Zoek constructieve dialoog met Rusland

Op 14 juli schreef de voormalige Nederlandse diplomaat Edy Korthals Altes in NRC een artikel waarin hij pleitte voor een 'speciale regeling' voor Oekraïne. In deze 'deal' met Rusland zou onder meer moeten worden vastgelegd dat Oekraïne geen lid kan worden van NAVO en EU. Hubert Smeets reageerde kort in NRC en later, iets uitgebreider, bij RaamopRusland. Korthals Altes antwoordt nu op zijn beurt. 

door Edy Korthals Altes

Voor ons in Europa is een constructieve relatie met Rusland van vitaal belang. Normalisering van de betrekkingen kan een escalatie van de spanning en een hernieuwde wapenwedloop voorkomen. Bovendien zou dit de mogelijkheid tot samenwerking op tal van terreinen kunnen openen. Afspraken ten aanzien van de Oekraine zijn hiervan een onderdeel. Ik heb dit slechts terzijde aangeduid, maar niet als hoofdmotief.

De toestand in de wereld vraagt om een diplomatiek overleg op korte termijn. Vandaar de oorspronkelijke titel van mijn stuk; de EU – Rusland, geen confrontatie maar dialoog en samenwerking. Het keurslijf van een krantenartikel dwingt je tot beperking. Het is dan ook begrijpelijk dat misverstanden kunnen worden opgeroepen. 

EU verzwakt door Brexit

Voordat ik op de kern van het betoog van de heer Smeets inga, een drietal opmerkingen. Ten eerste heb ik niet gesteld dat de EU schizofreen en zwak is, maar dat de global strategy van de EU schizofreen is. Enerzijds betreft dit de verharding door de verlenging van de sancties, anderzijds samenwerking op aparte onderwerpen. Dat de invloed van de Europese landen op het wereldtoneel sinds de Tweede Wereldoorlog sterk is verminderd, valt niet te ontkennen. 

Ook Brexit heeft de positie van de EU verzwakt.

Ten tweede is voor mij een absolute veiligheidsgarantie voor de Oost-Europese staten een zaak van kardinaal belang. In mijn artikel heb ik hierover geen enkele twijfel laten bestaan.

Daarin had ik gesteld dat noch direct noch indirect aan de soevereiniteit van de vroegere Oostbloklanden mag worden getornd. Vandaar dat ik de wederzijdse terugtrekking vanzware wapens en het afzien van NAVO-manoeuvres achter een nader te bepalen grens uitdrukkelijk heb gekoppeld aan het strikte nakomen van de door de Russen gedane toezeggingen. Dit impliceert dat Poetin zal moeten afzien van groene mannetjes, cyberwarfare en andere destabiliserende acties. 

Ten derde, wat de Oekraïne betreft, heb ik mij moeten beperken tot een summiere aanduiding van de contouren van een speciale regeling. Aan de uitwerking daarvan heb ik geen aandacht kunnen geven. Het argument dat soevereine staten vrij zijn om te beslissen bij welke club ze willen horen, is op zich juist maar gaat voorbij aan de kernvraag of de EU en de NAVO er verstandig aan doen hierop in te gaan. Er zijnzwaarwegende redenen om dit niet te doen. 

Uitbreiding van de NAVO

Manfred Woerner Les Aspin 1993

Secretaris-generaal Manfred Wörner (links) en Les Aspin, minister van Defensie der VS

Volgens de heer Smeets heb ik ten onrechte gesteld dat er een toezegging van Baker aan Gorbatsjov zou zijn gedaan dat er geen uitbreiding van de NAVO in oostelijke richting zou plaatsvinden. Ik heb mij hierin gebaseerd op de mededeling van een gezaghebbende bron. Maar zelfs indien er geen schriftelijke harde toezegging zou zijn gedaan door Baker, is het een elementair feit dat in de negentiger jaren duidelijk verwachtingen zijn gewekt dat de NAVO niet zou worden uitgebreid. Niemand minder dan de NAVO secretaris-generaal Wörner verklaarde in mei 1990 het volgende: “The very fact that we are ready not to deploy NATO troops beyond the territory of the Federal Republic gives the Soviet Union firmsecurity guarantees.” 

In diezelfde tijd herhaalde hij dit nog eens met andere woorden, namelijk dat het toelaten van vroegere Warschaupact-leden “would be a serious obstacle to reachingmutual understanding with the Soviet Union.”

De gesprekken, afspraken en publiek betoonde intenties van de NAVO in de jaren na de val van de Muur mochten door de Sovjet-Unie en later Rusland zonder meer worden opgevat als een garantstelling dat van NAVO uitbreiding voorbij het nieuwe verenigde Duitsland geen sprake zou zijn. Met de veiligheidsbelangen van Rusland zou zorgvuldig worden omgegaan. Bij herhaling zijn dit soort uitspraken op hoog niveau in de NAVO gedaan. We hebben hier echt niet met mythevorming te doen, maar met een verantwoord  rekeninghouden met elkanders vitale veiligheidsbelangen. Van de Amerikaanse zijde is dit in beginsel nageleefd. De uitbreiding die later toch plaatsvond, was geen initiatief van de NAVO of van Amerika, maar werd door hen schoorvoetend geaccepteerd onder druk van de Oost-Europese landen. In westerse landen was het besef duidelijk aanwezig dat een oprukken van de NAVO in oostelijke richting tot spanningen met Rusland zou leiden.

Wanneer we de samenwerking willen bevorderen, moeten wijwederzijds de veiligheidspolitieke belangen respecteren. Het was daarom niet verstandig om Georgie en de Oekraine het lidmaatschap van de NAVO voor ogen te houden. Hiermee raak je immers aan de hoogst gevoelige zenuw van de Russische veiligheid. Een gewonde leeuw moet je niet in de onderbuik prikken. 

Onderhandelingen met Poetin

De onderhandelingen met Poetin zullen overigens niet eenvoudig zijn. Hij heeft zich immers vastgelegd op een herstel van de grenzen van het oude Rusland. Er zijn echter twee factoren waarvoor hij gevoelig zal zijn. Het wegnemen van de angel van de NAVO presentie aan de Russische westgrens verschaft hem meer ruimte voor aandacht aan de kwetsbare oostgrens met China. Opheffing van de sancties en het vooruitzicht op economische samenwerking met de EU kunnen bijdragen aan het herstel van de Russische economie. 

Inderdaad zal veel aandacht moeten worden gegeven aan de overwinning van de scepsis van de Oost-Europese landen ten aanzien van formele veiligheidsgaranties. De annexatie van de Krim is echter een speciaal geval. Deze was inderdaad geheel in strijd met de gedane toezeggingen (Boedapest 1994), maar voorspelbaar na de in mijn artikel vermelde fatale interventie van Bush tijdens de NAVO-top in Boekarest in 2008.

De zo begrijpelijke bezorgdheid bij de aan Rusland grenzende EU-landen vereist een geheel andere aanpak. Het is mede hierom dat ik in mijn artikel spreek over een brede samenwerking van de EU met Rusland waarin veiligheidsgaranties zijn ingebed. Dat overwinning van eeuwenoude vijandschap tussen landen mogelijk is, is in de naoorlogse geschiedenis duidelijk geworden. Historische aartsvijanden Duitsland en Frankrijk werken thans nauw samen.

PutinBucharest08
President Poetin en minister Lavrov van Buitenlandse Zaken bij NAVO-top in Boekarest anno 2008

Eisen aan Rusland

Een essentieel element in de door mij voorgestelde aanpak vormen de vertrouwenwekkende maatregelen zoals eerder aangegeven. Deze zijn in mijn stuk echter uitdrukkelijk gekoppeld aan strikte naleving van de gemaakte afspraken door Rusland.

Over de krachtsverhouding meen ik dat de betrokken landenzich daarover niet veel zorgen hoeven te maken. Alleen al de militaire uitgaven van de NAVO landen zijn ongeveer 10 maal hoger dan die van Rusland. Wel dient hernieuwde zekerheid te komen over de solidariteit van de EU landen en artikel 5 van het NAVO-verdrag.

Mijn artikel is geïnspireerd door ernstige zorg over de toekomst. Aan elementaire feiten wordt onvoldoende aandachtgegeven. Enkele daarvan zijn: een over-bewapende wereld met een apocalyptisch vernietigingspotentieel en dat in een extreem kwetsbare moderne samenleving. 

De wereldwijde astronomisch hoge militaire uitgaven overtreffen zelfs het hoogste punt van de Koude Oorlog. Of we het nu prettig vinden of niet, de EU deelt een lange grens met Rusland. Tegen deze achtergrond is het voor de EU van belang een verder oplopen van de spanning te voorkomen en via dialoog te komen tot daadwerkelijke samenwerking.