Dit weekeinde ging in een voormalig gebouw van de koekjesfabriek Bolsjewiek aan de Leningrad Prospekt in Moskou het Museum van Russisch impressionisme open. Het toont schilderijen van Russische impressionisten als Konstantin Korovin, Valentin Serov, Stanislav Zjoekovski, Igor Grabar, Konstantin Joeon en Boris Koestodijev. Het museum is een initiatief van de Russische kunstverzamelaar Boris Mints.
Veel van de Russische impressionisten zijn voor de collectie uit het buitenland naar Rusland teruggehaald.
Volgens de site van het nieuwe museum ontstond het Russische impressionisme onder een slecht gesternte. 'Geboren aan het eind van de 19de eeuw werd het actief verdrongen door de avantgarde. En na de revolutie bleek het helemaal "buiten het systeem" beland. Maar desondanks bleven vele kunstenaars vóór en na de politieke omwenteling in het land in impressionistische stijl werken, experimenteren met licht en kleur en streefden ernaar stemmingen en emoties weer te geven en de meest ijle luchtvibraties te vangen.'
Na de revolutie van 1917 werd het impressionisme al snel verdrongen door avantgardistische kunststromingen die de nieuwe tijd enthousiast omarmden. In de loop van de jaren 20 werd de avantgarde op zijn beurt verboden en gelijkgeschakeld in het dogma van het 'socialistisch realisme', dat vanaf 1934 de verplichte kunstvorm in de Sovjet-Unie werd.
Het gebouw van het nieuwe museum staat op het terrein van de eerste volledig geëlectrificeerde bonbonfabriek in Moskou, die open ging in 1884. Men produceerde er bonbons, marmelade, gebakjes, ijs en peperkoek. Na de revolutie, in 1918, werd de fabriek genationaliseerd en omgedoopt in Bolsjewiek. Het Museum van Russisch impressionisme is ingericht in een vroegere opslagplaats voor meel en suiker uit de jaren 60 van de vorige eeuw.
Nikolaj Doebovskoj, Bergdorp (1911)