Deal van het jaar: Qatar krijgt via Rosneft voet aan Russische grond

Ondanks de Europese sancties tegen een aantal Russische staatsbedrijven, is het nationale olieconcern Rosneft er in geslaagd een belangrijke Europese investeerder binnenboord te halen. Samen met het sovereign wealth fund van Qatar koopt de Zwitsers/Britse commodity trader Glencore nog dit jaar een minderheidsbelang van het staatsbedrijf Rosneft.

Met de aankoop van dit aandelenpakket van 19,5 procent is in totaal 10,5 miljard euro gemoeid. De transactie wordt begeleid door een grote Europese financiële instelling. Volgens bronnen bij Rosneft, geciteerd door de Russische zakenkrant Vedomosti gaat het om de Italiaanse bank Intesa Sanpaolo, die eerder ook als consulent was betrokken bij het gedeeltelijke privatiseringsproject rond Rosneft.

Het is de vraag of de deal met Rosneft al dan niet in strijd is met de sancties die de Europese Unie in 2014 en daarna tegen onder meer een aantal Russische staatsbedrijven heeft uitgevaardigd. Op grond van de sanctielijst is het verboden voor Europese bedrijven en burgers om voor een termijn langer dan een maand nieuwe aandelen, obligaties en vergelijkbare financiële waardepapieren van Rosneft en andere concreet aangewezen Russische ondernemingen te kopen. De overeenkomst met het in Zwitserland gevestigde Glencore zou echter niet onderworpen zijn aan dit Europese sanctieregime. Rosneft verkoopt namelijk geen nieuwe aandelen, is de juridische redenering, maar een reeds bestaand pakket. Glencore is al langer actief in Rusland, vooral in de staalsector.

PutinSetsjinGlencoredeal
President Poetin en topman Setsjin bespreken de verkoop van aandelenpakket Rosneft. Foto Kremlin

'Triomf voor Poetin'

Volgens president Vladimir Poetin, die de overeenkomst woensdagavond 7 november zelf via een item in het televisiejournaal bekend maakte, is deze deal met Qatar en Glencore de grootste privatiseringstransactie in de olie- en gassector dit jaar. Rosneft-topman Igor Setjsin ontkende dat Qatar en Glencore te weinig hebben betaald voor het aandelenportefeuille. Het bedrag van 10,5 miljoen euro steekt schril af bij de ruim 55 miljard euro die Rosneft in 2013 betaalde voor een vergelijkbaar pakket van TNK/BP. Setsjin dankte ook de Russische president voor zijn persoonlijke inzet om de verkoop van het minderheidsbelang aan Qatar Investment Authority/Glencore mogelijk te maken. Zakenkrant Financial Times kwalificeerde de transactie als een ‘triomf’ voor Poetin.

Als het inderdaad een overwinning is voor premier Vladimir Poetin, dan zou die triomf wel eens kunnen uitdraaien op een nederlaag voor premier Dmitri Medvedev. Volgens de Russische econoom Sergej Aleksasjenko zijn de ministers uit het  financieel-economische blok van de regering buiten de deal gehouden. Topman Igor Setsjin heeft de zaken geheel zelf en in samenspraak met het Kremlin afgehandeld, aldus Aleksasjenko in zijn blog voor het radiostation Echo Moskvy.

Als dat waar is, is dat een zoveelste aanwijzing dat de ministersploeg van Medvedev verder in het defensief is gedrongen en het presidentiële apparaat in het Kremlin meer en meer taken naar zich toetrekt. In november bijvoorbeeld werd minister Aleksej Oeljoekajev van Economische Ontwikkkeling door de federale recherche gearresteerd op verdenking van corruptie. Oeljoekajev, een belangrijke schakel in de financiële hoek van de regering, zou 2 miljoen dollar smeergeld hebben gekregen in ruil voor zijn fiat voor de overname van het regionale olieconcern Basjneft. Setsjin zou deze arrestatie hebben geïnstigeerd en ook toezicht hebben gehouden op de daadwerkelijke aanhouding. 'Setsjin, Setsjin, über alles!', aldus Aleksasjenko in een ander bijdrage voor Echo Moskvy.

Financiering deal

De opbrengst van de deal komt deels ten goede aan de Russische schatkist. Volgens Rosneft incasseert de regering medio december een bedrag van 692 miljard roebel plus een speciaal dividend van 18 miljard, hetgeen neerkomt op ruim 10 milhard euro. Om de koers van de roebel ten opzichte van de westerse valuta niet onder druk te zetten, zal Rosneft de staatskas betalen uit de opbrengst van een recente obligatielening ter grootte van 600 miljard roebel.

De Russische regering kampt dit jaar met een financieringstekort van 3,7 procent. Als de privatisering van een minderheidsbelang van Rosneft niet zou zijn geslaagd – en daar leek het op eerder dit najaar, mede omdat concurrent Lukoil afhaakte na een geschil rond de overname van het regionale oliebedrijf Basjneft – dan zou het begrotingstekort zijn opgelopen tot 4,5 procent.

Details over de financiering van de overname van het minderheidspakket zijn niet bekend gemaakt. De transactie zal pas medio december worden afgerond. Maar volgens de Financial Times komt de overname neer op een leveraged buyout, een constructie waarbij de kopers de overnamesom niet zelf neerleggen maar lenen en vervolgens laten terugbetalen door de overgenomen partij. Qatar en Glencore zullen dus maar een beperkte investering doen. Het sovereign wealth-fund van de oliestaat in het Midden-Oosten zou volgens de Britse zakenkrant niet meer dan 2,5 miljard euro in Rosneft steken. Ruim 7,5 miljard, het leeuwendeel van overnamesom, moet worden gefinancieerd via leningen bij Intesa Sanpaolo, die op haar beurt weer financiële ondersteuning moet krijgen van vier tot vijf Russische banken. Glencore opereert in de deal als een soort hedgefonds. Het bedrijf investeert slecht 300 miljoen euro en zou daarnaast een garantie afgeven voor in totaal 1,4 miljard, mochten de aandelen van Rosneft drastisch minder waard worden. Dit laatste bedrag wordt 'afgedekt' bij Russische banken.

Strategisch belang

Strategisch is overeenkomst overigens relevanter dan alleen deze nominale bedragen en prestigewinst. De regering in Moskou staat met deze deal namelijk toe dat een lidstaat van de OPEC vaste voet aan de grond kan krijgen in de Russische energiebranche. Qatar is lid van de OPEC, Rusland niet. Tot voor kort werkten de OPEC en Rusland niet nauw samen, omdat alle olieproducerende landen met elkaar in de slag zijn om het eigen marktaandeel te vergroten. Eind november heeft Rusland zich echter aangesloten bij een, met name door Saoedi-Arabië afgedwongen, besluit van de OPEC om de olieproductie in 2017 te beperken tot 32,5 miljoen vaten per dag, een reductie met 1,2 miljoen vaten.

De Russische staat houdt zelf overigens wel een meerderheid der aandelen in handen en verliest daarom geen ultieme zeggenschap over Rosneft. Minderheidsaandeelhouders hebben in het Russische burgerlijk recht maar een beperkt aantal machtsinstrumenten ter beschikking. De aandeelhouder die 50 procent plus 1 in bezit heeft, heeft een zogeheten ‘controlerend pakket’.

Glencore, dat in 2013 met grondstoffentrader Xstrata is gefuseerd, is een van de grootste zink- en koper handelaren ter wereld. Op de mondiale oliemarkt is Glencore echter een kleine speler. Met zijn aandeel in Rosneft kan Glencore zijn marktaandeel nu verdrievoudigen tot bijna 10 procent. Het bedrijf zal dagelijks 220.000 vaten olie van Rosneft gaan verhandelen, bijna 5 procent van de totale Rosneft-productie van 4,7 miljoen vaten per dag.

fpso aseng sailawayGlencore olietransport Singapore (bron: Glencore)

Alles of niets

Voor zowel Rosneft als Glencore was de nu ophanden zijnde deal ook een kwestie van alles of niets.

Rosneft zit dringend verlegen om investeerders, omdat het staatsbedrijf op alle niveaus moet worden gemoderniseerd, wil het zijn positie op de wereldmarkt kunnen handhaven. Rosneft, dat groot werd dankzij de feitelijke confiscatie van het concern Yukos van de voormalige oligarch Michail Chodorkovski na 2003, presteert namelijk matig. Met 4,7 miljoen vaten per dag is Rosneft een der grootste olieproducenten ter wereld, groter dan bijvoorbeeld Exxon, dat dagelijks 4,3 miljoen vaten oppompt, en Koninklijke Olie/Shell met zijn kleine 3 miljoen vaten. Met een totale marktwaarde van circa 60 miljard dollar is Rosneft echter zes keer minder vermogend dan Exxon, dat op ruim 360 miljard dollar wordt gekapitaliseerd, en bijna vier keer kleiner dan het op 225 miljard dollar geschatte Koninklijke Olie/Shell.

Glencore heeft ook een moeilijke tijd achter de rug. In 2015 kampte de trader met verlies. Het sovereign wealthfund Qatar Investment Authority redde het bedrijf door een meerderheidsbelang in Glencore te nemen. Los van financiële problemen kampt de handelsonderneming, die sinds 2011 beursgenoteerd is, ook met een slecht imago. Glencore is gevestigd in Baar in Zwitserland. Om fiscale redenen is het bedrijf geregistreerd op het kanaaleiland Jersey. Glencore heeft daarnaast kantoren in Londen en Rotterdam. In Zwitserland wordt het bedrijf, dat in 2015 een omzet van 170 miljard dollar draaide en beschikte over ruim 110.000 werknemers, in verband gebracht met belastingontduiking en onvoldoende scrupuleus opereren in corrupte landen.

Glencore wordt geleid door ceo Ivan Glasenberg (1957) uit Zuid-Afrika. Voormalig BP-topman Tony Hayward is er president-commissaris. Glasenberg werkt sinds 1984 voor Glencore. In 2002 werd hij chief executive officer.

Marc Rich

Het slechte imago van Glencore dateert al uit de begintijd van de onderneming. Global Energy Commodity Resources (Glencore) werd ooit opgericht door Marc Rich (1934-2013), een Belgisch/Amerikaanse commodity trader en hedgefund-manager. Rich maakte een fortuin door handel op de spotmarkt voor olie en door zaken te doen met landen waartegen internationale handelsembargo’s of andersoortige boycots van kracht waren. Rich handelde bijvoorbeeld met Zuid-Afrika tijdens het apartheidsbewind, met Chili onder generaal Pinochet, met Roemenië ten tijde van Ceausescu, met kolonel Gaddafi in Libië alsmede met Cuba, Angola en Nicaragua. In de jaren tachtig doorkruiste Rich het Amerikaanse handelsembargo tegen Iran. In de Verenigde Staten werd hij bovendien van belastingontduiking beschuldigd. Deze zaken kwamen nooit voor de rechter. Op zijn laatste dag in het Witte Huis in 2001 gaf president Bill Clinton hem onverwachts gratie. De gratiëring van Rich werd een schandaal. Maar de opvolgers van Clinton hebben het erbij laten zitten. In 2013 stierf Rich zonder ooit te zijn veroordeeld voor de feiten waarvan hij werd verdacht.

Sinds 1994 had Rich overigens geen meerderheidsbelang meer in Glencore.

MarcRichGlencoreMarc Rich, oprichter Glencore. Foto rechtenvrij

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.