Boycot als Russische atleten toch mogen deelnemen

Over een jaar vinden in Parijs de Olympische Zomerspelen plaats. Het IOC heeft nog geen eigen standpunt over de vraag of (Wit)Russische sporters dan mogen meedoen. De Oekraïens/Nederlandse ex-profvoetballer Jevgen Levtsjenko wil dat het IOC de beslissing niet vooruitschuift. Zolang ze zich niet actief uitspreken tegen de oorlog in Oekraïne moeten Russische atleten volgens hem worden geweerd bij de Spelen. Deel 2 in een serie beschouwingen.

800px Vladimir Putin meets with Russian sportsmen participants of the XXIII Olympic winter games 11

Door Jevgen Levtsjenko

Topsport in Rusland is per definitie politiek. Of ze willen of niet, nagenoeg alle Russische atleten zijn gijzelaars van het Kremlin. Wie in Rusland op hoog niveau aan sport doet en ook na een wedstrijdcarrière nog maatschappelijke kansen wil hebben, moet onvermijdelijk collaboreren met de staatsmacht. Wie een kritisch tegengeluid laat horen, moet rekening houden met sancties die hem/haar ook privé kunnen breken. Vandaar dat veel Russische topsporters nu openlijk propaganda bedrijven voor de oorlog tegen Oekraïne of er hooguit over zwijgen.

Jevgen Levtsjenko (45) weet waarover hij praat. De Oekraïens/Nederlands voetballer, geboren en getogen in Kostiantynivka in de Donbas, werkte vele jaren in Rusland. Levtsjenko speelde niet alleen in Oekraïne en Nederland (onder meer bij Vitesse, Sparta, Groningen en Willem II), maar ook in de Russische competitie bij de centrale legerclub CSKA Moskou en Saturn in de voorstad Ramenskoje. Levtsjenko, sinds 2019 voorzitter van de profvoetballersvakbond VVCS (Vereniging van Contractspelers), heeft tijdens zijn sportjaren in Moskou ervaren dat de meeste Russische voetballers meedoen met het systeem of zich zoveel mogelijk afzijdig houden. In andere sporten, zowel in individuele disciplines als in teamsporten, is het volgens hem niet heel anders.

IOC moet zaak niet laf afschuiven op bonden

Sinds het begin van Ruslands oorlog tegen het soevereine Oekraïne, is het dan ook de vraag of Russische atleten volgend jaar mogen meedoen aan de Olympische Zomerspelen in Parijs en, zo ja, onder welke voorwaarden ze dan in juli/augustus 2024 kunnen worden toegelaten

Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) heeft daarover ruim een jaar voordien nog geen beslissing genomen. Een definitief besluit valt op een later ‘geëigend moment’, heeft het IOC laten weten. In de tussentijd heeft het IOC de verschillende internationale sportfederaties geadviseerd om geen wedstrijden of toernooien meer te organiseren in Rusland en Belarus en bestuurders uit beide landen niet meer uit te nodigen voor evenementen. (Wit)Russische atleten zouden bovendien niet meer onder hun nationale vlag of volkslied aan wedstrijden mogen deelnemen.

‘Het IOC zou het voortouw hebben moeten nemen, maar schuift de verantwoordelijkheid af naar de verschillende internationale sportbonden. Dat is een hele slimme en sluwe strategie van het IOC. Zo geeft het IOC die bonden carte blanche. Binnen die internationale federaties op hun beurt is de financiële en dus ook politieke invloed vanuit de Russische sportbonden groot. Het is geraffineerd opgezet, of het nu gaat om de mondiale gymnastiek- en atletiekfederaties of de boksbond,’ stelt Levtsjenko.

 

illustratie debat olympische spelen 4kant

Kremlin: wie niet voor ons is, is tegen ons

Dit beleid van het IOC lost het probleem van eventuele deelname van Russische topsporters aan de Olympische Spelen desondanks niet op. ‘Sport wordt in Rusland continu misbruikt door de politiek. Ook atleten ontkomen niet aan de politiek. Het Russische sportsysteem is opgebouwd als een piramide. Als je de politiek niet steunt, kom je als atleet nergens. Die piramide is namelijk heel sterk. Als je loyaal meedoet, bijvoorbeeld door campagne te voeren voor deze of gene Kremlin-politicus dan, krijgen je kinderen een plaatsje op een eliteschool in Moskou en krijg jij al topsporter geld voor trainingskampen en andere faciliteiten. Als je als topsporter daar niet aan meedoet, dan heeft dat consequenties voor je privéleven. Dan kunnen je kinderen ineens niet naar de beste scholen en krijg jijzelf niet de kans op na jouw wedstrijdcarrière nog een actieve rol te in de sportwereld. Het systeem is als ruif in een varkensstal. Als je niet tot de ruif wordt toegelaten, ben je kansloos. Het is eenzelfde piramide als in de jaren zestig. Sporters worden nog steeds gegijzeld door de partij, toen door de Communistische Partij van de Sovjet-Unie en nu door Verenigd Rusland.’

Kritische geluiden op vingers van één hand te tellen

‘Daarom durven sporters zich niet uit te spreken tegen het regime. Een aantal individuele sporters heeft zich gekeerd tegen de oorlog. Igor Denisov (oud-aanvoerder van het nationale elftal) heeft afgelopen jaar een keer een kritisch interview gegeven. En ook de topscorer aller tijden van het nationale voetbalelftal, Aleksandr Kerzjakov, heeft dat gedaan. Dat is als een bom ingeslagen. Maar dit soort kritische geluiden is op de vingers van één hand te tellen.'

Het omgekeerde is de norm, er geldt het oude stalinistische motto “wie niet voor is, is tegen ons”, zegt Levtsjenko. 'Er is niet lang geleden een zogeheten Poetin Team opgericht, waarvoor verschillende sporters, zangers en influencers werden “uitgenodigd”. Daarnaast zijn er ook individuele atleten die zich voor de regering uitspreken. De ijshockeyer Aleksandr Ovetsjkin bijvoorbeeld steunt Poetin openlijk. Hij weet dat hij na zijn sportloopbaan geen vervolgcarrière kan maken als hij Poetin niet steunt. Ook voetballers zoals Andrej Arsjavin, Aleksej Smertin en Roman Sjirokov steunen Poetin omdat ze hem een sterke president vinden. Desgevraagd schuiven ze hun eigen verantwoordelijkheid af door te benadrukken dat de oorlog de beslissing van Poetin is. Maar tegelijkertijd staan ze op hetzelfde podium als Poetin en steunen ze indirect de moord op Oekraïne. Sporters op lager niveau doen zelfs actief mee, omdat ze zich uit geldgebrek hebben laten rekruteren door het leger.’

Wie zwijgt, stemt toe

‘Het IOC wil (Wit)Russische sporters eventueel onder neutrale vlag laten meedoen op voorwaarde dat ze zich niet voor de oorlog hebben uitgesproken. Ook zwijgen is echter meedoen. Ik besef dat je dan van de Russische sporters vraagt om hun positie 180 graden te draaien. Maar elke sporter kan zich best inlezen en mag zich niet verschuilen dat hij er te weinig van weet. Ik vind dat alleen atleten zouden mogen meedoen die zich uitdrukkelijk tegen de oorlog hebben uitgesproken. Teamsporters kan je sowieso niet toelaten. Het is uitgesloten dat er een team wordt samengesteld met louter tegenstanders. Ik kan me voorstellen dat individuele atleten, die tegen de oorlog zijn, wel aan de Zomerspelen zouden kunnen meedoen. Ze moeten dan wel worden beschermd. Ze moeten goede trainingsfaciliteiten kunnen krijgen en wellicht ook fysiek worden beschermd. De internationale sportbonden zouden dat moeten oppakken', zo raadt Levtsjenko aan.

Niet afschuiven; sportbonden moeten kritische atleten juist bescherming bieden

‘Als het IOC komend jaar beslist dat Russische atleten onder neutrale vlag wel mogen meedoen in Parijs, ongeacht hun positie ten opzichte van de oorlog, dan ben ik voor een boycot van de Zomerspelen. Dan moet Nederlandse sportwereld zeggen: wij willen niet samen met vertegenwoordigers van dit bloedige regime sporten. Kijk naar de tennissers die nu onder neutrale vlag op de grandslams en andere grote internationale toernooien spelen. Voor of na hun partijen zeggen ze gewoon: ik speel voor mijn land. Welnu, als je voor Rusland speelt, betekent dat dat je aan promotie doet van de oorlog. Ook het publiek legt meteen een link tussen de sporter en het land dat hij of zij vertegenwoordigt. En dat is ook precies de bedoeling van het Poetin-regime.’

NOC*NSF is te passief

‘Graag leg ik dat Femke Bol persoonlijk uit. Ik snap dat het lastig is. Maar ik denk dat er niets ergers is dan de hand schudden van een Russische sporter die in eigen land de massamoord op de burgers in Oekraïne steunt. Er is meer dan alleen sportieve prestaties neerzetten.’

‘In Nederland heerst in het nationale olympische comité een beetje de sfeer van: “Wij gaan doen wat het IOC beslist. Waarom zouden wij als enige niet gaan als andere landen wel gaan?” Dat is een pijnlijke positie. Ik hoop toch dat het NOC*NSF een zelfstandig onderzoek gaat doen. Het zou jammer zijn als NOC*NSF alleen iets onderneemt, als de regering daarop aandringt. Het zou beter zijn als NOC*NSF zelf tot een beslissing zou komen. Dat zou een sterke zet zijn. Ik vrees niettemin dat NOC*NSF het anders ziet en gaat zeggen: we willen onze sporters niet de kans ontnemen om mee te doen aan de Zomerspelen.’

Opgetekend door Hubert Smeets. Dit is het tweede in een serie beschouwingen over de Olympische Zomerspelen van 2024 in Parijs.

Levtsjenko Foto DynamoKiev
Jevgen Levtsjenko. Foto Dinamo Kyiv

Over de auteur
Jevgen Levtsjenko (1978) is geboren en getogen in Kostiantynivka in de Donbas.  Hij debuteerde als profvoetballer bij Metalloerg in zijn geboorteplaats. Daarna speelde Levtsjenko onder meer in Oekraïne (Sjachtjor Donetsk), Rusland (centrale legerclub CSKA Moskou en Saturn), Nederland (Vitesse, Sparta, Groningen en Willem II) en Australië (Adelaide United). Levtsjenko woont in Amsterdam Sinds 2019 is hij voorzitter van de profvoetballersvakbond VVCS (Vereniging van Contractspelers).