Europa in de tang tussen Rusland en VS

21 februari 2017

Er zijn grote verschillen, maar er zijn ook enkele opmerkelijke parallellen met de wereldorde van na de vrede van Versailles (1919) en de conferentie van Jalta (1945), zegt historicus en journalist Raymond van den Boogaard. Na de vrede van Versailles trok Amerika zich terug in splendid isolation. En in 1945 werd Oost-Europa onbedoeld door de geallieerden aan Stalin overgeleverd, die er zijn hegemonie vestigde. Ook Poetin wil de Russische invloedssfeer uitbreiden. En Trump droomt van America First. Europa, pas op uw zaak!

HamerAambeeldIllustratie
Illustratie Nanette Hoogslag

door Raymond van den Boogaard

De grote omwenteling van 1989 was in de Bulgaarse hoofdstad Sofia eerder een discrete affaire: een communiqué van veranderingen aan de top, en in mijn herinnering regende het voortdurend. Geen extatische menigten dus, zoals in Praag. Maar op de derde dag rondhangend kreeg ik via een Bulgaarse student een uitnodiging. Klopte het dat ik Nederlander was? Dan waren er mensen die mij graag wilden spreken.

{slider Volledige tekst|closed|icon}

Die middag zat ik om een tafel met vijf hoogbejaarde mannen die zich voorstelden als de laatste overlevenden van het Centraal Comité van de de Bulgaarse Sociaal-Democratische Arbeiderspartij die zich in 1948 hadden verzet tegen een gedwongen fusie met de Bulgaarse Communistische Partij. De anderen hadden het leven gelaten in communistische gevangenkampen, of waren anderszins overleden.

Maar nu de macht van de communisten gebroken was, wilden de heren de draad weer opvatten. En dat gold ook voor het lidmaatschap van hun partij van de Socialistische Internationale waarvan, zo hadden zij vernomen, de Nederlandse PvdA het voorzitterschap waarnam. Ze gaven mij een brief mee voor de internationaal secretaris van de PvdA.

Deze kleine anekdote laat twee dingen zien: hoe groot de opluchting was toen in 1989 – na zoveel jaren – de vrijheid terugkeerde in Bulgarije en al die andere landen die decennia gezucht hadden onder Ruslands opvatting van 'beperkte soevereiniteit' in zijn satellietlanden; en ook met welke drastische middelen Rusland na 1945 in Oost-Europa zijn hegemonie had gevestigd. In de collectieve herinnering leeft vooral voort hoe Moskou met militaire middelen steeds die macht herstelde, wanneer het zijn hegemonie bedreigd zag: Berlijn 1953, Hongarije 1956, Tsjechoslowakije 1968.

Jalta 1945Stalin, Roosevelt en Churchill tijdens de conferentie van Jalta in het Livadiapaleis in 1945 (foto Encyclopedia Brittannica)

Maar in de geschiedenis van de onderschikking van Oost-Europa aan de Russische belangen waren dat eigenlijk maar incidenten. De hele periode 1945-1989 is voor Polen, de DDR, Tsjechoslowakije, Hongarije, Roemenië en Bulgarije een buitengewoon zwarte tijd geweest. Al deze landen werden, op last van Rusland, opgezadeld met een quasi-democratische 'volksdemocratie'  – in feite een politiestaat met een één-partijdictatuur, en een economisch systeem dat voor de burger niets deed maar door Moskou werd voorgeschreven.

Zoals Rusland nog altijd geen raad weet met de miljoenen slachtoffers van de terreur onder Stalin – deze mega-misdaad tegen de mensheid wordt liefst verdoezeld onder heimwee naar de door Stalin bewerkstelligde supermacht-status van Rusland – zo heeft het Kremlin ook nooit duidelijk excuses aangeboden voor wat Oost-Europa is aangedaan. Eerder lijkt de huidige bewoner van het Kremlin, president Poetin, het verdwijnen van de satelliet-landen te betreuren – element immers van de ineenstorting van het Sovjet-systeem eind jaren tachtig die hij als catastrofe kenschetst.

Jalta 2.0

Nu, 25 jaar later, staat het Russische revanchisme er goed voor. Mede dankzij Russische inmenging – waarvan we de details nog maar ten dele kennen – is in Washington een isolationistische president aan de macht gekomen, die zijn affiniteit voor de nationalistische autocraat in het Kremlin niet onder stoelen of banken steekt. Er wordt – schertsend nog maar toch – al gesproken over een mogelijk Jalta 2.0, waarbij de Verenigde Staten en Rusland in Europa hun invloedssfeer zouden afbakenen, naar analogie van de akkoorden van Jalta en Potsdam waarbij dit aan het eind van de Tweede Wereldoorlog gebeurde.

Van Russische zijde wordt daarbij heftig geageerd tegen alles wat zweemt naar open samenlevingen. Rusland intern is een land waar een kleptocratie regeert, uit naam van een autoritaire filosofie die wordt gekenmerkt door economische centralisatie, militarisering van de samenleving, primitieve verheerlijking van een grotendeels verzonnen nationaal verleden, religieuze blauwkouserij, onvrije media en intimidatie van mogelijke oppositie.

Dit reactionair gedachtengoed wordt door de Russische propaganda ook op grote schaal geëxporteerd, ter destabilisering van de gehate liberale samenlevingen in het Westen. En niet zonder succes, naar uit de houding van Trump en zijn kliek in het Witte Huis blijkt. Ook in Europa zijn er heel wat groeperingen en individuen die in hun eigen haat jegens de open samenleving, de liberale waarden, de markteconomie en de mondialisering Poetins Rusland als een lichtend voorbeeld willen zien.

Litouwse woudbroedersDe Litouwse Woudbroeders vochten tot diep in de jaren 40 tegen de communistische overheersing

In het licht van deze ontwikkeling lijkt het dienstig eraan te herinneren hoe Rusland te werk ging, de vorige keer dat het zijn macht in Europa uitbreidde. In Jalta spraken Roosevelt, Stalin en Churchill in 1945 af dat er na de bevrijding overal in Europa vrije verkiezingen zouden plaatsvinden, maar al vlug bleek deze belofte, wat Moskou betreft, een wassen neus. Omdat, ondanks zware druk en manipulatie, verkiezingen nergens een meerderheid voor Moskou-getrouwe communisten opleverde, werden in de door het Rode leger bevrijde landen al spoedig andere middelen toegepast om de Russische hegemonie veilig te stellen: liquidatie van tegenstanders (in Polen bijvoorbeeld, waar het niet-communistisch verzet het moest ontgelden), terreur en intimidatie door naar het model van de Russische NKVD opgerichte geheime diensten, en politieke manipulatie in de vorm van gedwongen fusies van andere linkse partijen met de communistische partij – zoals in Bulgarije en Oost-Duitsland.

Maatschappelijke organisaties zoals jeugdbonden en vakbonden werden onder communistische controle gebracht, onafhankelijke maatschappelijke activiteiten verboden. Die eerste fase van de gelijkschakeling naar Moskous model werd min of meer voltooid met de communistische staatsgreep in Praag in 1948. Maar daarna begon de ellende pas echt, onder andere met show-processen naar Russisch voorbeeld in de jaren dertig, tegen Oost-Europese communisten van wie Moskou aannam dat deze wellicht niet honderd procent loyaal zouden zijn aan het Kremlin. Na marteling bekenden zij de meest onwaarschijnlijke complotten en wandaden.

De landen van het Sovjet-blok veranderden in een reusachtig kamp, waarvan de bewoners niet of nauwelijks hun landen mochten verlaten, en zoveel mogelijk werden afgeschermd tegen informatie, cultuur en andere invloeden uit de rest van de wereld. En inmiddels zaten al die landen opgescheept met een door Moskou verordonneerd economisch systeem, dat zo slecht functioneerde dat in 1989 alle steden van Oost-Europa eruit zagen alsof er gisteren oorlog was geweest.

Praag machtsovername febr 1948 fotl WikimediaDe communistische machtsovername in Praag. Februari 1948 (foto Wikimedia)

Bromance tussen Trump en Poetin

Ook de bizarre romance tussen Trump en Poetin is niet de eerste keer dat de Verenigde Staten hun handen van Europa dreigen af te trekken. Na de Eerste Wereldoorlog waren er in Oost-Europa, uit de puinhopen van het Oostenrijk-Hongaarse Rijk, het Ottomaanse Rijk en het afkalvend Russisch Imperium maar liefst tien nieuwe staten gesticht. Het Europa dat zo ontstond, had veel te danken aan de invloed van de Amerikaanse president Woodrow Wilson, wiens legers in de oorlog aan het Westelijk front de doorslag hadden gegeven. Wilson stond, met typisch Amerikaans messianisme, voor de zelfbeschikking der volkeren, vrijheid en democratie. Internationale conflicten zouden voortaan met overleg en arbitrage beslecht worden, bijvoorbeeld in de in Genève gevestigde Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties.

Maar het Amerikaanse Congres gooide roet in het eten en weigerde de ondertekening van het Verdrag van Versailles en zelfs het Amerikaanse lidmaatschap van de Volkenbond. Een isolationistisch Amerika gaf in de jaren twintig en dertig de toon aan voor een chaotische wereld van handelsbarrières, en ruim baan voor revanchistische territoriale conflicten. Hoe dat in Europa afliep, met een nieuwe Wereldoorlog, mag bekend worden verondersteld. De tien nieuwe Europese staten die in 1919 waren ontstaan vervielen alle tot autoritaire structuren – sterke mannen waren in de mode. Alleen Tsjechoslowakije bleef een democratie – om in 1938 door de overgebleven democratieën in West-Europa schandelijk te worden verraden als zoenoffer aan Hitlers expansie-drift.

De Verenigde Staten hebben na de Tweede Wereldoorlog hun fout van na de Eerste Wereldoorlog niet willen herhalen en bleven zich intensief met Europa bemoeien – economisch, politiek en militair. Samen met het proces van Europese eenwording heeft dat gezorgd voor een bloeiperiode van Europa, die zijn weerga in de geschiedenis van de mensheid niet kent. Er zijn gewoon weinig voorbeelden van groepen staten die zó lang, zó democratisch, zó welvarend, zó veilig en vrij en in vrede leefden. Spanje en Portugal – twee uit de jaren dertig overgebleven dictaturen – wisten niet hoe gauw ze moesten toetreden tot de Europese mainstream, toen hun dictators in de jaren zeventig de geest gaven. En hetzelfde gold voor de zwaar getroffen landen van het voormalige Sovjet-blok, toen Moskou na 1989 zijn hegemoniale rol niet langer speelde. Tot aan dat moment waren de zegeningen van het moderne Europa onthouden gebleven aan de landen die na 1945 aan de Russische hegemonie ten prooi waren gevallen – Jalta 1.0 en het nucleaire en militaire machtsevenwicht tussen het Westen en Rusland maakten het onmogelijk daar iets aan te doen.

Succes story desintegreert rap

Het is deze succes story van toenemende vrijheid, welvaart en vrede die we dezer dagen voor onze ogen zien desintegreren. De nieuwe Amerikaanse president betoont zich – net als zijn buddy in het Kremlin – een vijand van alles wat aan pluralistische democratie, Europese eenwording of liberale waarden in het algemeen doet denken. Onder hem trekt Amerika zich niet alleen terug, maar heult ook met de vijanden van de Europese democratie, niet alleen met Poetin maar ook met de dorpspotentaten in Hongarije en Polen die hun land in 'democraturen' naar Russisch voorbeeld veranderen. Oorlog is in Europa niet langer ondenkbaar: Trump heeft een broertje dood aan de NAVO en legt daarmee het continent militair open. In Hongarije bijvoorbeeld is de mogelijke herovering van het in 1919 aan Roemenië verloren Transsylvanië al een heel gewoon gespreksthema.

Strelkov en BorodajTwee Moskovieten (ex-FSB'er Strelkov en consultant Borodaj) speelden bij de opstand in de Oekraïense Donbas een sleutelrol

In Oekraïne en Moldavië laat Poetin zien hoe je met militaire middelen toch weer iets van een Russische hegemonie kunt vestigen. Maar ook de rest van Europa ligt open voor uitbreiding van de Russische invloedssfeer. Het Kremlin hanteert een breed palet van middelen: politieke manipulaties op de Balkan, agressieve propaganda die Europeanen overal tot ontevredenheid en paniek probeert aan te zetten, militaire intimidatie tegen landen als Zweden en Finland, inwerking op de verkiezingsstrijd in landen als Frankrijk en Duitsland door het in diskrediet brengen van het Kremlin onwelgevallige politici – de methode die in de VS zo prachtig heeft gewerkt.

Goed van pas daarbij komen de warme betrekkingen van Poetins Rusland met verschillende populistische groeperingen wier leiders een al dan niet verhulde waardering koesteren voor Poetins autocratische stijl van leiderschap en de reactionaire ideologie waarin de Russische kleptocratie zichzelf hult. Het naoorlogse Europa ziet zich aldus plots met machtige vijanden geconfronteerd: de VS in het Westen, Rusland in het Oosten en in eigen huis de talrijke politieke groeperingen en kiezers die haken naar afschotting, grenzen en meer autoritair leiderschap, en – luid toegejuicht in Washington en Moskou – bereid zijn tot een kaalslag van de instituties om deze anachronistische dromen een kans te geven.

Democratie vermag veel: we kunnen ook in Nederland op politiek volstrekt legitieme wijze de grenzen sluiten, verdragen opzeggen, het homo-huwelijk afschaffen (Poetin laat Europa in zijn propaganda Gayropa noemen), het radencommunisme instellen, vrouwenarbeid verbieden – je kunt het zo gek niet bedenken. Er is slechts één kritische grens die, dunkt mij, niet overschreden mag worden: de aantasting van de vrijheid en de democratie zelf. En dat is nu precies het streven van het huidige Rusland – in navolging van Stalins Rusland in de naoorlogse jaren.

Natuurlijk zijn er ook verschillen tussen toen en nu: het democratisch Europa is nu in alle opzichten veel sterker dan het subcontinent dat in 1945 in duigen lag. Maar de destabilisatie is reëel, met alle risico's van dien – waaronder die dat de kernmacht Rusland, daartoe in staat gesteld door een zich terugtrekkende VS, al die irritante kleine democratische landjes in de hegemoniale tang neemt, en opnieuw grenzen stelt aan de souvereiniteit van Europeanen. Te lang misschien hebben Nederlanders en andere Europeanen gedacht dat politiek louter nog ging over dingen als afvalscheiding, verbetering van het onderwijs, rechten voor minderheden, de ecologische toekomst, en dat het met de grondslagen voor hun eigen macht wel goed zat. Maar nu gaat politiek ook weer over de verdediging van democratie, en van vrijheid. Of zou dat in ieder geval moeten gaan.

{/sliders}