FSB schaduwde oppositiepoliticus Boris Nemtsov tot week voor zijn dood

De oppositiepoliticus Boris Nemtsov werd, tot ruim een week voor hij in 2015 werd vermoord, geschaduwd door dezelfde FSB-agenten die achter de vergiftigingen van Navalny, Kara-Moerza en Bykov zouden zitten. Dat meldt het Britse onderzoekscollectief Bellingcat, in samenwerking met The Insider en de BBC, op basis van achterhaalde vlucht- en treinreisgegevens. Nemtsov gold als één van Poetins meest kritische opponenten en werd voor Poetin ten tonele verscheen zelfs gezien als een mogelijke opvolger van Jeltsin. Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov noemde de onthulling het zoveelste 'valse gerucht'.

nemtsov borisBoris Nemtsov

De operatie zou volgens Bellingcat geduurd hebben van 19 mei 2014 tot en met 17 februari 2015, slechts tien dagen voor Nemtsov op de Bolsjoj Moskvoretski-brug nabij het Kremlin werd doodgeschoten. Nemtsov werd geschaduwd door dezelfde FSB-agenten die in eerdere onderzoeken al in verband waren gebracht met vergiftigingspogingen tegen oppositiefiguren Aleksej Navalny en Vladimir Kara-Moerza, alsook van de dichter Dmitri Bykov.

De door Bellingcat in kaart gebrachte FSB’ers zijn Valeri Soecharev van het Instituut voor Criminalistiek van de geheime dienst, Aleksej Krivosjtsjekov van de Dienst voor de Bescherming van de Gronwettelijke Orde (ookwel de ‘Tweede Dienst’ genoemd) en Dmitri Soechinin, een expert op het gebied van cryptografie en IT die gedurende de missie waarschijnlijk dienstdeed als ondersteunend element op het gebied van verkenning en technische surveillance.

Gelijkenissen met Navalny, Kara-Moerza en Bykov

Zowel Soecharev als Krivosjtsjekov verschenen al eerder op de radar van Bellingcat toen deze onderzoek deed naar de vergiftigingen van Navalny, Kara-Moerza en Bykov. Zo werd uitgewezen dat Soecharev, reizend onder de alias Nikolaj Gorochov, Navalny, gedurende diens campagnereizen voor de Russische presidentsverkiezingen van 2018, naar 18 bestemmingen verspreid over heel Rusland gevolgd is. Ook wijzen verscheidene stukken informatie erop dat Soecharev een coördinerende rol zou hebben gespeeld in Navalny’s vergiftiging. Zo is bekend dat in de twee weken voorafgaande aan de vergiftigingsdaad, Soecharov herhaaldelijk telefonisch contact heeft gehad met zowel hogere FSB-officieren die later gelinkt zijn aan de aanslag (te weten Vladimir Bodganov, hoofd van de Technisch-Wetenschappelijke Dienst van de FSB, en het plaatsvervangend hoofd van het Instituut voor Criminalistiek, Stanislav Maksjakov) als met de drie agenten die Navalny van Novosibirsk naar Tomsk zijn gevolgd of naar Omsk zijn afgereisd om het bestaande bewijs van de vergiftiging te vernietigen, namelijk Ivan Osipov, Aleskej Aleksandrov en Konstantin Koedrjavtsev. Ook Krivosjtsjekov lijkt bij de vergiftiging betrokken. Hij telefoneerde tijdens Navalny’s noodlottige reis naar Novosibirks en Tomsk 24 keer met Osipov en belde 38 maal met Maksjakov, waarvan 6 keer in de nacht van 19 op 20 augustus 2020 toen naar alle waarschijnlijkheid het zenuwgif novitsjok in het ziekenhuis te Omsk op Navalny’s ondergoed werd aangebracht.

Ook zou Soecharev van 2015 tot 2017 betrokken zijn geweest bij het schaduwen van de Nemtsov-protégé en vertegenwoordiger van Michail Chodorkovski’s ‘Open Rusland’, Vladimir Kara-Moerza. Gedurende deze periode werd Kara-Moerza tot tweemaal toe in het ziekenhuis opgenomen met ernstige vergiftigingsverschijnselen die een coma en het uitvallen van zijn vitale functies tot gevolg hadden. Eveneens wordt er op Soecharevs betrokkenheid geduid in het onderzoek over de vergiftiging van de Kremlin-kritische dichter en intellectueel Dmitri Bykov die onderweg naar een optreden in de Siberische stad Oefa in april 2019 ook in coma geplaatst werd na opgenomen te zijn met ernstige klachten die deden denken aan vergiftiging. Soecharev zou volgens het onderzoek Bykov tussen 2018 en 2019 ook geschaduwd hebben.

Gelekte reisgegevens

Uit de bevindingen van Bellingcat inzake de schaduwoperatie van Nemtsov, die op 19 mei 2014 in werking trad, kwam naar voren van Soecharov, in de meeste gevallen vergezeld door Krivosjtsjekov en alleen in de eerste twee instanties door Soechinin, de politicus op 13 retourreizen (d.w.z. een totaal van 26 reizen) door heel Rusland gevolgd is. De meeste hiervan bestonden uit de treinreizen die Nemtsov, woonachtig in Moskou, met enkele regelmaat maakte naar de stad Jaroslavl, waar hij lid was van de regionale Doema. Uit gelekte vlucht- en treinreisgegevens is gebleken dat Soecharov (en zijn handlangers) vaak reizen boekten die enkele uren eerder Nemtsovs bestemming aandeden dan dat de oppositifiguur zelf arriveerde. Deze werkwijze impliceert het bestaan van voorkennis van de kant van Soecharov over de reisplannen van Nemtsov. Dit bleek tevens uit een geval daterende uit juli 2014 waarin Soecharov, tien minuten nadat Nemtsov een vliegticket naar Novosibirsk (alwaar hij een verslag over corruptie binnen Gazprom zou presenteren) had geboekt, eenzelfde reis had gereserveerd.

De gegevens waar Bellingcat en, zo lijkt het, ook de FSB hun reisinformatie uit putten is het Russische Magistral, een gecentraliseerde database waar alle informatie omtrent gedane boekingen van vlieg- en treinreizen in opgeslagen staat. Naast dat het geheel denkelijk is dat de FSB via deze weg de reisplannen van Nemtsov wist te achterhalen (FSB-agenten en sommige medewerkers van het Russische ministerie van Binnenlandse Zaken die gemoeid zijn met het onderzoeken van misdaden hebben immers vrije toegang tot de gegevens van Magistral), heeft ook het onderzoek over de betrokkenheid van het eerdergenoemde FSB-team van de database geprofiteerd. De informatie omtrent de verplaatsingen van Soecharov, Krivosjtsjekov en Soechinin is namelijk afkomstig uit een lek van Magistral in de vorm van op de zwarte markt doorverkochte gegevens, aldus de BBC wiens journalisten samen met collega’s van Bellingcat en The Insider de data in handen kregen.

De moord op Nemtsov

De schaduwoperatie van Nemtsov stopte op 17 februari 2015, tien dagen voordat hij in Moskou bij een aanslag op het leven omkwam. Een paar dagen na de moord pakten de Russische autoriteiten een groep van 5 mannen van Tsjetsjeense afkomst op, onder wie ook Zaoer Dadajev, een voormalige veiligheidsbeambte die goede banden met Ramzan Kadyrov (president van de Russische autonome republiek van Tsjetsjenië) onderhield. Dadajev pleitte dat de groep Nemtsov enkele maanden had gevolgd, maar hem niet had vermoord. Later werd gesuggereerd dat Dadajev tijdens zijn voorarrest was gemarteld en dat hem zijn bekentenissen op deze wijze afgedwongen waren. Toch werden alle vijf veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van 11 tot 20 jaar. Het strafrechtelijke onderzoek noch de rechtszaak kon de precieze beweegredenen achter de moord of de identiteit van de opdrachtgever(s) vaststellen. Begin 2020 gaf de Russische president Vladimir Poetin te weten dat de opdrachtgevers achterhaald waren, maar hun namen werden niet publiekelijk gemaakt. Algemeen vermoed wordt dat de opdracht voor de moord uit het Kremlin kwam om zo Nemtsov als politiek concurrent uit de weg te ruimen en om zijn dood als afschrikking voor andere tegenstanders van het regime te doen gelden.

Verregaande implicaties

De recente onthullingen van Bellingcat hebben geleid tot het zetten van veel nieuwe vraagtekens bij het officiële Russische onderzoek en de daarop gebaseerde schuldtoewijzingen. Hoewel er met geen enkele zekerheid kan worden vastgesteld of Soecharov, Krivosjtsjekov of Soechinin daadwerkelijk betrokken waren bij de aanslag op Nemtsov, roept de nieuwe informatie wel de vraag op of de veroordeelde Tsjetsjenen onafhankelijk of wellicht in samenwerking met de FSB opereerden, vooral omdat het onwaarschijnlijk lijkt dat de FSB zich niet bewust zou zijn van het feit dat dat beide groepen de politicus maandenlang tegelijkertijd zouden hebben geschaduwd. Ook wordt door Bellingcat zelf gespeculeerd dat, voorafgaande aan de moord, de Russische veiligheidsdienst wellicht verschillende methoden voor het omleggen van Nemtsov overwoog, waarvan vergiftiging (zoals bij Navalny, Kara-Moerza en Bykov) slechts één optie zou zijn.

Tevens komen de bevindingen van het strafrechtelijk onderzoek inzake de moord in een onzeker daglicht te staan; 45 van de 55 forensische analyses in de Nemtsov-moordzaak zijn uitgevoerd door het Instituut voor Criminalistiek van de FSB, de directie waar Soecharev vermoedelijk onder werkt. Dit zou dus betekenen dat de FSB-eenheid die betrokken lijkt te zijn bij de vergiftiging van meerdere Russische oppositiefiguren en de schaduwoperatie van Nemtsov een sleutelrol vervulde in het aanleveren van bewijs voor de Nemtsov-zaak zelf.

De officiële reactie op de bevindingen van het Bellingcat-onderzoek werd verkondigd door Poetins woordvoerder Dmitri Peskov: ‘Dit heeft en kan geen enkele relatie hebben met de Russische regering. Het lijkt op gewoon nog een vals gerucht.’

Bronnen: Bellingcat, de BBC

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.