Militaire ontwikkelingen sinds de invasie

Twee jaar na de invasie. deel V

24 februari 2022 begon Rusland een grootschalige invasie in Oekraïne. Twee jaar later inventariseert Raam op Rusland de gevolgen van deze oorlog. Waar we vorig jaar de aanloop naar de oorlog op een rijtje hebben gezet, kijken we nu in een vijfdelige serie naar de humanitaire, geopolitieke, economische, binnenlandse en militaire consequenties voor zowel Rusland als Oekraïne. Deze week het vijfde en laatste deel, over de militaire ontwikkelingen sinds de invasie.

Algemeen voorbehoud

We hebben er alles aan gedaan om de feiten te staven met betrouwbare cijfers. Verificatie in oorlogstijd is echter altijd moeilijk, soms zelfs onmogelijk. Officiële statistieken zijn in Rusland en Oekraïne de afgelopen twee jaar steeds minder toegankelijk geworden, of tot staatsgeheim verklaard. We gebruiken de cijfers in onderstaand overzicht daarom noodgedwongen onder enig voorbehoud.

 Ukrainian soldiers train in Poland December 2023 Oekraïense soldaten trainen in Polen, December 2023 (Foto: NATO North Atlantic Treaty Organization)

Hoeveel Oekraïens grondgebied heeft Rusland de afgelopen tien jaar bezet?

Phony war 2014-2022

2014: Annexatie Krim en oorlog Donbas

De oorlog in Oekraïne begon in februari 2014 met de Russische annexatie van de Krim. Zonder een schot te lossen bezetten Russische soldaten zonder insignes (de zogenoemde ‘groene mannetjes’) strategische locaties en overheidsgebouwen op het schiereiland. Vervolgens bezegelde het Kremlin de annexatie met een frauduleus verlopen referendum.

Na de vlucht van de Oekraïense president Viktor Janoekovytsj en de annexatie van de Krim begonnen in het oosten van Oekraïne pro-Russische demonstraties. Moskou steunde deze opstand vanaf het begin met militaire adviseurs, wapens en later ook met Russische soldaten.

Een dag na de inname van het stadje Slovjansk door zwaarbewapende Russische ‘vrijwilligers’ op 12 april 2014 kondigde Kyiv een anti-terroristische operatie af om de separatisten te bestrijden. Oekraïne zag zich daarbij gedwongen om voorzichtig te handelen, uit angst voor een inval door de troepenmacht die Rusland langs de Oekraïens-Russische grens had verzameld. 

De separatisten kregen een groot deel van de provincies Donetsk en Loehansk in handen en riepen daar twee zogenaamde Volksrepublieken uit. Ondertussen stuurde Rusland steeds meer wapens en soldaten over de grens.

Minsk-akkoorden

In de zomer van 2014 laaide de oorlog op en wist Oekraïne de separatisten terug te dringen. Het Oekraïense leger kreeg daarbij steun van tientallen vrijwilligersbataljons. In augustus naderden de Oekraïners de bezette provinciehoofdsteden Donetsk en Loehansk, waarna de Russen meer troepen, wapens en materieel naar Oekraïne stuurden.

De overmacht van het Russische leger bracht een eind aan de Oekraïense opmars en was voor de Oekraïense president Petro Porosjenko aanleiding om te onderhandelen over een wapenstilstand. In de Belarussische hoofdstad Minsk tekende Porosjenko in september het eerste Minsk-akkoord: Kyiv beloofde decentralisatie en autonomie voor de ‘Volksrepublieken’ in het oosten en zou in ruil daarvoor controle over de grens met Rusland terugkrijgen. 

Nog voor het eind van het jaar werden de gevechten echter weer hervat. Nadat Oekraïne in december bij Debaltseve een pijnlijke nederlaag had geleden, werd begin 2015 het tweede Minsk-akkoord getekend. In de jaren daarna laaide het geweld geregeld op, maar bleef het grootschalige geweld van de periode april 2014-februari 2015 uit. Ook kwam de frontlinie min of meer vast te liggen.

De door Rusland gesteunde ‘Volksrepublieken’ Donetsk en Loehansk controleerden beide slechts een deel van de door hen geclaimde provincies: het zuidoosten van de provincie Donetsk, inclusief de stad Donetsk, en het zuiden van Loehansk, eveneens inclusief de gelijknamige hoofdstad.

In de eerste acht jaar van de oorlog kwamen in totaal ruim 14 duizend mensen om het leven: 3.400 Oekraïense burgers, 4.400 Oekraïense soldaten en zeker 6.500 separatisten en Russische soldaten. Het precieze dodental aan Russische zijde is onmogelijk vast te stellen, omdat Rusland ontkent dat er Russische soldaten in Oekraïne aanwezig waren.

Blitzkrieg 2022

Aanloop naar de invasie

Een grote Russische troepenmacht verzamelde zich in november 2021 langs de Oekraïense grens. De VS waarschuwden dat een invasie van Oekraïne mogelijk op handen was. Het was de tweede keer dat jaar dat het Russische leger massaal gesignaleerd werd bij de grens met Oekraïne; in april en mei waren ook al tienduizenden Russische soldaten rond Oekraïne gestationeerd.

Kort na de jaarwisseling kondigde het Kremlin een militaire oefening aan op Belarussisch grondgebied − niet ver van de Oekraïense hoofdstad Kyiv. Op 21 februari 2022 stuurde Rusland nieuwe troepen naar de Donbas, nadat Poetin de onafhankelijkheid van Donetsk en Loehansk had erkend. In de nacht van 23 op 24 februari kondigde Poetin onder de noemer ‘speciale militaire operatie’ de grootschalige invasie van Oekraïne aan.

De grootschalige invasie

Rusland viel Oekraïne op vier plekken binnen: vanuit Belarus richting Kyiv, vanaf de Krim richting Cherson en Odesa, vanuit de Russische provincies Koersk en Belgorod richting het noordoosten van Oekraïne en in Oost-Oekraïne vanuit de bezette delen van de Donbas.

Het Russische plan om Oekraïne met een snelle inname van Kyiv te onthoofden liep uit op een mislukking en strandde in de voorsteden van Kyiv. Ook in noordelijke steden als Tsjernihiv, Soemy en Charkiv hield Oekraïne stand.

In het zuidwesten slaagde Rusland er binnen een week in om Cherson te veroveren, de eerste grote stad die na de invasie werd bezet. Voorbij Cherson wist Oekraïne de Russische opmars te stuiten, waardoor Mykolajiv en Odesa in Oekraïense handen bleven.

Marioepol

Een van de grootste militaire successen die Rusland in de eerste fase van de invasie boekte, was het creëren van een landbrug tussen de Krim en het Russische vasteland. In de eerste week van de invasie nam Rusland de steden Berdjansk en Melitopol in. In havenstad Marioepol begon het Russische leger aan een belegering die maanden zou duren, voordat de stad uiteindelijk in mei 2022 zou vallen.

De Oekraïense verdediging overtrof in deze eerste maanden van de invasie alle verwachtingen. Een maand na de grootschalige invasie zag het Russische leger zich gedwongen zijn doelen bij te stellen: van de verovering van Kyiv en het bewerkstelligen van regime change in Oekraïne tot slechts de ‘bevrijding’ van de Donbas. Na de val van Marioepol verlegde het Russische leger de focus naar de provincies Loehansk en Donetsk. De steden Sjevjerodonetsk en Lysytsjansk vielen in Russische handen, maar in een klein deel van Loehansk hield Oekraïne stand. Donetsk zou in 2022 en 2023 het toneel worden van twee van de grootste slagen sinds de invasie: Bachmoet en Avdiivka.

Na ruim twee jaar oorlog is Rusland er nog altijd niet in geslaagd de provincies Loehansk en Donetsk volledig te veroveren. De Russen hebben de hoeveelheid land die zij in het voorjaar van 2022 bezetten, in totaal ruim een kwart van het Oekraïense grondgebied, nooit overtroffen. Inmiddels is dat, met name door de terreinwinst uit twee Oekraïense tegenoffensieven in het najaar van 2022, gereduceerd tot minder dan een vijfde.

Offensieven Oekraïne 2022

Het tij keert: Oekraïense offensieven in Charkiv en Cherson

Het Oekraïense leger wist Rusland volledig te verrassen, toen het in september 2022 een tegenoffensief begon in de provincie Charkiv. In luttele dagen heroverde Oekraïne duizenden vierkante kilometers grondgebied, inclusief strategisch gelegen steden als Koepjansk, Izjoem en Balaklia.

Aan het eind van de maand kondigde Vladimir Poetin een gedeeltelijke mobilisatie aan, gevolgd door schijnreferenda over de annexatie van de deels bezette Oekraïense provincies Donetsk, Loehansk, Cherson en Zaporizja. Op 30 september bekrachtigde Poetin de annexatie van deze vier provincies, die voor het Kremlin sindsdien integraal onderdeel zijn van de Russische Federatie. 

Gelijktijdig met het bliksemoffensief in Charkiv ging Oekraïne ook in de provincie Cherson in de aanval. In de loop van het najaar rukte het Oekraïense leger op tot provinciehoofdstad Cherson en de oevers van de Dnipro. Begin november trok Rusland zich terug naar de oostoever van de rivier, waarmee ook Cherson weer in Oekraïense handen kwam. 

Positie-oorlog 2023-2024

Winter 2022-23: patstelling

De twee Oekraïense offensieven kwamen eind 2022 tot stilstand. De frontlinie kwam zo goed als stil te liggen, een Russisch winteroffensief om de hele Donbas te veroveren kwam nooit echt op gang.

Het Russische leger, met een steeds belangrijkere rol voor het huurlingenleger Wagner, richtte zich op de verovering van Bachmoet. Oekraïne wist meer dan een half jaar stand te houden in Bachmoet en bracht Rusland daarbij gigantische verliezen toe. Ook bij Voehledar, een industriestadje in het zuiden van Donetsk, werd de hele winter intensief gevochten.

Pas in mei 2023 was Bachmoet grotendeels in Russische handen, hoewel aan de randen van de stad nog lange tijd werd doorgevochten. De volledige verovering van de Donbas die Rusland zich ten doel had gesteld, kwam er echter niet.

Speculatie over Oekraïens offensief

Aan het eind van de winter begon de speculatie over een Oekraïens tegenoffensief dat op handen zou zijn. Waar aanvankelijk sprake was van een lenteoffensief, stelde Oekraïne de aanval uit. Een gebrek aan westerse wapensteun zou de aanleiding zijn geweest voor dit uitstel.

Uiteindelijk begon het offensief in juni 2023, met aanvallen op verschillende plaatsen aan het front. Oekraïne viel aan in de provincie Zaporizja, ten zuiden van Orichiv, een stuk naar het oosten bij Velyka Novosilka, en in de omgeving van Bachmoet. Het offensief stuitte op goed georganiseerde Russische verdedigingslinies, waardoor een herhaling van de succesvolle Oekraïense offensieven bij Cherson en Charkiv uitbleef. 

De Oekraïense president Volodymyr Zelensky gaf in december toe dat het offensief niet had gebracht wat hij ervan had gehoopt. Mede door de stokkende westerse wapensteun en het gebrek aan luchtoverwicht bleken de doelen die Oekraïne zich had gesteld onrealistisch.

 

2024: een nieuw Russisch offensief?

Het Russische leger was ondertussen begonnen aan een grootschalige operatie om de stad Avdiivka in handen te krijgen. De slag om Avdiivka werd een maandenlange uitputtingsslag, die deed denken aan de strijd om Bachmoet. Een week voor de tweede verjaardag van de Russische invasie trok Oekraïne zich in februari 2024 terug uit Avdiivka. Het was het eerste noemenswaardige Russische succes sinds de val van Bachmoet, ruim een half jaar eerder.

Na de val van Avdiivka wist Rusland in het gebied ten westen van die stad meteen enkele dorpen te veroveren. Oekraïne lijkt die opmars inmiddels te hebben gestuit. Toch heeft Kyiv reden tot zorg: Rusland is op verschillende plaatsen aan het front in de aanval en er is weinig perspectief op een oplossing voor de munitietekorten waarmee Oekraïne te kampen heeft.

In het noordoosten van Oekraïne lijkt Rusland in februari aan een offensief te zijn begonnen. Ook in de provincie Zaporizja, in het gebied ten zuiden van Orichiv, stelt Rusland de Oekraïense verdedigingslinies op de proef.

Wat zijn de materiële krachtsverhoudingen en hoe veranderen die?

Op land

Munitie

Vermoedelijk de grootste uitdaging waarmee het Oekraïense leger in 2024 te maken heeft, is het tekort aan artilleriegranaten en andere munitie. Volgens westerse inlichtingendiensten schiet Rusland momenteel dagelijks 10 duizend granaten af, vijf keer zoveel als Oekraïne. Russische munitiefabrieken hebben hun productie opgeschaald en Rusland importeert artilleriegranaten uit Iran en Noord-Korea.

Toch zal ook Rusland op de langere termijn te maken krijgen met munitietekorten, voorspelt de Britse defensiedenktank Royal United Services Institute (RUSI). De opgeschroefde productie en import zijn niet voldoende om de Russische wijze van oorlogvoering, die sterk leunt op de inzet van artillerie, vol te houden. Rusland heeft grote hoeveelheden munitie in opslag liggen, maar RUSI schat dat die voorraden in de loop van volgend jaar op zullen raken.

Ondertussen heeft Oekraïne last van het stilvallen van de Amerikaanse wapensteun. Verschillende Europese landen, waaronder Nederland, hebben hun steun toegezegd aan een Tsjechisch plan om wereldwijd honderdduizenden artilleriegranaten in te kopen voor Oekraïne. Op de langere termijn heeft Europa de hoop gevestigd op de Europese defensie-industrie, die bezig is de productie op te schroeven. Ook Oekraïne zelf bouwt, gesteund door Europa, aan een defensie-industrie.

Materieel en wapensteun

Aan het begin van de invasie beschikte het Oekraïense leger over een fractie van het Russische arsenaal. De afgelopen twee jaar hebben westerse landen Oekraïne voorzien van allerlei wapentuig. Die steun begon terughoudend met de levering van onder meer helmen en scherfvesten, maar in de loop van de oorlog kreeg Oekraïne onder meer pantservoertuigen, moderne tanks, luchtverdedigingsinstallaties, artillerie en langeafstandsraketten. Om de oorlog vol te kunnen houden, moeten de materiële verliezen worden opgevangen door nieuwe wapenleveranties.

Die verliezen zijn aan beide kanten aanzienlijk. Zo heeft Rusland sinds februari 2022 naar schatting meer dan tweeduizend tanks verloren. Toch beschikt het Russische leger over ongeveer evenveel tanks als aan het begin van de invasie. Rusland produceert jaarlijks enkele honderden nieuwe tanks, de rest van het vervangende materieel komt uit de opslag. Het gaat vaak om oudere modellen, soms daterend uit de Sovjettijd. Hoewel de kwaliteit van deze voertuigen minder is, weet Rusland zijn arsenaal in kwantitatieve zin op peil te houden. Denktank International Institute for Strategic Studies schatte vorige maand dat Rusland de huidige verliezen nog zeker twee tot drie jaar kan volhouden.

In de lucht

Luchtoverwicht

Ondanks een overweldigend numeriek voordeel is Rusland er sinds de invasie nooit in geslaagd in Oekraïne een luchtoverwicht te bereiken. De Russen beschikten in 2022 over ruim 1.500 vliegtuigen en meer dan 1.000 gevechtshelikopters, tegenover minder dan honderd vliegtuigen aan Oekraïense kant.

De Oekraïense luchtverdediging zorgt er vanaf het begin van de invasie voor dat Rusland in de lucht weinig bewegingsvrijheid heeft. Dat heeft Rusland terughoudend gemaakt met de inzet van zijn luchtmacht, die daardoor minder gehavend is dan andere legeronderdelen: de ruim honderd vernietigde Russische vliegtuigen zijn een kostbaar verlies, maar vallen in het niet bij de materiële verliezen die de landmacht heeft geleden.

Drones

Het ontbreken van luchtoverwicht is van grote invloed op de wijze van oorlogsvoering. In plaats van luchtsteun leunt het Russische leger op de grootschalige inzet van artillerie en, in toenemende mate, drones. Ook Oekraïne maakt volop gebruik van drones, zowel als wapen als voor verkenningsvluchten.

Oekraïne hoopt nog dit jaar gebruik te kunnen maken van de tientallen F-16’s die onder meer Nederland heeft toegezegd. Die toestellen zijn veel geavanceerder dan de verouderde vliegtuigen waarover Oekraïne op dit moment beschikt, en kunnen het Rusland nog moeilijker maken in de strijd om luchtoverwicht.

Remains of Shahed drone in Vinnytsia Oblast, 18 March 2024 Resten van een Shahed dron in de Vinnytsia Oblast, 18 maart 2024 (Foto: National Police of Ukraine)

Ter zee

Op zee is het krachtsverschil tussen Rusland en Oekraïne op papier het grootst: Oekraïne beschikt überhaupt niet over een oorlogsvloot. Een ruime week na de grootschalige invasie liet Oekraïne haar vlaggenschip doelbewust zinken om te voorkomen dat het in handen zou vallen van de Russische marine. De rest van de verwaarloosde en verouderde Oekraïense vloot werd in de eerste weken van de invasie door de Russen buitgemaakt of tot zinken gebracht.

Toch wist Oekraïne de Russische vloot vanaf het begin van de invasie met drones en operaties met kleine bootjes schade toe te brengen. De Oekraïners brachten verschillende Russische oorlogsschepen tot zinken, waaronder het Russische vlaggenschip Moskva in april 2022. 

Zwarte Zee

De echte doorbraak voor de strijd op zee was echter de levering van Franse en Britse langeafstandsraketten, een jaar later. Oekraïne nam schepen onder vuur in de haven van Sebastopol op de Krim en op 22 september trof een langeafstandsraket het hoofdkwartier van de Russische Zwarte Zeevloot. 

Na deze aanvallen trok Rusland de vloot terug uit Sebastopol. In totaal heeft Oekraïne ongeveer een derde van de Russische Zwarte Zeevloot beschadigd of tot zinken gebracht. In sommige gevallen maakte Oekraïne gebruik van zelf ontwikkelde zeedrones, met explosieven geladen onbemande bootjes.

Ook de blokkade van Oekraïense havens heeft geen stand gehouden. Ondanks Russische dreigementen maken vrachtschepen sinds afgelopen zomer tamelijk ongehinderd gebruik van de havens van Odesa en Donauhavens Reni en Izmajil.

Wat is het effect van sabotage en cyberaanvallen? 

Oekraïense infrastructuur

In de eerste winter van de oorlog wist Rusland meer dan de helft van het Oekraïense elektriciteitsnet te beschadigen met voortdurende raket- en droneaanvallen. Miljoenen Oekraïners zaten zonder verwarming, elektriciteit of stromend water. 

Afgelopen winter heeft Rusland opnieuw geprobeerd Oekraïners in de kou te zetten. De Oekraïense luchtverdediging is echter aanzienlijk beter toegerust, waardoor steevast meer dan de helft van de Russische drones en raketten wordt onderschept. Reden tot zorg: nu de Amerikaanse wapensteun tot stilstand is gekomen, dreigt voor Oekraïne de komende maanden een tekort aan luchtverdedigingsraketten. Een ander onderdeel van de Oekraïense infrastructuur dat Rusland geregeld onder vuur neemt zijn Oekraïense havens, in het bijzonder graanopslagen.

Cyberaanvallen

In aanloop naar de Russische invasie kreeg Oekraïne te maken met een reeks cyberaanvallen op onder meer overheidswebsites, telecombedrijven en banken. De aanvallen zorgden voor storingen, maar de gevolgen waren kleiner dan gevreesd. Ook latere aanvallen door Russische hackers hadden slechts beperkt succes.

Bondgenoten van Oekraïne waren eveneens het doelwit van cyberaanvallen. In februari 2022 werden tienduizenden Fransen en Duitsers tijdelijk afgesloten van het internet en een Duits energiebedrijf verloor het contact met meer dan vijfduizend windturbines. Volgens de Europese Unie zaten Russische hackers achter deze aanval.

Droneaanvallen op de Krim en in Rusland

Sinds het begin van de invasie zijn Russische grensprovincies als Brjansk, Koersk en Belgorod en de bezette Krim geregeld getroffen door droneaanvallen. Met aanvallen op legerbases, militaire vliegvelden en spoorlijnen probeert Oekraïne de Russische oorlogsmachine te verstoren. De aanvallen reiken steeds verder in Russisch grondgebied: in mei 2023 onderschept de Russische luchtverdediging drones boven het centrum van Moskou

De afgelopen maanden lijkt het zwaartepunt van de sabotageacties op Russisch grondgebied te zijn verplaatst naar de olie- en gasindustrie. Sinds de jaarwisseling is een reeks olieraffinaderijen, olie- en gasdepots en andere doelen aangevallen in verschillende delen van Rusland, zelfs tot in Sint-Petersburg. Met deze aanvallen hoopt Oekraïne de Russische economie, die sterk leunt op fossiele inkomsten, te raken. Ook dwingt Oekraïne Rusland zo de aandacht te verdelen tussen het front in Oekraïne en het thuisfront.

Wekelijkse update?

Iedere donderdag uitgelichte artikelen in uw mailbox

Eerst doorlezen? U kunt zich ook later aanmelden via de home pagina.

Als u in uw browser de cookies blokkeert, ziet u deze popup steeds weer. Daarvoor excuus.