Gerechtelijk onderzoek naar 'rituele tsarenmoord' leidt tot ontzetting bij joden

Het Russische Onderzoekscomité (vergelijkbaar met het Nederlandse Openbaar Ministerie) gaat opnieuw onderzoeken of tsaar Nicolaas II en zijn gezin in 1918 slachtoffer zijn geworden van ‘rituele moord’. De theorie was populair onder Russische emigranten in het begin van de 20ste eeuw. Russische onderzoeksrechters hebben de theorie halverwege de jaren 90 en eind 2000 al twee keer verworpen, aldus persbureau Meduza.

tsarenfamilie in livadia 1913 wikimediaDe tsarenfamilie in hun buitenpaleis Livadia op de Krim in 1913 (foto Wikimedia)

Aleksandr Boroda, voorzitter van de federatie van joodse organisaties in Rusland, sprak direct zijn afschuw uit over het onderzoek. 'De beschuldiging van rituele moord door joden is een van de oudste antisemitische lasterpraatjes. Hij heeft talloze malen gediend als oorzaak voor vervolging, waarvan honderden en duizenden mensen het slachtoffer werden. Elke keer wanneer die bechuldigingen onderzocht werden door mensen, die niet besmet zijn met antisemitische overtuigingen is vastgesteld dat het leugenachtige laster is,' zei Boroda tegen journalisten.

De historicus Oleg Boednitski, gespecialiseerd in de Tweede Wereldoorlog, en werkzaam bij de Hogeschool voor Economie in Moskou, noemde de theorie tegenover de Moscow Times 'totale nonsens'. 'Het komt van een oude mythe dat joden het bloed van christenen gebruikten bij rituele moorden.'

Psychologisch-historische commissie

Het onderzoek naar de tsarenmoord werd in 2015 heropend en de Russisch-orthodoxe kerk dringt er sindsdien bij de overheid op aan ook de (antisemitische) theorie over een mogelijke 'rituele moord' opnieuw onder de loep te nemen. Dat meldde vorige week onderzoeksrechter Marina Molodtsova op de conferentie 'De zaak over de moord op het tsarengezin', in aanwezigheid van patriarch Kirill van de Russisch-orthodoxe kerk. Hiertoe is een speciale commissie met historici, archivarissen en priesters in het leven geroepen, die 'psychologisch-historische expertise' gaat verzamelen om de theorie te toetsen. 

Bisschop Tichon Sjevkoenov, naar verluidt Poetins biechtvader, zei op de conferentie: 'We nemen de theorie over de rituele moord buitengewoon serieus. Sterker nog: een flink deel van de kerkcommissie [die aan de zaak werkt] twijfelt er niet aan dat dit precies is wat er gebeurd is.'

Het tsarengezin werd na de revolutie van 1917 verbannen en belandde uiteindelijk in Jekaterinburg in de Oeral. In de nacht van 17 op 18 juli 1918 werden Nicolaas, ex-keizerin Alexandra, hun vijf kinderen, lijfarts en drie bedienden daar in een kelder terechtgesteld. De (rode) bolsjewieken vreesden dat de stad in de burgeroorlog in handen zou vallen van hun tegenstanders, de ‘Witten’, die dan met de tsaar of een van zijn kinderen de monarchie zouden kunnen herstellen. Inderdaad werd Jekaterinburg een week na de moord veroverd door de contrarevolutionaire witte legers.

Spoedig stak in die kring het gerucht de kop op dat Nicolaas en zijn gezin slachtoffer van rituele moord zouden zijn geworden. Zulke beschuldigingen pasten in het antisemitische klimaat van de laat-tsaristische tijd. Zo vond in 1913 na een onderzoek van tweeëneenhalf jaar in Kiev een proces plaats tegen de ook van rituele moord beschuldigde Mendel Bejlis; hoewel de aanklacht tot in de hoogste regionen werd ondersteund, werd Bejlis uiteindelijk vrijgesproken. Volgens deze hardnekkige mythe, die terug te vinden is in de uit Rusland stammende antisemitische 'Protocollen van Zion', zouden joden hun wereldheerschappij willen vestigen door christenen te vermoorden en hun bloed te drinken.

Een van de leiders van het executiepeloton dat de tsaar en zijn gezin terechtstelde, een zekere Jakov Joerovski, was van joodse origine. In de bolsjewistische regering die naar men aanneemt de opdracht tot de moord gaf zaten ook enkele joden, zoals Lev Trotski, overigens zelf niet gelovig. Aanhangers van de rituele-moordtheorie geloofden dat leden van een joodse secte de lichamen van de vermoorde tsaar en zijn gezin hadden verbrand en ‘de as met thee dronken’.

Na de val van het communisme zijn Nicolaas II, zijn vrouw en kinderen door de Russisch-orthodoxe Kerk in 2000 als martelaars heilig verklaard. Bisschop Sjevkoenov verklaarde dat bij het onderzoek door de kerk etnische vooroordelen geen rol spelen. Volgens hem was het doel van de moord ‘ritueel en symbolisch een eind te maken aan 300 jaar Romanov-dynastie’. Dat neemt niet weg dat de mythe van rituele moord een uitgesproken antisemitische oorsprong heeft.

Joodse organisaties in Rusland hebben naar aanleiding van beide onderzoeken alarm geslagen. Ze concluderen dat antisemitische gevoelens in Rusland tot op heden tot in de hoogste kringen nog wijdverbreid zijn. Als de regering niet in duidelijke bewoordingen afstand neemt van de rituele-moord-theorie, aldus een vertegenwoordiger van de joodse organisaties in Rusland, toont dat aan dat antisemitische propaganda net als in de jaren zeventig weer volledig kan terugkeren. Volgens Poetins woordvoerder Dmitri Peskov is dit ‘geen zaak voor het Kremlin’.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.