezeten op beschuldiging van vandalisme. Ook is hij aangeklaagd omdat hij niet officieel had aangegeven dat hij behalve Russisch ook Canadees staatsburger is. Mensen als Verzilov sporen niet langer met de huidige ideologie: waarschijnlijk willen ze hem dwingen uit Rusland te vertrekken.

Weer valt de kunst uiteen in een officieel en niet-officieel kamp

De moderne kunst kan niet om de politiek heen. Op het Rode Plein hebben activisten onlangs met hun lichamen het jaartal 2036 uitgebeeld (tot die tijd mag Poetin nu president van Rusland blijven) als protest tegen de aanpassingen van de grondwet. Onder de deelnemers aan de actie bevonden zich de gemeenteraadsleden Ljoesja Sjtejn en Viktor Kotov, Pussy Riot-leden Aleksandr Sofejev en Nika Nikoelsjina, en de activisten Maria Bezverchaja, Gosja Kozjevnikov, Liza Samojlova en Maria Timofejeva. Ze zijn allemaal aangehouden door de politie.

Het is nu iedereen wel duidelijk dat de vrijheid van de kunst in Rusland zal afnemen (zowel om ideologische als financiële redenen). Kunstenaars die onafhankelijk willen blijven zullen de overheid de rug toekeren en zich bij de underground aansluiten. Het Kremlin zal dat wellicht niet willen toestaan, want men herinnert zich daar nog goed hoe het sovjet-gezag in de jaren zeventig-tachtig de strijd tegen de onafhankelijke kunst verloor. Het Kremlin poogt nu een nieuwe norm voor toegestane vrijheid te formuleren, want in Rusland is er nog een handjevol kunstenaars die kritiek mogen leveren op de autoriteiten, maar daarnaast staatssubsidie ontvangen. In de hedendaagse wereld, waar kritiek op het gezag de norm is, lijkt zo’n model echter utopisch.

Echte kunst is altijd kritisch, en dat willen ze maar niet snappen in het Kremlin. In de officiële kunst is geld voorhanden, maar je mond opendoen is er niet bij. In de niet-officiële kunst is geen geld, maar wel vrijheid van meningsuiting. Op die manier herhaalt zich de situatie die we kennen uit de USSR: de Russische kunst valt razendsnel uiteen in een officieel en niet-officieel kamp. Deze scheidslijn wordt steeds duidelijker zichtbaar. Precies hetzelfde voltrekt zich in andere levenssferen.  

 

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.