De Russische film bevrijdt zich van staat

In 2017 trok een rap-battle op internet 16 miljoen kijkers. Die dag veranderde alles. In het Kremlin begrepen ze eindelijk dat een hele generatie het Kremlin was ontglipt. Onafhankelijk theater, muziek en film in Rusland worden steeds populairder. Op internet is een samizdat-cultuur onstaan, bekostigd via crowdfunding. Hoe meer de staat zal proberen het gevoel en de gedachten van de burgers te controleren, des te meer verzet roept dat op, schrijft onze cultuurcriticus Andrej Archangelski.

door Andrej Archangelski

Al twintig jaar zoekt de Russische overheid eigen methoden voor controle op de maatschappij, om steeds weer uit te komen bij het sovjet-model. Hoe het met de cultuur is gegaan is daarvan een duidelijk voorbeeld.

De relatie van het Poetin-bewind met de cultuur valt uiteen in twee perioden. Over de eerste periode, van 2000 tot 2012, is de algemene opvatting dat de overheid zich toen niet met de cultuur bemoeide. In feite werd in die jaren de hele massacultuur kunstmatig op een andere leest geschoeid.

nashestvie
Het rockfestival Nasjestvije (Invasie), met 200.000 bezoekers het grootste openluchtfestival in Rusland,  wordt gesponsord door het ministerie van Defensie (foto mil.ru)

In 2005 had Vladislav Soerkov, destijds plaatsvervangend hoofd van de presidentiële administratie, een inmiddels beroemde ontmoeting met rock-musici. Waarover zij spraken is tot op de dag van vandaag niet bekend, maar aangenomen wordt dat Soerkov de musici vroeg om ‘zich niet met politiek in te laten’ (Een jaar eerder vond in Oekraïne het eerste Maidan-protest plaats tegen de gemanipuleerde uitslag van de presidentsverkiezingen.) Het gevolg: rockmuziek werd apolitiek en veel rockmusici treden tegenwoordig op omringd door tanks en artilleriegeschut op het rockfestival Nasjestvije (Invasie).

In die tijd kweekten de televisiezenders met behulp van het programma Sterrenfabriek nieuwe gecontroleerde popmuziek, die de plek innam van de spontane popmuziek uit de jaren ’90. Voeg daar nog aan toe de Comedy-club, een nieuw format voor humor, dat samen met het aloude tv-spel KVN (afkorting voor Club van vrolijke en vindingrijke mensen) de toon zette. Het resultaat: dankzij staatsbemoeienis werd vanaf 2000 kunstmatig een nieuwe massacultuur geschapen van dans, zang en humor op televisie, die de gedachte inprent van algeheel geluk of althans welbehagen.

Tweedeling

Lange tijd leek het alsof de amusementsfabriek de smaak van de meerderheid bevredigde. Maar in 2017 kwam de donderslag: in de zomer werd een rap-battle gehouden tussen de rappers Gnojny en Oxxxymiron, die op YouTube door 16 miljoen mensen werd bekeken (inmiddels staat de teller op 38 miljoen). Die dag veranderde alles. In het Kremlin begrepen ze eindelijk dat er naast de door hen gecontroleerde televisiewerkelijkheid een hele wereld van onafhankelijke popcultuur op internet bestond, die in twintig jaar tijd van marginaal was uitgegroeid tot een massaverschijnsel. De overheid had nauwelijks een idee wat zich daar afspeelt. Zo bleek een hele generatie het Kremlin ontglipt.

rap battle oxxxyDe rap-battle tussen Oxxxymiron en Gnojny (rechts; beeld Youtube)

De niet-officiële cultuur, die op de tv niet te zien is, verschilt van de officiële als hemel en aarde. Er zijn geen verboden onderwerpen, de overheid mag worden bespot, je kunt zeggen wat je denkt en voelt. Er is een andere taal en een andere manier van denken, gespeend van zelfcensuur. De bloei van deze cultuur viel samen met de jeugdprotesten van 2017. Eerst probeerde de overheid ‘vriendschap te sluiten’ met bloggers en rappers. Ze werden gevraagd om te spreken in de Doema, maar die vriendschap liep op niets uit. De internetcultuur heeft niets te danken aan de overheid en kan onmogelijk worden geregisseerd. Je kunt stellen dat de Russische cultuur gespleten is. Net zoals in de sovjet-tijd bestaat er een officiële (op tv) en niet-officiële (op internet) cultuur.

Ministerie van controle

De taak om de jeugd terug te leiden naar het territorium van de staat is toebedeeld aan het ministerie van Cultuur. In het eerste decennium van 2000 had de tv de rol van opvoeder, maar nadat Vladimir Medinski in 2012 minister van Cultuur werd is de rol van het ministerie gegroeid. Deze staatsinstelling heeft twee uiterst belangrijke functies: controle uitoefenen op talloze instellingen en verdeling van de financiële middelen.

De overheid neemt een deel van de financiering van cultuur voor haar rekening. Dat is niets bijzonders, ook in Europa niet. Cultuur kan echter ook een goede financiële investering zijn. In veel landen werkt dat met een heel simpele maatregel: mensen die geld in cultuur investeren krijgen belastingkorting. In Rusland verschenen in de jaren '90 de eerste maecenassen, maar wetgeving voor hun activiteiten ontbrak. Een belastingwet voor maecenassen werd pas in 2018 aangenomen. Daarom misten particuliere bedrijven in Rusland twintig jaar lang de economische motivatie om kunst te steunen en behield de staat het financiële monopolie in de cultuur.

Omdat geld voor cultuur alleen van de staat komt, maakt het ministerie van Cultuur tegenwoordig iedereen wijs dat de staat in ruil voor ‘zijn geld’ het recht heeft om van de kunstenaar loyaliteit te eisen. Daarbij moet men weten dat Rusland geen enkele officiële ideologie kent (die is bij de grondwet verboden); onofficieel heet de ideologie ‘patriottisme’. Onder patriottisme wordt de bereidheid verstaan om je leven voor het vaderland te geven als dat wordt verlangd. Het duidelijkst kwam dat idee te voorschijn in de film Bataljon (2015). In feite betekent patriottisme loyaliteit aan de staat onder elke omstandigheid.

winzavodHet centrum voor moderne kunst Vinzavod (Wijnfabriek) in Moskou (foto mos.ru)

De Russische cultuur viel in de jaren ’90 uiteen in verschillende segmenten, die allemaal een verschillende mate van onafhankelijkheid van de staat tentoon spreidden. De meest onafhankelijke tak is tegenwoordig de kunstbusiness (zoals bijvoorbeeld het centrum voor moderne kunst Vinzavod in Moskou). Soms vallen semi-militaire organisaties binnen bij tentoonstellingen in de Vinzavod (een oude wijnfabriek), zoals ook gebeurde bij een fototentoonstelling van de broers Sturges in fotogalerie De Gebroeders Lumière.

Je kunt tegenwoordig vrijwel elk boek in Rusland drukken, dat is geen probleem, maar de literatuur speelt geen vooraanstaande maatschappelijke rol meer en is ook geen symbool meer van het vrije denken.  Die rol is overgenomen door het theater, de vrijplaats voor de kunst in Rusland. Het Russische theater bloeit, het is actueel en internationaal gewild. Het is lastig er door middel van geld controle op uit te oefenen (theaters zijn weliswaar meestal van de overheid, maar de kosten zijn veel lager dan voor film;  voor een toneelstuk heb je bij wijze van spreken niet meer dan drie stoelen nodig).

De staat heeft op verschillende manieren geprobeerd onwelgevallige theaters te controleren. Het particuliere Theater.doc (in 2002 opgericht) is een paar keer uit zijn gebouw gezet. In 2015 betichtte onderminister van Cultuur Vladimir Aristarchov het theaterfestival Gouden Masker van russofobie. De strafzaak tegen regisseur Kirill Serebrennikov en zijn Zevende Studio kan vermoedelijk ook worden gezien als een poging om toneelmakers bang te maken  - van financiële fraude kun je met Ruslands ondoorzichtige regelgeving immers elk theater beschuldigen. Maar het blijkt onmogelijk om volledige controle over het theater uit te oefenen. Met veel meer succes controleert de staat tegenwoordig de film, de kunstvorm die de grootste massa bereikt.

De Medinski-cinema

Tot het moment dat de staat zich met de ideologie ging bemoeien, subsidieerde het ministerie van Cultuur iedere film, met als uitgangspunt: ‘niet veel geld, maar geld voor iedereen’. In 2012 werd de financiering van de filmindustrie gereorganiseerd. Tegenwoordig verdeelt het Filmfonds het geld van het ministerie. De toewijzing van subsidie wordt bepaald door de mate van succes (er is een toptien van studio’s) en het resultaat van een jaarlijkse pitch. Bij grote commerciële films kan de staatsbijdrage oplopen tot 30 à 40% van het budget. De rest wordt gefinancierd door investeerders, zegt de bekende Russische producer Igor Tolstoenov.

film bataljonAffiche voor de film Bataljon met een vrouwelijke oorlogsheldin als hoofdpersoon

Producers, scenarioschrijvers en regissseurs hebben geen aanwijzingen nodig om te snappen welke voorstellen de staat wil steunen en welke niet.  Het resultaat is dat onder minister Medinski een nieuwe standaard voor patriottische films is ontstaan. Elk jaar worden er in Rusland ongeveer twintig tot dertig oorlogsfilms gemaakt. Allemaal min of meer volgens hetzelfde recept: een verzonnen of waar gebeurde oorlogsepisode, waarin het leger en de veiligheidsdiensten een heldenrol spelen en waarin als enig idee wordt ingeprent dat sneuvelen voor het vaderland het beste is dat een burger kan doen.

Qua esthetisch niveau doen deze films denken aan de cinema uit de Stalin-tijd: in plaats van een conflict zien we de strijd tussen ‘goed en beter’. Een abstract 'Westen' heeft de rol van vijand en het is direct duidelijk wie de vijand is en wie aan de goede kant staat. Het ministerie denkt dat het met zulke films de ‘bedorven’ post-sovjet generaties die opgegroeid zijn met Hollywood-films kan heropvoeden.   

In 2016 kreeg het ministerie het recht de distributie van Russische films te reguleren. Daarmee kan de overheid de datum van premières van films in het buitenland verzetten en over de premières in Rusland beslissen. In februari 2015  verschoof Walt Disney de release van Avengers: Age of Ultron om in Rusland een week eerder uit te kunnen komen dan met de wereldpremière, omdat op die datum de première van de Russische patriottische film A zori zdes' tichie (De dageraad is hier stil) stond gepland.

In 2018 is deze praktijk normaal geworden. Op 1 januari 2019 was de enige première in Russische bioscopen de oorlogsfilm T-34 over tanksoldaten. Dit protectionisme heeft de Russische filmindustrie aan flinke inkomsten geholpen, maar kan er niet voor zorgen dat de Russische film het niveau van Hollywood haalt.

Vlucht uit de staatsbeknelling

De film Leviathan van Andrej Zvjagintsev (2015), die Russische functionarissen kritiseerde, werd in de staatsmedia neegesabeld. Het hoofdargument van critici was: ‘Hij beledigt ons land met geld van de staat’. Overigens hoefde de woordvoerder van de president Dmitri Peskov maar wat verzoenend commentaar te geven of de kritiek verstomde. Maar iedereen begreep de bedoeling: kritische films maken in Rusland met staatssubsidie is verboden. Tegenwoordig staat elke regisseur in Rusland voor de keuze tussen relatieve financiële stabiliteit en vrijheid van meningsuiting.

film intieme plekkenDe makers van de onafhankelijk gefinancierde film Intieme plekken (foto vrij van rechten)

Tot voor kort leek het alsof het onmogelijk was om particuliere financiering te vinden voor onafhankelijke films in Rusland (minimaal een paar miljoen dollar zonder garantie dat de investering terugverdiend wordt); maar dat geld blijkt wel degelijk voorhanden. Bij de middenklasse is een vrijwillige bijdrage geven tegenwoordig een populaire vorm om nee te zeggen tegen de staat. Al in 2013 werd voor het eerst een speelfilm zonder staatssubsidie gemaakt. Dat was Intimnie mesta (Intieme plekken) van Natasja Merkoelova en Aleksej Tsjoepov. Het is een parodie op een vrouwelijke overheidsfunctionaris, die vecht voor fatsoen. Een paar jaar later zien we een massale vlucht van regisseurs uit de staatsbeknelling.

In 2016 waren op het Kinotaurus filmfestival (de grootste vertoning van art-house films) 9 van de 14 films die deelnamen aan de competitie gemaakt zonder overheidssubsidie. In 2017 waren drie films die door Rusland voor het Cannes-festival waren ingestuurd ook gemaakt zonder staatssteun: Loveless van Zvjagintsev, A Gentle Creature van Loznitsa en Closeness van Balagov.

Al deze films kwamen niettemin in de officiële Russische distributie. Eind 2018 veranderde alles weer. De Russische regisseur Aleksej Krasovski maakte de komedie Feest over hoe een geprivilegieerd gezin van een sovjet-geleerde in 1941 nieuwjaar viert in het belegerde Leningrad.  Nog voor de film uit kwam klonk er kritiek van Doema-leden. Niet alleen maakte Krasovski de film van particuliere investeringen en bijdragen, maar hij weigerde ook een officieel distributiebewijs (verplicht voor de distributie van films in Rusland). In januari 2019 zette hij zijn film gratis op YouTube. Zo bleef het complete maak- en distributieproces buiten de greep van de staat.

Als een jaloerse echtgenoot kan de staat zich hiermee niet verzoenen. Krasovski kreeg een lawine van beschuldigingen over zich heen, variërend van extremisme tot economische overtredingen. In december vorig jaar begon justitie in Sint-Petersburg een onderzoek naar de ‘omstandigheden van de productie’ van zijn film. Intussen is de regisseur voor verhoor bij de politie ontboden. De film is inmiddels  meer dan een miljoen keer bekeken en het bedrag van de vrijwillige bijdragen in de eerste tien dagen van de ‘distributie’ was 3,3 miljoen roebel (de film heeft 3,5 miljoen roebel gekost).

De niet-officiële cultuur in Rusland krijgt steeds meer materiële en morele steun van de maatschappij. Hoe komt dat? In Rusland is al een tweede post-sovjet generatie opgegroeid die zich oriënteert op universele en niet op binnenlandse voorbeelden van cultuur.  Daarom zijn op internet onafhankelijke rapgroepen en musici buitengewoon populair. Is nu wellicht de tijd rijp voor de onafhankelijke film?

Samen met andere genres (theater, muziek en zelfs televisie) kan dit, via internet, een nieuwe samizdat scheppen, naar het voorbeeld van de samizdat [samizdat was in de USSR de term voor 'zelfuitgegeven' teksten die buiten de censuur om werden gekopieerd en doorgegeven - red.] in de sovjet-tijd. Het verschil is dat deze samizdat volgens wetten van de markt functioneert. Mensen zijn bereid te betalen voor hun vrijheid, voor het recht om te zien en te horen wat zij willen. Dat is een immense stap vooruit in het massabewustzijn. Door nieuwe verboden versterkt de Russische overheid de tweedeling tussen de officiële en de niet-officiële cultuur en herhaalt de fouten van het sovjet-bewind. Hoe meer de overheid zal proberen het gevoel en de gedachten te controleren, des te meer verzet zal zij oproepen.

Zie ook Zwarte komedie over beleg van Leningrad niet vertoond en Pa grijpt naar de riem. Waarom het Kremlin de strijd aan gaat met de jeugdcultuur

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.