Alleen stoïcijns doorgaan helpt tegen Ruslands obsessies

Ondanks Poetins gedrag mogen wij de eeuwenoude Russische obsessie met de combinatie land-en-veiligheid niet negeren, betoogt Ben Knapen.

door Ben Knapen 

Vergeet Poetin. Dit is een oproep die nauwelijks valt uit te voeren, maar het moet. Het moet omdat alleen dan ruimte overblijft voor praktische afwegingen, voor historisch besef en voor de klassieke en primaire deugden in de internationale betrekkingen: standvastigheid en zelfbeheersing.

Alle biografieën over Poetin wijzen in eenzelfde richting – die van een uitgekookte, door de KGB-cultuur gevormde, autoritaire persoonlijkheid, gefixeerd op macht en voortdurend bezig met verrassende zetten om anderen – vanuit zijn perspectief per definitie dus tegenstanders – in verlegenheid te brengen. Aan de grenzen opereert hij met speciale eenheden en ondermijnt structuren van binnenuit met manipulatie van minderheden, psychologische campagnes en cyber aanvallen.

Poetins politieke stijl zelf is niet nieuw en in zekere zin ook niet typisch Russisch. Berlusconi beoefende dat al en in Thailand de telecom-magnaat Thaksin. Inmiddels is het een bestuursstijl die school heeft gemaakt. Kenmerken ervan zijn dominantie in en van de media, permanente heisa en entertainment, een grote mond, veel macho, een levensstijl met glamour en af en toe een genante faux pas. Voor zover je het populisme kunt noemen is het te definiëren als een politieke plaatsbepaling waarbij de sterke man in kwestie de wendbaarheid heeft ontwikkeld om tegelijkertijd zowel te lopen met de hazen als te jagen met de jagers.

Mediacratische samenlevingen zijn er gevoelig voor, want klassieke bestuurders worden niet vertrouwd, zitten voor consumptief gemaksgebruik ook teveel gevangen in nuances en subtiliteiten – in het soort dingen waarvoor ze je in praatprogramma’s meestal al na een minuut afkappen, omdat het kijkers kost. Wie boos is, vermaakt wil worden en in een ingewikkelde wereld behoefte heeft aan sweeping generalisations neemt zijn/haar (meer zijn dan haar overigens doorgaans) toevlucht tot zulke leiders. Je hebt ze in maten en soorten – maar dat er vanaf de ‘founding father’ Berlusconi tot aan Donald Trump een lijn loopt, is zonneklaar. Niet toevallig hebben die trouwens alletwee ook weer bewondering voor Poetin.
Het is een fascinerend en eerlijk gezegd ook wel zorgwekkend verschijnsel. Maar als gezegd – vergeet dit. Want het leidt af.

Land en veiligheid

Amerika is afgegrendeld van de rest van de wereld door twee grote oceanen. Natuurlijk verliezen die oceanen betekenis in een digitaal tijdperk, maar zij sturen nog steeds de Amerikaanse kijk op de wereld en het Amerikaanse gevoel van veiligheid. Zo’n perspectief beperkt soms Amerikaans inlevingsvermogen in andere landen. Rusland daarentegen kent alleen land en ijs en al eeuwenlang vormt die geografie de toetssteen van veiligheid. Russische koloniën lagen nooit ver weg, maar waren een cordon rondom Rusland. Vanuit dat perspectief gebeurde er natuurlijk wel wat in 1989, toen de Russische grens van de Elbe naar achter Litouwen werd verplaatst. In het Westen werd daar niet eens zoveel acht op geslagen. In plaats daarvan werd er nagedacht over een Nieuwe Wereldorde (George Bush I).

Het uiteenvallen van het Sovjet-rijk en de politieke ontketening in Rusland zelf stimuleerden hier dromen van een nieuw Rusland dat westerse waarden wilde overnemen en die waarden zelfs hoger zou gaan waarderen dan ‘ouderwets’ geopolitiek veiligheidsdenken. Het waren immers ook de lentedagen van de globalisering waarin een perspectief van een mondiale samenleving van netwerken lonkte en nationalisme door de nieuwe feiten van technologie en communicatie een restant van het verleden leek. In Europa en Amerika was het feest – met als nadere inkleuring de grootste financiële bonanza uit de moderne geschiedenis en the End of History.

In Rusland zelf zag dat er allemaal heel anders uit. Eerst was er chaos en een uiteenvallend imperium. En met daverend geraas en onverantwoord-radicale recepten van westerse economen rekende het land af met een kleine eeuw communisme. Toen het stof wat ging liggen, zag Rusland hoe het bij de afwikkeling van Joegoslavië totaal was genegeerd – terwijl toch de Balkan eeuwenlang een antenne was geweest voor Rusland en zijn relatie tot de buitenwereld. Later volgde Irak. Ten slotte bracht Poetin macht en orde terug en sloeg Rusland wild om zich heen in 2008 in Georgië en in 2014 in Oekraïne.

President Poetin heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij het uiteenvallen van het Sovjet-imperium als het grootste drama van zijn tijd beschouwt. Het emotioneel aantrekkelijke adagium om Russen waar ook ter wereld te beschermen, levert hem een handzame nationalistische dekmantel om onrust te stoken op allerlei plekken in het voormalige rijk. De Europese en Amerikaanse boycotmaatregelen vormden dan ook een passend antwoord op de provocaties en schendingen die uit dit adagium zijn voortgekomen. (Al waren er betere en meer op maat gesneden boycotmaatregelen denkbaar geweest dan nu zijn gekozen – maar dit terzijde).

Maar ondanks Poetins gedrag mogen wij die eeuwenoude Russische obsessie met de combinatie land-en-veiligheid niet negeren. En evenmin mogen wij Rusland belonen en bestraffen naar de mate waarin zij worden zoals wij. We leven niet in die unipolaire wereld van de jaren negentig, maar in een multipolaire wereld en daarin is Rusland net als de Verenigde Staten en China – en straks misschien India – een van de grote mogendheden. Wellicht dat een kern van Europa zich ook tot zoiets ontwikkelt, maar hoe dat ook zij - in zo’n krachtenveld zullen de grote mogendheden verantwoordelijkheid jegens elkaar moeten dragen voor een zekere mate van stabiliteit en veiligheid.

Voor een land als Oekraïne is dat cruciaal. Zolang het een lichte speelbal is in een strijd of het buitenpost zal zijn van Rusland dan wel van Europa/Amerika, is Oekraïne gedoemd tot fragiliteit. Dat dreigde in de Tweede Wereldoorlog ook even het noodlot van Finland te worden maar daar vonden later de – toen slechts – twee supermogendheden zich op de noemer dat het noch het een noch het ander zou zijn maar eerder een brug tussen beiden. De gedroomde voorkeur voor de Finnen was het niet, maar je hebt het niet voor het zeggen waar de geografie je brengt en bovendien, het werkte.

Dat was toen weliswaar gemakkelijker dan nu. Staten konden zichzelf afgrendelen en daarmee macht bestendigen. Dat is in deze tijd veel moeilijker. Voor Poetins politieke orde is het ongemakkelijk en bedreigend wanneer bij zijn voordeur landen tot bloei komen die democratisch zijn, rechtstatelijkheid nastreven, middenklassen laten gedijen en sociaal-economische stabiliteit bieden. Toch moet dat ook in Oekraïne de ambitie zijn. Een nieuwe generatie Oekraïners kan niet anders dan die route volgen en het Poetinisme negeren. De soft power van ordelijke stabiliteit is immers het enige effectieve wapen tegen de asymetrische oorlogvoering van Poetin.

Dat is nog een lange weg maar een stoicijnse keuze voor deze route helpt. Wat ook helpt is onderwijl niet in anti-Russisch antagonisme te vervallen en verzoening te zoeken met de eigen geografie. Dat is moeilijk en staat haaks op vigerende emoties in Kiev. En ook haaks op de traumatische ervaringen aan de oostelijke grens. En toch moet het – negeer naar vermogen Poetin en grijp de kans om met de attributen van de Europese Unie een zelfbewust land op te bouwen.